26-11-2014

Himmelhoch jauchzend

Waar ligt hij nu? Zojuist nog ergens gezien. En nu alweer kwijt. Wat doe ik daarmee? Ik ben zeer verdrietig. Kan wel hardop janken. Heeft geen enkele zin. Hoewel het bevrijdend werkt. Toch maar verder zoeken.

Ik schakel hulp in. Hij moet gevonden worden. Kan anders niet vertrekken. Die verrekte ouderdom ook. Vervelend hoor ouder worden. Zeker met zulke kinderen. Een zware last soms. Getors op je schouders. Maar nu hard nodig. Ik zet ze in. Mijn zoektocht vraagt erom. Ze moeten me helpen.

Kijken in de keuken. Voelen in de la. Speuren in de slaapkamer. Op het nachtkastje misschien? Heb nog drie minuten. De paniek slaat toe. Bonzo kijkt me aan. Meelijwekkend met verbaasde ogen. Ik duw hem opzij. Vindt ie niet leuk. Hij heft zijn poot. En legt meteen aan. De blaas op springen. Verdomme, ook dat nog. Doekje nergens te vinden.

"Gevonden!", roept de kleinste. "Toch niet in woonkamer?" Jawel, in de woonkamer. Dat is haast onmogelijk. Ik loop blij binnen. Maak zelfs een vreugdedansje. Daar ligt ie dan. Droevig op de bank. Mijn traag kortwerkend geheugen. Hij is eindelijk wakker. Waar was je nou? Had je je verstopt?

Onnozel kijkt hij weg. Hij heeft geen zin. Dat mag duidelijk zijn. Wat is het probleem? Aap komt uit mouw. Wat zeg je nu? Je wil niet werken? En waarom dan niet? Je hebt een burn-out? Van mij toch niet? Ik pieker je lam? Ja, ho eens even. Je wil meer rust? Niet meer alles onthouden? Niet meer alles opslaan?

Ik vrees het ergste. Dat gaat niet lukken. Ik wil wel helpen? Handleiding is helaas kwijt. Waar zit de uitknop? De kleinste weet raad. Klimt op mijn geheugen. Trekt aan zijn oren. Kraait van vet plezier. Geheugen slaat op hol. Lekker dom, die ouderdom. Nieuwe energie gaat stromen. Himmelhoch jauchzend in bomen. We kunnen op stap. Na wat dagelijkse vertraging. Om vier voor zes.