19-05-2009

Bajesklant

Er zijn klanten in diverse soorten en mate. Een klant is meestal een afnemer van een product of dienst van een leverancier. Daar staat een vorm van betaling tegenover. De leverancier wil graag geld verdienen, is voor zijn inkomsten van de klant afhankelijk. Hij zal daarom altijd proberen zijn klanten te vrede te stellen. Maar hoe zit dat nu met bajesklanten. Worden zij ook door de leverancier gekieteld? En levert dat kietelen nog iets op?

In dit geval is de overheid de leverancier. Zij doet haar uiterste best om het de bajesklant zo goed mogelijk naar de zin te maken. Eigenlijk moet ik zeggen bajesgast. Hij blijft altijd wel een poosje logeren. De bajesgast wordt vaak gehuisvest in een stijlvol ingericht vertrek, volledig gestoffeerd en gemeubileerd. Perfect op maat. Niet te groot en niet te klein. Logies en eten zijn inbegrepen. De bediening is ook top. Na iedere maaltijd volgt steevast een heerlijk kopje koffie of thee. Daarna is het aangenaam vertoeven op de sofa voor de breedbeeldtelevisie, met dolby surround uiteraard.

Als de spijsvertering zijn werk heeft gedaan is het de hoogste tijd voor wat lichaamsbeweging. Lekker een wandeling maken in de buitenlucht of spieren ontwikkelen in de fitnessruimte. Als het hoofd de nodige hersentraining nodig heeft bestaat er de mogelijkheid om een kleine rechtenstudie te doen. Het collegegeld bedraagt nul en boeken zijn gratis. De slimme bajesklant ontwikkelt zich binnen een beschermde omgeving.

Voor bajesgasten is het verblijf in een getralied ressort een paradijs op aarde. Een sabbatical relief. Even op adem komen, even omscholen. En daarna er weer fris en fruitig tegen aan. Zo’n tijdelijk kosteloos verblijf is ook goed voor het netwerken. Lekker even samen chillen, hyven en twitteren. Binnenkort waarschijnlijk ook nog wireless. Het gevangenisleven wordt meer en meer losbandig. Het is niet langer een straf om in detentie te verkeren. De bajesklant heeft zijn hart allang verpand.

De klanttevredenheid onder bajesgasten is erg groot. Maar wat levert dat de overheid als leverancier nu op? De overheid kan het niet zo bommen. Zij is niet geïnteresseerd in rendement laat staan klantvriendelijkheid. De bajesklant is immers niet de betaler van de geleverde diensten. De burger, of beter gezegd de belastingbetaler draait op voor de bekostiging. Krommer dan krom bestaat niet. De bajesklant logeert pro deo, de overheid faciliteert pro deo en de burger doneert in harde pegels.

Gelukkig geeft de bajesklant de burger er wel iets voor terug. Door tijdelijke beschikbaarstelling van woonruimte aan bajesgasten wordt het burgerkapitaal namelijk veiliggesteld. Iemand die door gedwongen logies teert op gedoneerde burgercenten, kan andere burgercenten niet meer stelen. Alleen schijn bedriegt. De burgercenten zijn voor de bajesklant slechts een deposito in terminus. De burger beseft het niet of nauwelijks. Eigenlijk betaalt hij smeergeld aan de overheid. De bajesklanten lachen in hun vuistje.

Mien Lucky

Geschreven voor website Gek op Klanten

15-05-2009

Verjaardag van Pi

Ik heb hem weer gemist. De verjaardag van Pi. De veertiende dag van de derde maand. Gevierd in vele landen op de wereld. Al 303 jaren lang. Ik kan die dag maar niet onthouden. Laat staan de decimalen. Ook Appie Einstein zag op 14 maart het levenslicht, in 1879. Maar toeval bestaat niet in de wetenschappelijke wereld, toeval is slechts een kruising der wegen.

De verjaardag van Pi, schrijf daar maar eens een column over. Dat werd mij ingefluisterd door twee bètafanaten. Als alfamannetje liet ik mij niet graag kennen. StoiStijns ging ik op zoek naar de juiste definitie. Een zoektocht naar de geheime verhoudingen tussen de omtrek en middellijn van een Vincentieuze cirkel. Een transcendente speurtocht naar het oneindige. Naar poolcoördinaten, polynomen en complexe getallen, imaginair en binair.

Eerst verdiepte ik mij in de pi-analen van het collectieve geheugen, de Wipipedia. Daar raakte ik vertrouwd met ongekende pipi-terminologie en de namen van wis- en natuurkundigen met elegante nomenclatuur. Weerbarstig ging een wiskundige wereld voor mij open. Ik zag veelvuldig cijfers en letters, groen en geel voor ogen. Het leek of mijn brein linguïstisch kwadrateerde. Het werd een heel gevecht. Eerdere ervaring in sudokuworstelen en lingojudo kwam mij goed van pas.

Met behulp van mnemotechniek en piphilologie kon ik gelukkig een paar literaire ezelsbruggen slaan. Pi meets proza en wiskundige poëzie. Dankzij Isaac Asimov, de bekendste piphilologist onder de wiskundigen kon ik plotsklaps uit mijn hoofd pi coderen tot veertien decimalen achter de komma. 3,14159265358979. How I want a drink, alcoholic of course, after the heavy lectures involving quantum mechanics! Ook Eva bood mij steun. Door haar kon ik het hersenzand los laten in de zeef van mijn geheugen. Eva o lief, o zoete hartedief, uw blauwe oogen zyn wreed bedrogen.

Na wat spoedcursussen poëtisch tellen kon bij mij de lol niet meer op. Want wat bleek? Het getal Pi had oneindig veel cijfers achter de komma en was niet op te schrijven. Pi was evenmin in breuken uit te drukken. Pi was een irrationaal getal. Ook wel transcendent genoemd. Ik lachte me een breuk. Pi irrationaal. Niet te berekenen. De exacte wetenschap tot wanhoop gedreven. Zij moest het doen met een benadering. Alfabeten lachten zich helemaal alfaslappi met deze bètafoor.

Jarenlang joegen wiskundigen, tot waanzin gedreven, pi-records na. Pi kreeg daardoor diverse benamingen. Het getal werd eerst bekend onder de constante van Archimedes en het getal van Metius totdat Jones en Euler het uiteindelijk tot Pi verhieven, naar de Griekse beginletter van perimetros, dat omtrek betekent. In de geschiedenis kwam ik ook nog Ludolph van Ceulen tegen. Hij berekende rond 1600 de eerste 35 decimalen. Hij was zo trots op zijn prestatie dat hij ze op zijn grafsteen liet graveren. Een kopie is nog steeds zichtbaar in de Pieterskerk te Leiden. Pi werd toen het getal van Ludolph genoemd.

Sinds 2002 staat het pi-record op 1,24 biljoen cijfers schoon achter de tokiose komma. Kom op zeg, Bèta’s, dat moet toch te verbeteren zijn. Laat die hoofden rinkelen en convergeren. Met formules en algoritmen. Desnoods met dominostenen. Dat record dat moet te breken zijn. Vega, Machin, Bailey, Borwein, Plouffe, Leibniz, Wallis, allen braken zij hun hoofd erover. Laat die cirkels, bollen, kegels, cilinders en ellipsen maar eens deftig rollen. Binair of hexidecimaal. Desnoods met transcendente meditatie of met Hocus Pocus Pilatus pas. Met Macintosh of Hitachi. Het kost hooguit 400 uurtjes rekentijd. Binnen die tijd kan men van de stress nog heel wat Pipi’s machen.

Mien Pi




07-05-2009

Woordenwissel

Soms spoor ik van geen kilo. Dan schieten letters mij te lang. Vliegen zinnen door de bocht, rakelings langs mijn tenen. Vaak betrap ik mij er op. Slap maar kort. Geen draad peuter ik er mee los. Bijster is mijn pad. Net als alle eindjes, die ik nergens vind. Gelijk stormende servetjes, laag in de wind. Ik steven er dwars doorheen.

Kon ik maar de juiste cijfers vinden of verkeerde woorden. Kon ik maar ergens staan, voor een kwartje achterin. Ik dring ongeduldig voor en pas drie keer op mijn tellen. Mijn eerste woord zal ketters zijn en lage woorden zullen honger lijden. De muizen gaan vrijuit op het spek. Het konijn met de kat op stok. Geen hond zal ernaar kraaien. Op de stoel swingen salamanders. De sloot is in de put en de nieuwe geit gedumpt.

Zwijgende tonnen remmen de betere bankzit. No rit without norit. De dood is een lachpiek. Soms comme kommer en soms comme kwel. Hel en grond blijven puddingslap liggen. Slechts snelle slakken gaan er van tussen, slap van kont, als u bedoelt wat ik begrijp. Ze leggen suiker op de kippen. Een dikke oogst brengt meel en gort samen. Eten in de vrouw brengt domheid uit de fles.
Wat de heer kent dat slikt ie door.

Het lijf jaagt op hoedjes en schrikt in verbondenheid. Een flinke bries ontglipt het struikgewas en de gekookte peren liggen te ver weg. Er is nog niemand voorlangs geappeld. Dat maakt het hoofd gratis en de zorgen zwaar. Vlak voor de auto stoot het paard zich drie keer aan een tandarts. Die breekt met een krik zijn mond goed dicht. Het koper wordt koud gesmolten. Woorden in messing geven bronzige stilte.

Slechte communiquasi versart de geest. Met sterk geredetwist zet ik slappe woorden neer. Autobustraagheid leidt tot zwakke lettersamenhang. Ik gok beter tegen slecht gissen in. Mijn woordenwissels starten vaak in lelijkheid. Ik huil met korte melkmuil en kleed mij zittend aan. Ik zie niet uit maar kijk wel in. Een dag gehuild is een dag geleefd. Ik wissel slechts woorden en denk dat ik ben. It’s always worse to stay at home permanently. I better start with an undefined depart.

Mien Babel


05-05-2009

Twee liter natuur

Een mooie merel hopt vrolijk door het gras. Mees en mus spontaan erachter aan. Gekwitter en gekwetter. Een Vlaamse gaai breekt twijgen in twee. Zijn nest is nog niet klaar. Kan het hem wat bommen? Een ekster verkent de omgeving. Vandaag valt er niets te stelen. Kauwen huppelen wat in het rond. Toch nog iets om op te jagen?

Een Turkse tortel vliegt met ziel en zaligheid zijn toekomstige bruid achter de rokken. Fuckie, fuckie zou hij willen roepen, maar dat is hem zijn eer te na. Het boomkruipertje denkt er het zijne van en huppelt nog eens driftig langs de boomstam op en neer. Het insectenleger trekt zich terug.

Bomen, struiken en ligusters zijn eindelijk geëxplodeerd. Volle bladerdaken reiken in zacht helder groen tot hoog in de hemel. Takken komen opnieuw tot leven. Toveren in de blauwe lucht een prachtig vormenkleed. De lentebloesem geurt in alle kleuren. De natuur springt uit zijn knop. Wat niet ontluikt is ongeduld. Want daar zit niemand op te wachten?

Het lange gras krijgt alvast een grote beurt. Scherpe messen maaien het gazon een kopje kleiner. Het trillen van de maaier wekt de grond. Wriemelende wormen worstelen zich weerbarstig een weg naar boven. Boven het maaiveld zijn ze met geheven hoofd voor merellief en soortgenoten een fijne prooi ... as sweet as candy.

Het roodborstje rent en hupt nieuwsgierig door het rulle zand. Ook hij wil wel een wormpje prikken. Met zijn priemende zwarte kijkers ziet hij slakken sloom marcheren langs de vijver. De slakken, druipend en dolend in slijm, speuren aarzelend met hun antennes, hemel en aarde af, zoekend naar lotsbestemming. Een lange en moeizame reis in een kort bestaan.

Koele kikkers zwemmen met dikke poten wijdbeens in groen troebel vijverwater rond. Schoolslag, rugslag en crawl het is hun eender. Bilspieren worden volop getraind. Zwarte salamanders met oranje buik zweven bibberend, traag en slaapdronken door het water, nog half in winterslaap. Een vink met waternippend bekkie schrikt van zijn eigen spiegelbeeld. Wie is die rare vogel?

Oranje vissen breken wijdbeks snakkend naar adem door het wateroppervlak. Waterjuffers schrikken zich een hoedje en schaatsen verontwaardigd naar de overkant. Het gezoem van bijen en muggen is niet van de lucht. Vlinders fladderen dartelend en speels onnavolgbaar om elkaar heen en weten met zichzelf geen blijf.

Twee neukende libellen vliegen kop aan kont zinderend door de blauwe lucht. Ja, ja, soms kan het verkeren in mijn tuintje. Vandaag wordt weer een veelbelovende dag. De zon gaat vast weer gloren. Elke dag opnieuw geniet ik met volle teugen van het natuurtheater in mijn tuin. Dagelijks wat bakjes leut en twee liter natuur, dat doet een mens zo’n goed.

Mien Slakkengang