20-08-2009

Project Buiten Om (3): Gebrekkige communicatie

Het is ruim een maand geleden dat coördinerend wethouder wijkontwikkeling Helmond West mij op de hoogte bracht van voorgenomen plannen om het ontbrekende stuk van de stedelijke binnenring door onze straat en huis te laten lopen. Het nieuws deed mijn hoofd en hart behoorlijk op hol slaan. De enige zorg die onmiddellijk bovendreef was, hoe kom ik aan informatie en waar haal ik advies?

Slapeloze nachten deden mij het internet afstruinen naar nieuws op webpagina’s van gemeente en media. Ik verdiepte mij in de historie en actualiteit van de voorgenomen plannen en kwam tot verrassende ontdekkingen. Wat mij vooral verbaasde was de louter positieve berichtgeving in de diverse media rondom de wijkontwikkelingsplannen.

De plannen, gepresenteerd aan de buurtbewoners tijdens inloopdagen op 14 en 20 juli, zouden met groot enthousiasme ontvangen zijn. Ik was er zelf bij. Ik moet toegeven, prachtig gedocumenteerd en gekieteld door een overdaad aan hapjes en drankjes, werden de plannen door gemeente en woningbouwvereniging woCom aan ons gepresenteerd. Het meeste aandacht kregen de met gemeentelijke logo versierde bonbons die op een gum leken. Ik bedacht meteen welke plannen ik ermee uit zou willen gummen.

De euforie van de inloopdagen werd zeer zeker niet gedeeld door degenen gedupeerd door de voorgenomen plannen. Integendeel. Mijn lieve buurvrouw, al meer dan 50 jaar trouwe bewoonster van een huurhuis, kreeg plompverloren, de volgende informatie van een woordvoerster van de woCom: “Mevrouw, uw huis staat bovenaan de lijst om gesloopt te worden, kijk maar, eind 2010 begin 2011; u krijgt eenmalig circa 5000 euro inrichtingskosten voor uw nieuwe huurhuis. Dit bedrag is inclusief de kosten die u maakt voor het inrichten van een eventuele tijdelijke tussenwoning.”

De schrik sloeg haar om het hart. Wat nu? Deze boodschap werd voorbarig en onbeschoft gebracht. Zeker gezien het feit dat de raadscommissie Ruimtelijk Fysiek, die normaliter waakt over wijkontwikkelingsplannen, nog niet eens volledig op de hoogte was gesteld van de plannen. Die zouden pas veel later, op 25 augustus, aan de commissie gepresenteerd worden. De besluitvorming door het college van Burgemeester en Wethouders zou zelfs pas in december plaats vinden. Ach, een gewaarschuwd mens telt voor twee, nietwaar?

Het noodzakelijke leed van gedupeerden wordt klein gehouden. Door minimale, late of zelfs geen enkele kennisgeving aan belanghebbenden. Eigenaren en huurders van de Dahlia-, de Speel- en de Volkstuin en ook de eigenaar en huurders van bedrijfspanden en garageboxen zijn pas vijf voor twaalf ingelicht over de op handen zijnde plannen. Ze zijn op het allerlaatste moment uitgenodigd voor een informatieavond. Verdere berichtgeving en communicatie, hoe om te gaan met gedupeerden, laat op zich wachten. Nog steeds. Een verantwoordelijke en noodzakelijk taak voor de gemeente zou je zo denken.

De berichtgeving over de wijkontwikkelingsplannen is eenzijdig en gekleurd. Cijfers worden door gemeente en diverse media, incompleet weergegeven of vergeten. Er zou sprake zijn van enkele relatief goede huizen die moeten wijken voor de stedelijke binnenring. De huishoudens die straks een drukke verkeersweg voor hun deur krijgen worden niet eens vernoemd. Kortom, er is slecht huiswerk gedaan. Ik besloot zelf de maat te nemen door simpelweg huisnummers te tellen. En wat schetste mijn verbazing?

Het voorgenomen “Tracé Buiten Om” treft niet slechts enkele maar vele huizen en daarnaast ook bedrijven. Maar liefst 92 huishoudens zijn de pineut. Hiervan moeten er 64 hun huis verlaten wegens sloop. De gemeente ziet 80 garageboxen, inclusief huurders met bedrijfsvoering, en zes bedrijfspanden over het hoofd, allen gehuisvest binnen het nieuwe geplande tracé. De gemeente gaat helaas wederom buiten alles en iedereen om. Gelukkig spreken feiten en cijfers altijd voor zichzelf. Mogelijk is het oorspronkelijk gekozen Cortenbachtracé toch een beter alternatief.


Mien



06-08-2009

Zaadmannen

Het is hartje zomer en ik lig stil te wachten totdat iemand mij neemt. Voordat het gebeurt ben ik al twintig keer betast. Werkelijk waar, gênant gewoon. Men kan niet kiezen tussen mij en de rest. Dat snap ik best. De klant wil waar voor zijn geld. Hij wil kunnen kiezen. De één valt voor een slanke lijn, de ander voor een gladde huid. Het zijn net kinderen. Ze kunnen toch ook kijken met hun ogen in plaats van met hun handen? Aha, de keuze valt op mij. Eindelijk.

Ben ik blij dat ik nu eindelijk weg mag uit dit duffe hok. De houten wanden begonnen mij al te benauwen. Ik doe mijn uiterste best om er goed uit te zien voor mijn klant en glim van trots. Voor hem ben ik gewoon een lekker groen rijp ding. Mijn klant kan tevreden zijn. Vanuit het hok kijken mijn collega’s mij jaloers aan. Ik zie ze denken: Waarom zij en niet ik? Ach, hoe vaak heb ik dat niet gedacht. Mijn klant betaalt meteen de volle mep en samen gaan we de deur uit. Tot volgende week en fijn weekend, roept hij nog in de deuropening. Het avontuur kan beginnen.

Aan de overkant van de straat staat een BMW geparkeerd. Mijn klant opent het portier. Ik word ruw op de achterbank gegooid. De liefde is snel bekoeld. Ik heb geen naam en mijn klant mompelt voor zich uit dat hij nog wat boodschappen moet doen. Ik vlij me op de achterbank en waan me in de zevende hemel. Ben overigens benieuwd wanneer ik op het menu sta. Hij heeft vast wilde plannen met mij. Ach, als hij me vanavond van te voren goed boent komt alles goed. Ik voel me net een diva als de auto door de straten glijdt.

De BMW stopt voor de supermarkt. Na een poos komt mijn klant terug met een tas vol boodschappen en een krant. Hij opent mijn portier en pleurt de tas naast mij, ik rol bijna van de achterbank. Achter het stuur slaat meneer zijn krantje open. Na drie seconden koppen snellen gooit hij de krant verontwaardigd naast zich neer. Er staat werkelijk waar niets, maar dan ook niets in. Geen nieuws, het is komkommertijd. Nu weet ik het zeker. Vanavond ben ik de pineut en krijg ik een grote beurt. In de tas naast mij hoor ik instemmig gemompel. Vreemd. Het lijkt net alsof het tomatenblik en pak koffie beiden tegen mij zeggen, je hebt helemaal gelijk. Ik vrees het ergste.

Thuisgekomen word ik gelijk op de keukentafel gelegd. Deze meneer weet van wanten. Wat doet hij nu? Hij trekt een schort aan en wast zijn handen, kinky, maar wel zo netjes. Vervolgens trekt hij een vlijmscherp mes uit de keukenla. Ik schrik me rot. Zorgvuldig word ik van mijn gladde pels ontdaan en overdwars door midden gesneden. Daar lig ik met mijn zaadjes, open en bloot, blakend in de zon. Als zaadman heb ik niets meer in te brengen. Mijn groene zaad verdwijnt in de prullenbak en ik in een glazen slakom. Ik snak naar adem en verdrink bijna in de knoflooksaus. Ik geef mij over. Het wordt mijn laatste avondmaal. Mijn klant eet Grieks.

Mien

Ook gepubliceerd op website Gek op Klanten