31-03-2013

Columns van Harrie (Maart 2013)


Persmuskiet / Fictie / Vervolgverhaal 10/20 / 04-03-2013

Ja, lieve Janneke, Roeg heeft hier wel een punt. Hoe lang kennen wij elkaar nu alweer? Zo’n veertig jaar? Bijna net zo lang als dat ik mijn jeugdvriend ken. Dus die kan het weten. Sorry liefje, sorry dat ik je al die jaren zo beteugeld heb met mijn rigide strengheid. Maar ja, het heeft uiteindelijk toch een beetje functie gehad, nietwaar? Het heeft geleid tot iets moois, iets sensationeels. Je hebt jouw toneeldebuut meer dan waar gemaakt. Dat verdient een brede glimlach. Ook van mij. Van harte gefeliciteerd.

Precies de reactie die Janneke verwacht. Dit is Joop ten voeten uit. Nederig de show stelen in bijzijn van familie en beste vrienden. Gelukkig nu alleen in bijzijn van Roeg. Dat maakt de scene in ieder geval wat minder gênant. Hij moest eens weten. Jopie. Welk geheim zij deelde met zijn boezemvriend? De blik van Roeg zegt haar genoeg. Verdrinken doet ze altijd in zijn lodderogen. Vlug loopt Janneke weg, op zoek naar Muts en Charley.

Wat heb je toch een innemende vrouw Joop. En zoals altijd, een lust voor het oog. De tijd lijkt geen vat op haar te krijgen. Jij moet een gelukkig mens zijn. Met Muts en Charley ook alles goed?
Ik heb grote bewondering hoe jij hebt aangedurfd, mijn grootste filmsucces te vertalen naar toneel. Dat heeft nog niemand ooit gedaan. En dan ook nog eens je familie in dit drama voor de leeuwen werpen. Well done. Again. My compliments.

Ach Roeg, ik droom al jaren om jouw grootste filmsucces tot hoog toneelniveau te tillen. Het verhaal leent zich er ook voor. Ik kan de dramalijnen bijna één op één vertalen vanuit eigen ervaring. Uit het leven gegrepen, om maar eens met farce majeur te zeggen. Grapje. Ha, ha. Nee, even serieus, het filmscript vroeg nauwelijks om aanpassing. Janneke, Muts en Charley hadden zich in no time in hun rol ingeleefd. Sterker nog. Ze woonden er al jaren in. Ha, ha. Ja, het gaat best goed met dat stelletje bandieten. Ik ben de meeste tijd op pad. Voor fondsverwerving en andere zaken. Dat wil ik graag nog lang volhouden. Dat is voor iedereen het beste.

Roeg knikt instemmend en denkt er stiekem het zijne van. Zijn oude maat moest eens weten? Hij is niet de enige schurk op deze aarde.

Jopie popie, jij blijft ook altijd een ouwe vos, hè. Wanneer verlies jij nu eens jouw streken? Ach, laat ook maar. Mijn vraag is voor jou slechts een inkoppertje. Kom op. We moeten ons gaan mengen onder de gasten. Laat al het lof je kietelen. Je hebt het verdiend. Goede bolknak overigens. Ritmeester?

In de foyer hebben Janneke, Muts en Charley elkaar gevonden. Ze zijn omringd door fotografen en schrijvende pers. De flitslichten zetten hun gezichten in lichtelaaie. Tot grote frustratie van Janneke kan ze amper een gesprek voeren met Muts en Charley. Die glunderen tot achter hun oren en laten zich alle aandacht welgevallen. De persmuskieten vuren stekelig hun vragen af op de happy family. Boven het hoofd van Janneke verschijnt een donderwolk. Dit moet niet lang gaan duren.


Furie / Fictie / Vervolgverhaal 11/20 / 04-03-2013

Heren, heren, zo is het wel weer genoeg. Ophouden met fotograferen. Nu! Onmiddellijk! Ja, jij ook, misselijk portret! Dacht je nog gauw nog even mijn explosief gezicht te portretteren. Kappen daarmee! Of ik hang jou een proces aan je broek voor manipulatie van mijn portretrecht. Hee, jochie, mijn smoel kost geld hoor. Heel veel geld!

Verbouwereerd kijken Muts en Charley hun moeder aan. Oké, ze hebben wel eens kennis gemaakt met haar furie. Maar dit spant toch wel de kroon. Ze gaat helemaal los. Ze moeten haar in bescherming nemen.

Mams, mams ... doe eens rustig. Die fotografen doen alleen maar hun werk. Wij vinden het best wel leuk om eens een keer op de gevoelige plaat te komen. Kunnen wij best zelf handelen. Kijk wij trekken gewoon ons leukste smoelietroelie en met een beetje gloss en fotoshop verschijnselen wij fier in de Story, Privé en NRC. Komt helemaal goed. Je hoeft je nergens zorgen over te maken. Jij ziet er toch ook hartstikke goed uit mams. Om door een ringetje te halen. Als lustige leeuwin. Wraaauwwww ...

Een portie humor werkt altijd louterend binnen familie Korteindje. Zo ook nu. Mams komt tot bedaren en schiet in haar fameuze heuplach. Dat komt op dit moment wel slecht uit. Haar heuplach leidt meestal binnen een paar tellen tot een toiletbezoek. Dressed up in haar toneelkostuum is dat nou niet bepaald een sinecure. De toiletten in Carré zijn veel te klein en schieten vierkant te kort. Een rondje poepen vraagt meestal om problemen en heel veel toiletpapier. Gelukkig is Charley heel attent.

Mams, ik heb hier nog wat papieren zakdoekjes. Voor het geval dat ...

Vergezeld met een flinke doos Tempo schiet mams snel naar de ladies. Roeg en Joop hebben zich nu ook onder de pers gemengd. Al snel laven zij zich aan een flinke dosis aandachtvitaminen. Eén van de persmuskiet heeft direct beet.

Mister Roeg, mister Roeg, wat vindt u van het toneelstuk van Joop Korteindje? Kan het u goedkeuring dragen?

Joop schiet in de lach als de reporter zijn enorme grijze geile genotsknots onder de neus van Roeg duwt. De knots en vraag prikkelen Roeg’s neusharen en gedachten.

Joop Korteindje? Joop Korteindje? Ja maar, ... he is amazing. A good fellow. Ik ken geen grotere toneelspeler. Look at his face. Ja, ja, dat gezicht kan alleen maar goedkeuring krijgen. Kijk eens naar die hoog opgetrokken wenkbrauwen? Look at him! De frons van een gigabons. Als er iemand toneelstukken kan spelen is hij het wel. Joop’s toneelstukken zijn transparant. Hij is zo doorzichtig. Een man een man een woord een woord. Bij Joop is dat uitstekend te volgen. Kijk een snaar die pretoogjes? Kijk eens naar die strakke lijntjes rondom zijn mond? What a method actor. He plays himself. Volgende vraag.

That’s not what I meant sir. Ik bedoel wat vindt u van de wijze waarop hij uw film vertaald heeft naar toneel?

Wijze, wijze? Maar reportertje, u moet uw werk wel beter doen. Er doen helemaal geen wijzen mee hoor? Het zijn bepaald geen slimmeriken die Korteindjes, ha, ha. Had u dat nog niet gemerkt?

Joop ligt helemaal in een deuk van het lachen. De pers piepelen is één van Roeg’s favoriete bezigheden. De reporter druipt snel af. In zijn kielzog volgen de andere reporters en de fotografen. Ze hebben de buik al snel vol van de twee bobo ego’s. Maar het is ook wel een beetje "Wass sich neckt dass liebt sich". Kortom, ze kunnen moeilijk zonder elkaar. De aandachthonger is voorlopig gestild.

Joop, ouwe kerel, zullen we eens kijken of er nog wat lekkers te scoren valt. Ik heb wel trek in een lekker hapje. Iets oud en degelijks. Goede ouwe kaas. Zoiets? Waar is Janneke?


Tongbeslag / Fictie / Vervolgverhaal 12/20 / 07-03-2013

Waarom raak ik toch altijd van jolijt aan de schijterij? Er moet toch echt wel behoorlijk iets zijn misgegaan bij de conceptie. Als mijn lachspieren mijn kringspieren doen ontspannen dan krijgt de humor toch wel echt een bruin randje. Ach ja. Alles liever dan verbale diarree. Ik zal maar gauw weer eens terugkeren naar mijn lieve kinderen. Ik hoop dat ze mijn DNA voor wat betreft mijn lach- en kringspier niet geërfd hebben.

Het toilet spoelt hard door. Braaf wast Janneke haar handjes. Geheel in onschuld. Ze zwiert de deur van de toiletruimte met een forse zwaai open. Recht in het gezicht van haar Joop. Die trekt een onnozel gezicht. Een gezicht waar menig cabaretier een puntje aan kan zuigen. Onweerstaanbaar dom.

Ha, liefje, hang jij hier weer rond de pot. Viel er soms wat te lachen? Ha, ha. Heb jij de kinderen misschien ergens gezien? Ik wil ze even voorstellen aan Roeg. Mijn ouwe gabber. Je kent hem zeker nog wel. Kom op nou. Kijk niet zo beteuterd. Geef elkaar eens gauw de hand.

Joop is duidelijk van slag. De toiletdeur kwam blijkbaar hard aan. Nu stelt hij weer zijn vrouw voor aan Roeg. Is hij een stukje tijd verloren? Roeg en Janneke maken dankbaar gebruik van de situatie. Roeg gooit al zijn Britse charmes in de strijd. Een Englishman in Carré. Hij wuift de toegestoken hand van Janneke achteloos opzij en neemt Janneke vol op de mond. De tongzoen neemt vrijwel alle tijd en ruimte in beslag. En Joop. Die stond erbij en keer er naar. Die twee die kennen elkaar?

Zeg kerel, zo is het wel mooi geweest. Je hebt de kern nu wel geraakt mijn vriend. Het is dat ik alles met je wil delen. Mijn lief en leed. Maar neem het alsjeblieft niet te letterlijk, wil je? Ik denk dat mijn Janneke er nu wel tabak van heeft, nietwaar?

Ongestoord lebberen de twee verder. Een genante vertoning aan de zijkant van de foyer. Gelukkig zijn de persmuskieten allang vertrokken. Van Charley en Muts geen spoor. Joop besluit dan maar om zelf op speurtocht te gaan. Een luchtje scheppen kan geen kwaad. Hij loopt Carré uit en stapt richting het water. Daar staan een aantal politieagenten bij de brug druk met elkaar te praten.


Bloedprop / Fictie / Vervolgverhaal 13/20 / 08-03-2013

Ik weet het niet Sjaak. Zo te zien is het een klein meisje. Van een jaar of zes. Die man daar met zijn herdershond zag het meisje drijven. Onder de brug. Wat is ze mager Sjaak. Waar komt ze vandaan? Hoe komt ze hier terecht? Zo ’s avonds laat? Ze valt wel op in haar rode jasje.

Sjaak en Johnnie van politiebureau Prinsengracht hengelen voorzichtig een klein meisje uit het water. Het water drupt treurig van haar plastic jasje. Intussen is de kade volgelopen. Johnnie roept om assistentie en binnen enkele minuten staat de kade in vuur en vlam met blauw licht. Snel wordt de plek des onheils met linten afgezet. Sjaak staakt de mond op mond beademing. Het heeft geen zin meer. Het rode kleine meisje is niet meer. Haar oogjes staren levenloos omhoog.

Maar, maar, maar … dat is mijn meissie. Charley … Charley … Charley …

Joop heeft zich door de massa heen gewurmd. Dwars door het lint. Sjaak en Johnnie probeerden hem nog tegen te houden. Tevergeefs. Joop valt op zijn knieën en tilt Charley langzaam op. De tranen rollen over zijn wangen. Ongeloof en onbegrip spatten van zijn gezicht. Een emotionele mengelmoes maakt zich van hem meester. In korte tijd razen verdriet en woede voorbij. Daar waar menig papa zou verstenen spat de emotie van Joop af. Al gauw ontfermt een compleet team van hulpverleners zich over hem. Waar komen ze zo snel vandaan?

Meneer Korteind gaat u hier maar even zitten. Hier in de ambulance. Is dit echt uw dochter? Weet u dat wel zeker?

Ja, godverdomme, ja, dat weet ik zeker. Dat zie ik aan haar rode jasje. Vorig jaar gekocht voor haar. In Venetië. Ze was er apentrots op. Mijn meissie, mijn lieve meissie, Hoe vertel ik dit aan Janneke? Waar is Muts? Die was toch bij haar? Nee … nee … nee … die ligt toch ook niet … Nee … nee … neeeeee!

Rustig maar meneer Korteind, we stellen Janneke op de hoogte. Er is zojuist iemand naar haar toegestuurd. Jullie hadden een première toch, bij Carré? Er is niemand anders in het water gevonden.
Zeker weten. Heeft Muts een mobieltje bij zich? Dan bellen we hem.

Muts neemt niet op. De telefoon blijft overgaan. Voicemail. Joop spreekt langzaam en bedachtzaam in. Muts lieve jongen. Bel me zo snel mogelijk terug. Er is iets vervelends gebeurd. Bel me. Liefs, pap. Janneke komt Carré uitgelopen, vergezeld van een hulpverlener. In korte tijd overziet ze de situatie. Het onheilspellend blauwe licht. De kade vol publiek. Een brancard gedragen door twee broeders. De slip van een rood plastic jasje onder het laken. Joop, snikkend met het hoofd tussen de benen in de ambulance. Ze breekt. In haar ogen verschijnen twee bloedpropjes. Ze heeft de zenuwen niet meer onder bedwang. De hersens maken overuren. Haar gedachten flipperen als een schele polsstokhoogspringer op en neer, verdwaald en zoekend naar een goede landingsplaats, zo maar ergens tussen zachte hersenkwabben. De twee bloedpropjes in haar ogen vallen stil. Er is geen discussie meer mogelijk. Ze verwateren in een explosie van traanvocht. Lichtroze verdrinkt Janneke in haar eigen tranendal. In welke boze droom begeeft zij zich?


Wallen / Fictie / Vervolgverhaal 14/20 / 10-03-2013

Joop, lieve Joop, wat is er gebeurd?

Joop kijkt Janneke met waterige ogen aan en snikt. Hij begint te stotteren en kan niks anders uitbrengen dan haar naam. De naam van zijn lieve dochter.

Ch … Ch … Cha … Cha … Charl … Charley …

Wat is er met Charley, lieverd. Zeg het me dan. Nee. Nee. Neeeeeee …

Janneke beseft nu pas echt goed dat het haar meissie is dat op de brancard ligt. Het witte laken bedekt volledig de brancard. Dat betekent, dat betekent. Nee. Nee. Het kan niet waar zijn.
Ondertussen is Roeg komen aanstormen. De politie kon hem niet tegenhouden.


Janneke, Joop, wat is hier in hemelsnaam aan de hand? Waarom zitten jullie hier in de ambulance? Wat is er gebeurd? Waar komt al dat volk vandaan? Het stikt hier van de politie?

Roeg kan het niet bevatten, zijn beste vrienden zo in verdriet. Hij zag Janneke in paniek naar buiten lopen en is haar gevolgd. Door de politie laat hij zich vertellen wat er gebeurd is. Ja, hij is een goede vriend van de familie. Of hij weet waar Muts is? Nee, geen idee. Hij heeft Muts en Charley wel naar buiten zien gaan, maar daarmee is alles gezegd. Hij ontfermd zich snel over Janneke en Joop. Ze zijn ontroostbaar. Het ongeloof vreet. De ringtone van Joop’s mobieltje slaat alarm. “Heb je even voor mij? Maak wat tijd voor me vrij.”

Hoi pap, hier met Muts. Jij had gebeld, wat is er aan de hand? Je klonk zo panisch.

Hoi mijn lieve jongen, waar zit je ergens? We zijn op zoek naar jou. Er is iets verschrikkelijks gebeurd. Ik kan het niet over de telefoon zeggen, mijn jongen.

Ik zit op de Wallen pap. Ik dacht ik ga alvast een kijkje nemen voor jouw nieuwe tv-format ‘So you think you are gay’. Omdat ik in de jury zit is het wel zo handig om me te verdiepen in de materie. Ik vond jullie première zo saai. Dus ben ik er met Charley tussenuit gepiept. Zij wilde echter liever naar de Magere Brug. Een beetje uitwaaien. Maar pap, kun je echt niet vertellen wat er is gebeurd. Je maakt het zo wel spannend. Wat klink je down pap?

Lieve jongen kom onmiddellijk terug naar Carré. Ik wacht hier op je. Er is iets met je zusje gebeurd. Kom nu snel.

Muts bevriest. Iets met zijn zusje gebeurd. Dat kan niet waar zijn. Zijn enige zus. Hij zet hem op een sprinten. Van alles flitst er door hem heen. Om hem heen lijkt iedereen hem aan te kijken. Het is al bijna donker. Hij denkt ondertussen aan darkrooms en aan nachtkijkers. Aan bloembollen en aan vastgoed. Hij hoort Pavarotti zingen. Een onbekende track klinkt uit een kroeg. Tenore lirico. Riconoscere il gay. Het doet Muts denken aan een begrafenis. Dit gaat weer hoog scoren. Hé, staat daar Harrie Mens langs de kant? Hoe zou het met hem zijn? Die heb ik allang niet meer gezien. Met zijn hart kloppend in de keel komt Muts aan bij Carré. Wat hij ziet is treurnis. Een grote treurnis. Hij loopt onmiddellijk naar zijn vader en moeder en naar Roeg.

Mam, pap, wat is er gebeurd? Waarom staat hier zoveel volk op de kade? Wat is er gebeurd met Charley? Waar is ze? Waar is Charley?

Joop brengt zijn zoon op de hoogte van wat er is gebeurd. Hij kan het slechts in korte bewoordingen. De emoties worden hem te veel. Joop wordt getroost door Janneke en Roeg. Muts kan het nog niet bevatten. Hij heeft zijn zusje het laatst gezien. Wat is er toch gebeurd? De ambulancebroeders en de politie vertrekken langzaam van het toneel. Joop, Janneke, Muts en Roeg volgen de politie. Voor verder onderzoek.


Keelorakel / VEC / 13-03-2013
VEC (Vaste Estafette Column op ColumnX) voor de maand april op uitnodiging van Chris

Een estafette is een snelheidswedstrijd waarbij leden van een team achtereenvolgens een deel van de totaalafstand afleggen. Dit gebeurd doorgaans met behulp van een stok. Het doorgeven van de stok kan op twee wijzen gebeuren: de aangever kan de stok via een neerwaartse beweging in de hand van de aannemer plaatsen, dit is de zogenaamde Amerikaanse greep, of de aangever kan de stok via een opgaande beweging in de hand van de aannemer leggen, dit heet de Franse greep. De Franse greep wordt als risicovoller aangemerkt.

Toen ik de hierboven beschreven omschrijving las op Wikipedia was mijn keuze snel gemaakt. Als ik het goed wilde doen, deed ik het op zijn Frans. Oké dan maar risicovoller. Voordat ik toehapte heb ik me er wel van vergewist dat de stok schoon was. Stel je voor dat ik de stok van Chris rücksichtslos in een opgaande beweging genomen had. Dan waren de gevolgen misschien wel desastreus geweest. Wie weet waren mond- en klauwzeer, bultjes op het gehemelte en weet ik welke andere kwaaltjes mij dan ten deel gevallen. Niet zo maar op te lossen met mondspoeling, uierzalf, lippenbalsem of andere orale pleistermiddelen.

Nee, gelukkig was de stok van Chris schoon. Ik ging er eens goed voor zitten. Ik besloot mezelf er eens lekker in vast te bijten. Maar hoe zou ik het een en ander eens gaan beschrijven? Een opsomming van activiteiten wilde ik de lezer absoluut besparen. Dat zou maar saai zijn. Hoewel er natuurlijk altijd iets sappigs te vertellen valt. Nee, ik besloot het op een alternatieve wijze aan te pakken. Ik besloot eerst het orakel van ColumnX te raadplegen.

Het orakel van ColumnX? Dat vraagt om toelichting. Het is niet zomaar een orakel. Nee, nee. Het zit diep verstopt achter in de keel. Het wordt ook wel het keelorakel genoemd. Of afgekort, de orakeel. Klinkt vies, ik weet het. U moet er als lezer even doorheen. Het keelorakel is een ingenieus kliertje dat in de keelgang hangt en in verbinding staat met de oorpijp. Via de oorpijp dringen geluiden door die buiten het lichaam worden opgevangen door de oren. Niet alleen letterlijke geluiden maar ook de figuurlijke. Wat je hoort is namelijk lang niet altijd wat je ziet en hoort. De geluiden die door de oorpijp naar de keelgang vloeien worden door het keelorakel, of zoals u wilt de orakeel, opgeslurpt en omgezet in spuug. Zodra er voldoende geluiden zijn omgezet en de spuugbal een behoorlijk formaat heeft aangenomen wordt ie uitgestoten. Dat kan op een drietal manieren.

De eerste manier is quasinonchalant. Gewoon achteloos door de columns lopen en dan zo hier en daar een beetje sproeien. Niks aan de hand. De tweede manier is met veel kabaal. Flink over de columns heen rochelen zo gezegd. Niet ingehouden maar vol overtuiging je bagger groen en geel uitstorten. De derde manier dat is de subtiele, diplomatieke maar toch ook wel direct zichtbare manier. De spuugbal wordt dan eerst weloverwogen door de mond gespoeld, zachtjes door de lippen geperst en daarmee gekneed tot een hanteerbaar formaat. De spuugbal is dan in de juiste proporties klaargestoomd om vervolgens zijn werk te doen. Hij komt aanvankelijk aan als lauwwarme kritiek, maar werkt stiekem door tot in de kleinste poriën.

Terug naar de stok. De rode draad in dit verhaal. Want u heeft nog te goed wat de uitkomst was van de raadpleging van het orakel van ColumnX. Nog niet zo eenvoudig. In welke uiterlijke vorm de spuugbal dan ook zijn werk mag doen, de hoofdsubstantie, het vocht blijft bij alle drie hetzelfde. De spuugbal goed lezen dat is een ander verhaal. Een andere discipline. Daar zit de clou. Gerijpt door ervaring weet ik inmiddels waar ik bij het lezen van de spuugbal naar moet kijken. Hij moet glad zijn, transparant, onbehaard, en het belangrijkste, hij mag geen strafblad hebben. Met dat laatste bedoel ik dat ding dat Adam zichzelf ooit voorbond. Juist ja, een vijgenblad. Heel irritant als dat in de spuugbal verweven zit.

De spuugbal die ik uiteindelijk voorgeschoteld kreeg bleek gelukkig onberispelijk te zijn. Het keelorakel had mij overtuigd. De spuugbal was oké en was goed te lezen. Ik besloot uiteindelijk dan toch maar een sappig stuk te schrijven. Spuuglelijk misschien, maar ja, u was gewaarschuwd. Tot slot wil ik graag Chris bedanken voor het in mij gestelde vertrouwen. Zijn stok te mogen nemen is niet niks. En lieve lezer, ben gerust, mijn stok gaat ook weer schoon door naar de volgende Vaste Estafette Columnist.


Tuinkruiden / Fictie / Vervolgverhaal 15/20 / 15-03-2013

Dus u had met u allen een première in carré, niet in een cirkel en niet driehoekig maar gewoon in een vierkant? Geen rechthoek en ook geen ruit? En vanuit die mathematische ruimte is uw dochter, uw zus, uw dochter van uw vriend verdwenen? In het niets, voor heel even dan. Want daarna lag ze in het water. In de Amstel. Opgezwollen dik, onder de Magere Brug. Niet bepaald een plek om opgedregd te worden. Ze had ambitie zegt u allen? Maar toch niet om in zo’n slechte film terecht te komen? Damned. Ja toch? Droomde ze van Amsterdamned? Die slechte film op de grachten van de Amstel van Maas? Was uw dochter helemaal stapel?

De rechercheur van bureau Prinsengracht trekt zijn wollig neushaar recht en schraapt zijn keel. De houten stoelen zitten ongemakkelijk en de koffie is niet te pruimen. De Korteindjes en Roeg zitten verslagen aan tafel. Hun gezichten staan op moe. Op doodmoe.

Enfin, jij was met jouw zusje meegelopen naar de brug en bent toen doorgelopen naar de Wallen. Je had zeker de kriebels gekregen van de première, hè? Nou, zeg maar eerlijk? Je wilde even van bil gaan na dat juppencircus? Gelijk heb je hoor. Na mijn dienst wil ik ook wel eens windowshoppen. As you know what I mean.

Een flinke knipoog naar Muts brengt Muts in verlegenheid. Hij kijkt eens om zich heen en ziet dat Roeg al ligt te slapen en dat paps en mams ook al bijna vertrokken zijn. Hoe redt hij zich uit deze benarde situatie? Hij lijkt zich wel te begeven in een hele foute klucht.

Nou, meneer de rechercheur, ik had best wel wat kriebels aan mijn piel, dat kan ik u wel vertellen. Toch was ik op de Wallen voor wat ander zaken. Wat precies kan ik u niet vertellen. Maar doet dat op dit moment ter zake? Volgens mij heeft u wel wat beters te doen? Want wat is er nu precies gebeurd met mijn zussie? Dat zou ik nou wel eens willen weten? Is het buurtonderzoek al begonnen?

Een soeplucht van tuinkruiden en vermicelli trekt door de kamer. Muts valt bijna flauw. De rechercheur heeft zojuist een zakje Cup à Soup uitgeschud in een kopje lauw water. Hij neemt een slokje. Muts kijkt hoe de rechercheur zijn soep naar binnen slurpt. Een paar kleine stukjes vermicelli blijven in zijn snor hangen. Muts kijkt de rechercheur doordringend aan en maakt een gebaar van ‘je hebt iets onder je neus hangen’. De rechercheur reageert verbolgen.

Nou moet jij eens goed luisteren vriend. Wat ik hier onder mijn neus heb hangen gaat jou geen bal aan. En nee, het buurtonderzoek is nog niet begonnen. De eerste verdenkingen gaan namelijk uit naar jou. Hoe was de band met jouw zusje? Vertel me daar eens iets over?

Wat een rare vraag, denkt Muts. Wat heeft zijn band nu te maken met zijn zusje? Charley interesseerde zich voor geen meter voor zijn band. Alhoewel? Dat was niet helemaal waar. Ze toonde eigenlijk best wel interesse voor de drummer en de bassist. Ja, ja, die ritmesessie dat was toch altijd gevaarlijk vuurwerk voor kleine meisjes. Die snaren en trommelstokken zorgden altijd voor een beter buikgevoel. Ze stond dan ook altijd tijdens hun concert het liefst achter het drumstel. Stilletjes genieten op een houten krukje.

Zeg vriend, hé dromer, krijg ik hier nog een antwoord? Wat een slaapfamilie zijn jullie zeg. Stelletje maffe kunstenaars. We hebben het hier wel over een zojuist overleden meissie van een jaar of zes. Jullie eigen vlees en bloed. Wakker worden. Godverdomme.
Met een flinke vuist slaat de rechercheur op de tafel. De hele familie en Roeg schieten wakker. Gelijk is er het besef. Hun lieve dochter, zussie is dood. En nou krijgt die Muts ook nog de schuld. Het zal toch niet waar zijn?


Taar / Fictie / Vervolgverhaal 16/20 / 18-03-2013

Plots wordt de deur van de verhoorkamer geopend door een charmante dame. Korte blikken met de rechercheur worden uitgewisseld. Of hij even de verhoorkamer wil verlaten. Hij verontschuldigt zich bij de slaperige familie Korteindje en Roeg en drukt hen op het hart dat de onderbreking niet lang zal duren.

Koploper, je moet je tactiek onmiddellijk wijzigen. Je komt zo geen steek verder. Ik stel voor dat je overstapt op de Zaanse methode. Catch ze bij hun ballen. Vooral die Muts. Die verzwijgt iets. Ik ga nu weer terug naar de regiekamer en verwacht binnen nu en half uur een doorbraak. Zet hem op. En doe je naam eer aan. Je tijd gaat nu in.

Rechercheur Koploper laat het bevel even bezinken. De Zaanse verhoormethode? Hoe kan hij de familie nu in hemelsnaam de situatie laten herbeleven? Dat is haast onmogelijk. De hoofdrechercheur kan dat echt niet van hem vragen. Maar ja. Zij is de baas. Hij denkt snel na wie hij kan inzetten als comparant bij het gesprek. Lang hoeft hij niet na te denken. Lola. Richtig. Die freschen Lola. Dat is de ultieme comparant om het gesprek vlot te trekken. Gelukkig is ze beschikbaar. Zoals altijd. En wat ziet ze er weer fantastisch uit. Samen gaan ze de verhoorkamer in. Muts, Joop en Roeg veren op uit hun stoelen. Ze hebben hun ogen op steeltjes. Wat een stoot komt daar de verhoorkamer binnen.

Dit is rechercheur Lola. Zij gaat mij begeleiden bij het verhoor. Muts kun jij even Lola inwijden. Als hoofdverdachte lijkt mij dat voor jou geen probleem. Bekennen hoeft niet meteen hoor? Maar leg wel even in jouw eigen bewoordingen de situatie uit. Vooral het moment waarop je je zussie uit het oog verloor.

Muts is even sprakeloos. De vamp die tegenover hem is komen zitten is oogverblindend mooi. Muts vraagt zich af waarom die mevrouw ooit gekozen heeft voor zo’n stoffig beroep als rechercheur. Zij is het tegenovergesteld van het beeld dat hij van een rechercheur heeft? Bepaald geen Columbo-typje met schimmige regenjas. Ze draagt een strak mantelpakje, naadkousen en rode pumps.

Ehhh … nou … wel … ik ben met Charley Carré uitgelopen richting Magere Brug. Zij wilde niet mee met mij naar de Wallen. Ze was het spuugzat om continue meegetrokken te worden in mijn onderzoek naar het nieuwe TV-format ‘So you think you’re gay’. Het enige wat ik mij kan herinneren toen ik richting Wallen liep was dat ze contact zocht met een bouwvakker die bij de brug bezig was.

De film draait terug. In enkele flarden hoort Muts zijn zussie in gesprek gaan. Hij kan zich meer herinneren dan ie dacht. Zou die Lola-vamp zijn hersenen los hebben geschud. Ach, wie weet? Lola’s flinke borsten, die gespreid en mooi afgetekend in zwart kant, bijna op tafel butsen, spreken boekdelen. Daar kan Muts never nooit niet tegen liegen.

Meneer, meneer? Mag ik u even attenderen op iets onooglijks?

De bouwvakker die voorover gebukt op z’n knieën druk bezig is de stoep te herstellen, draait langzaam zijn hoofd om richting het vriendelijke kinderstemmetje.

Meneer, meneer? Zeg maar gewoon mevrouw, hoor. Maar vertel eens meissie? Wat is zo onooglijk? Waar heb jij je oogies op laten vallen?

Met lichte weerzin glijden de ogen van Charley over de broekrand van mevrouw de bouwvakker. Een harig spelonkje kijkt haar donker aan. Dit vraagt om actie.

Wel mevrouw. Ik mag van mijn mams, nooit mijn achterste laat zien. Niet het achterste van mijn tong noch het achterste van mijn bil. Maar u, mevrouw de bouwvakker, u geeft geen goed voorbeeld. Wat ik zie in die broekrand van u, dat is niet mis. Ik zie één enorm harig oog. Een heel erg onooglijk harig oog. Daar moet u echt iets aan doen hoor?

Ha, ha, meissie. Je maakt me aan het lachen. Je hebt zojuist kennisgemaakt met mijn bouwvakkersdecolleté. Dat kan ik onmogelijk verhullen. Daar hebben ze nog geen lingerie voor uitgevonden. Laat staan een degelijke broek-bh. Het spijt me heel erg. Ik kan mijn broek eventueel met een veter dicht rijgen, maar dan krijgt deze dame geen lucht meer. Ik kan dan ook mijn werk niet meer doen. En jij, mijn lieve meid, jij wil absoluut niet over deze gevaarlijk stoep vallen. Toch?

Maar mevrouw de bouwvakker, u kunt toch een lang hemd aandoen? U bent toch een vrouw? Een slimme vrouw?

Verbouwereerd kijkt mevrouw de bouwvakker naar Charley. Wat een ad rem meisje staat daar voor haar. Zeer ontwapenend ook.

Ha, ha, die is goed. Een klein meissie dat mij de les leert. Zeker Amsterdams bloed, hè? Ik zal me even voorstellen. Ik heet Taar. Nee, nee, niet Taart. Taar. Een naam die ik te danken heb aan mijn Russische voorouders, de tsaren. Eigenlijk heette ik dus Tsaar. Alleen die ‘s’ die kon ik maar moeilijk uitspreken. Ik heb er voor het gemak toen Taar van gemaakt. Maar vertel eens, hoe heet jij?


Troostborsten / Fictie / Vervolgverhaal 17/20 / 18-03-2013

Ik heet Charley. Wat een rare naam, Taar? Van Taar heb ik nooit gehoord. Wel van Tsaar. Roeg heeft daar ooit eens over verteld. Over tsaren. Geen fijne mensen volgens Roeg.

Wie is Roeg? Daar heb ik dan weer nooit van gehoord. Ook een vreemde naam hoor?

Roeg? Dat is een vriend van mijn vader. Hij maakt films. Mijn vader heeft van een van zijn films een toneelstuk gemaakt. Dat hebben ze vanavond hier achter voor het eerst opgevoerd. Daaro, bij Carré.

Zo, zo, is jouw vader dan toneelregisseur? En zijn vriend een filmregisseur. En wat heeft ie dan tegen tsaren?

Nou, hij vindt dat maar vervelende mannetjes. Klein en wreed en gebrand op oorlog. Egotrippers, schuinsmarcheerders, bullebakken, dictators. Bepaald geen leuke mannen om tikkertje mee te doen. Bloederige typjes ook.

Taar moet hard lachen. Dat kleine meissie heeft wel een grote woordenschat voor haar leeftijd. Taar schat Charley nog geen zes. En wat een wijsheid. Taar heeft altijd gedroomd om zo’n wijs meissie als dochter te hebben. Maar helaas heeft dat niet zo mogen zijn.

Vertel eens Charley? Wat brengt jou hier. Was je de voorstelling beu?

Ja, ik vond er geen biet aan. Weet je? Ik heb bijna een jaar moeten oefenen voor mijn rol. Ik kende mijn rol van binnen en van buiten. En dan noemde ze me ook nog eens Christine. Heel vervelend. En ja. Als meissie van zes wil je wel eens wat anders hè? Spelen bijvoorbeeld. Maar mijn pappa wilde dat niet. Spelen doe je maar op de bühne zie ie. Een groot familiedrama was het. Mijn moeder en mijn broertje speelden ook mee. Ze konden bijna nergens anders meer over praten. Veel liever was ik eens met z’n allen gaan wandelen. Naar het bos. Of samen naar een zwembad gaan. Maar nee hoor. Iedereen wilde veel en veel liever toneel spelen. De sukkels. Ik haat ze.

Taar heeft de tranen in de ogen staan. Wat een verdrietig meisje is die Charley. Ze pakt haar eens stevig vast en knelt haar gezichtje moederlijk tussen haar borsten. Charley verdwijnt er bijna volledig in.

Ach, lieve meid, kom maar eens hier. Ik zal je wel troosten. Brul maar eens goed in mijn zachte vlees. Dat doet je goed. Gooi die kwaadheid er uit. Snotter jezelf maar eens lekker leeg.

Charley weet niet wat haar overkomt. Ze krijgt noch amper lucht. Dat moet niet al te lang gaan duren. Mijn god, wat een borsten heeft die Taar. Dodelijke borsten.

Ik heb het allemaal meegemaakt mijn lieve meid. Gebrek aan aandacht. Daar is alles op terug te voeren. Mijn papa dronk en mijn moeder was knettergek. Dat was bepaald geen veilige en liefdevolle omgeving. Ik heb ze tot mijn dertiende verzorgd en ben toen de wijde wereld in vertrokken. Nou ja, wijd. Tot aan de overkant van de straat. Daar ben ik opgevangen door schele Tinus. Die heeft me uiteindelijk dit mooie vak geleerd. Maar eerst leerde hij mij op eigen benen staan. Dat is hem goed gelukt. Alleen het vak daar valt voor mij nog wel wat in te leren. Kijk maar eens hoe scheef ik hier die stenen leg? Hallo, hallo? Contact? Ben je er nog? Hee, Charley? Slaap je nou?

Charley ademt niet meer. Ze is langzaam gestikt tussen de troostborsten van Taar. Wat erg. Als Taar Charley los wil laten zakt deze als een slappe plumpudding op de grond. Vlug kijkt Taar in de rondte. Heeft iemand haar gezien? Nee, gelukkig niet. Ze schuift haar grote voeten onder Charley en duwt haar richting de kade van de Amstel. Dat gaat een beetje moeilijk. Ze buigt door haar knieën, doet haar armen onder de oksels van Charley en sjort Charley over de stoep richting het water. Met een flinke hijs gooit ze Charley in de plomp. Nog geen moment later fietst er een oude vrouw voorbij. Vriendelijk zegt Taar de oude vrouw gedag en gaat fluitend verder met haar werk. Ze worstelt geen moment met wroeging. Dat deden haar voorvaderen immers ook nooit.


Butseieren / Actualiteiten / 20-03-2013

Alfons Butzen is woordvoerder van eierverwerker Moos-Butzen in het Duitse Viersen. Ze verwerken gekleurde eieren. Vooral rond de paasdagen zijn dit soort eieren zeer populair. Dit is heel verwarrend voor kleine kinderen en schoolgaande jeugd in Duitsland. Waarom? Nou heel eenvoudig. Zij denken dat gekleurde eieren uit gekleurde kippen komen? Vreemd? Helemaal niet. Recent onderzoek in Oostenrijk heeft uitgewezen dat kleine kinderen en schoolgaande jeugd overtuigd zijn dat alle koeien paars zijn. De verklaring is heel simpel. Hun voorstellingsvermogen van een koe, bleek zich te beperken tot de voorstelling van een Milka koe. Wat reclame al niet te weeg kan brengen?

Terug naar meneer Alfons Butzen van Moos-Butzen. Een aparte naam voor een eierenfirma. Als je eieren te butst krijg je moos. Geen boerenmoos maar eierenmoos. Voor notoire ABN-ers onder ons, geen boerenmoes maar eierenmoes. Dat geeft behoorlijk troep. Het beschilderen van eieren vraagt om grote waakzaamheid en voorzichtigheid. De werknemers bij eierverwekker Moos-Butzen worden zorgvuldig geselecteerd. Het is geen sinecure om eieren te beschilderen zonder ze te butsen. Het is en blijft handwerk. Een selectiecriterium bij de aanname van nieuwe medewerkers is dan ook de beschikking hebben over zachte en vooral vaste handen. Een eierenverwerker mag absoluut geen losse handjes hebben.

Terug naar meneer Alfons Butzen. Hij deed voor zijn firma onlangs onderzoek naar de verkoop van gekleurde eieren in Nederland. Ja, ja. Hij butste met zijn firma over de grens, want Nederland is een dankbaar afzetgebied. Althans een gedeelte van Nederland. Het zuidelijke deel. Dit bourgondische deel van Nederland lust er spreekwoordelijk gekleurde pap van. Het kostenplaatje bleek uiteindelijk doorslaggevend te zijn in dit bizarre Noord- Zuid grensverschil. De noordelingen vielen namelijk over de prijs. Gekleurde eieren kosten 5 cent meer dan normale eieren. Zij besloten dan ook collectief om met Pasen niet over gekleurde eieren te lopen. Ze lieten ze links liggen. Best wel zonde, zo’n kleurloos Pasen.

Tot slot de hardgekookte cijfers. Tijdens de paasdagen eten Nederlanders circa 35 miljoen eieren. Twee per persoon. Ter vergelijking. Buiten de paasdagen eten Nederlanders twee eieren per week. Het Productschap Pluimvee en Eieren rekende uit dat wij in 2012 per persoon 192 eieren aten. In 2000 waren dat er nog 180. Een snelle rekensom leert dat de Nederlandse eierconsumptie jaarlijks toeneemt met één ei. Let wel, de getallen zijn inclusief de eieren die verwerkt worden ijs, koek, deegwaren en pasta's. In 2012 hebben Nederlandse legkippen ruim 10 miljard eieren gelegd. 64 procent daarvan was scharrelei, het aandeel vrije uitloopeieren bedroeg 14 procent, 4 procent was biologisch. Daar mogen we in ons kikkerdrillandje toch best wel trots op zijn. Zowel in het Noorden als in het Zuiden. Zelfs de oosterburen zijn zeer content. Aldus Alfons Butzen.


Kopmelding / Fictie / Vervolgverhaal 18/20 / 25-03-2013

Bikkelhard is Taar. Een stevige tante met ruwe bolster. Al bijna dertig jaar bouwvakker. Haar borstspieren zijn van staal. Van het bukken, stenen sjouwen en het vele timmeren. Ze beseft ineens dat ze haar borstkracht zojuist behoorlijk heeft onderschat. Och arme. Het was zo’n lief en intelligent meissie, die Charley. Jammer dat Taar zelf zo dom is geweest daar niet bij na te denken. Het is ook lang geleden dat ze iemand tussen haar borsten heeft gekoesterd. De laatste was een Londenaar, een hunk, een rosse womanizer. Die had ze drie jaar geleden uit de kroeg opgepikt. Hoe heette hij ook alweer? Nick, ja Nick heette hij. Die wist haar borstkracht wel te waarderen. Tot op zekere hoogte. Ha, ha. Tara denkt terug aan de mooie hoogtepunten die ze met Nick beleefde. Die eindigden steevast in spetterende fonteinen. Schattig was ook altijd de reactie van Nick achteraf. Haar Russische inborst bezorgden hem telkens rode koontjes. Een schattig gezicht, de rode koontjes onder zijn rossen krullen. Zucht. Dat waren nog eens tijden.

Johnnie, hee Johnnie! Kijk eens wie daar achter bij de Magere Brug zit te klussen? Ik verwed er mijn pet onder dat het Taar is. Je weet wel, die Russische hete donder. Ken je ze nog? Zou die misschien iets gezien of gehoord hebben?

Sjaak en Johnnie van politiebureau Prinsengracht zijn druk doende met een buurtonderzoek op aandringen van hoofdrechercheur Koploper en lopen langs de Amstelkade bij de Magere Brug. Op hetzelfde moment dat Sjaak naar Johnnie roept gaat de walkietalkie van Johnnie af. In het scherm van de walkietalkie verschijnt code 12: Kopmelding. Het is hoofdrechercheur Koploper die contact zoekt. Johnnie drukt de spreekknop in en luistert.

Hoi Johnnie, Kop hier. We zitten hier midden in een politieverhoor met familie Korteindje. De zoon van de Korteindjes vertelt ons net dat hij zijn zusje het laatst contact heeft zien maken met een bouwvakker bij de Magere Brug. Zoek onmiddellijk uit wie die bouwvakker is en waar die zich nu bevindt. De bouwvakker meenemen naar het bureau voor onderzoek. Einde bericht.

Dat is wel heel toevallig. Een kruising van wegen. Eerst ziet zijn collega Sjaak bij de Magere Brug Taar, de Russische bouwvakker zitten en op hetzelfde moment doet Kop via de walkietalkie een verzoek op zoek te gaan naar een bouwvakker bij de brug. Een plus een twee. Tara moet de bouwvakker zijn die door Kop wordt gezocht. Sjaak en Johnnie lopen linea recta naar Taar.

Hee Taar, dat is lang geleden. Flink aan het bijbeunen? Of is dit tegenwoordig jouw hoofdprofessie? Je ramt er behoorlijk op los, op die stoep. Ik dacht dat jij bouwvakker was en geen stratenmaker?

Taar kijkt schuin naar achteren en ziet Sjaak en Johnnie staan. De lulletjes rozenwater van bureau Prinsengracht. Twee aangeklede baby’s. In gedachten ziet Taar Sjaak en Johnnie in twee rompertjes voor zich. ‘Here comes trouble’, staat op hun borst geschreven. Ha, ha.

Hallo lullo’s, ik ben hier serieuze ambacht aan het verrichten. Dus graag wat meer respect voor dit mooie vak ja. Als bouwvakker moet je ook wel eens een stoep repareren. Daar is niks mis mee. Het straten maken is me naast het bouwvakken met de paplepel ingegoten. Maar vertel eens, jullie komen hier niet om mijn werkzaamheden te bewonderen. Wat kan ik voor jullie betekenen?

Dat is heel simpel Taar. Kop wil jouw even op het bureau spreken in verband met de dood van een klein meissie. Die hebben we opgedregd onder de Magere Brug. Hoe lang zit jij hier al te werken?

Vanaf vanmiddag twee uur, hoezo? Ik heb niets gezien of gehoord hoor? Een meissie verdronken? Wat heb ik daar mee te maken? Laat mij gewoon mijn werk doen mensen.

Niks daarvan Taar. Je zult echt even met ons mee moeten naar het bureau. Dus gooi je spullen in je gereedschapskist en meekomen. Nu.

Langzaam pakt Taar haar spullen bij elkaar en vraagt zich af hoe ze deze situatie het beste kan aanpakken. Ze mag dan wel een koele Russische tante zijn, een ontmoeting met Kop daar zit ze bepaald niet op te wachten.


Confrontatie / Fictie / Vervolgverhaal 19/20 / 25-03-2013

Mevrouw Broborski, dat is alweer even geleden dat wij elkaar gesproken hebben. Gaat u zitten. Mijn collega’s hebben u al op de hoogte gesteld van de reden van dit gesprek. Daarom kom ik maar meteen to the point. Het schijnt dat u degene bent die het laatste contact heeft gehad met Charley Korteindje, het meisje dat vanavond is opgedregd uit de Amstel bij de Magere Brug. U was nog laat aan het werk. Charley Korteindje zocht contact met u. Hoe is dat contact verlopen?

Taar Broborski weet even niet te reageren. Haar hersenen draaien overuren. Wie heeft gezien dat zij met Charley gesproken heeft? Volgens haar niemand. Het was vrij rustig bij de Magere Brug toen Charley haar aansprak. Zou het die oude mevrouw op de fiets zijn geweest die de politie heeft ingelicht? Maar die begroette haar alleen maar heel beleefd. Die heeft onmogelijk iets kunnen zien. Taar besluit de onnozele te spelen.

Ach rechercheur, zegt u maar gewoon Taar hoor. We kennen elkaar toch goed? Ik heb u laatst nog geholpen met uw probleempje. Weet u wel?

Ze geeft een vette knipoog aan rechercheur Koploper. Ondertussen glijdt ze onder de tafel met haar rechterkuit langzaam prikkelend achterlangs de linkerkuit van de rechercheur. Het liefst had ze met haar pumps wat hoger tussen de benen van de rechercheur gestreeld, maar helaas, ze draagt nu bouwvakkerkistjes. Niet zo gepast voor amoureuze toenaderingen.

Mevrouw Broborski laten we bij de les blijven. Mijn probleempje heeft u inderdaad goed verholpen. Nu wil ik echter uw hulp inroepen bij deze delicate kwestie. Graag uw antwoord.

Nou rechercheur, als u het zo formeel wilt stellen, ik kan kort en bondig zijn. Ik heb geen contact gehad met … Hoe zei u ook alweer dat ze heette? … Charley? … Juist ja. Met Charley. De naam en het meisje zeggen mij niets.

De deur van de verhoorkamer gaat open en de hoofdrechercheur stapt binnen. Ze fluistert Koploper wat in ’t oor. Het enige dat Taar kan opvangen is iets over Zaanse methode. Zaanse methode? Nee, niet de Zaanse verhoormethode. Maar helaas, het is te laat. Ze kan geen kant meer op. Na de korte briefing verlaat de hoofdrechercheur de verhoorkamer. Koploper ziet dat Taar er nerveus bij zit.

Wel mevrouw Broborski u heeft de keuze. U kunt gaan voor een confrontatie of we houden u een paar dagen vast voor verdere ondervraging. Het punt is namelijk dat u gezien bent door de broer van het slachtoffer. Waar kiest u voor? U kunt natuurlijk ook gewoon bekennen dat u contact heeft gehad met het slachtoffer?

Taar denkt na. Die broer heeft ze helemaal niet gezien. Charley was alleen. Zeker weten. Een confrontatie zou misschien in haar voordeel kunnen werken. Vrouwelijke bouwvakkers zijn best moeilijk te vinden. Aan de andere kant. Als Koploper de ondervraging doet, dan valt er vast nog wat te sjoemelen. Het probleempje van Koploper speelt hem vrijwel dagelijks parten. Dat weet Taar heel zeker. En zij is de aangewezen persoon om Koploper bij zijn probleempje te helpen. En ja. Voor wat hoort wat.

Wie gaat de ondervraging doen, Koploper? Doe jij dat zelf?

Nee mevrouw Broborski, de hoofdrechercheur heeft mij zojuist verteld dat zij de ondervraging graag zelf doet. Ik had het liever anders gezien, maar helaas heb ik daar geen invloed op.

In dat geval ga ik voor de confrontatie Kop. Laat maar zien wat voor assortiment bouwvakkers je voor de line-up hebt. Ik ga er wel van uit dat de line-up vanavond nog plaats vindt.

Geen probleem mevrouw Broborski. We kunnen onmiddellijk beginnen. Volgt u mij maar.

In de line-up kamer staan reeds vijf bouwvakkers klaar. Taar vraagt zich af waar ze die zo snel bij elkaar getimmerd hebben. Waarschijnlijk via een Pools uitzendbureau. Ze hebben allemaal vierkante koppen. Net als Taar. Shit, denkt ze, als dit maar goed gaat komen. Ze neemt plaats op positie vier. Het zweet staat op haar voorhoofd. Ze veegt het snel weg. Het aftellen is begonnen. Boven de spiegelraam tikken de secondes weg. Ze heeft nog dertig seconden. Dan begint de confrontatie.

Attentie, attentie, beste mensen van de line-up. Willen jullie je alstublieft even omdraaien, op de knieën gaan zitten en dan eventjes over de linkerschouder naar de spiegelraam kijken. Ja. Zo ja. Dank u wel.

De intercom klinkt koud en ijzig. Met lichte tegenzin gaat Taar door haar knieën. Aan de andere kant van de spiegelraam speurt Muts de bouwvakkersdecolletés een voor een af. Zijn keuze is gauw gemaakt. Resoluut wijst hij Taar aan. Zij is de bouwvakker waar zijn zussie contact mee zocht. Geen twijfel mogelijk. Het zwarte harige gat dat hij samen met Charley zag aan de kade bij de Magere Brug staat weer volledig geprojecteerd op zijn netvlies.

Attentie, attentie, beste mensen van de line-up. Jullie mogen de ruimte verlaten. Bedankt.


Vonnis / Fictie / Vervolgverhaal 20/20 / 25-03-2013

Beste Taar, ik wil het lot niet tarten, maar volgens mij heb je wel iets uit te leggen aan ons?

Maar niemand tart Taar. Wie denken ze wel dat ze zijn daar bij politbureau Prinsengracht? Taar besluit te gaan voor de waarheid. De waarheid en niet anders dan de waarheid. Ook al getuigt de waarheid in dit geval van grote warheid. Waarheid in de war. Maar dat mogen ze zelf oplossen aan de Prinsengracht.

Wel Koploper, ik zal je de waarheid vertellen. Of beter gezegd, de taarheid. Je kunt het geloven of niet maar zo is het gegaan. Vorige week zondag werd ik gebeld door een stille aanbidder van mij. Ja, ja, Koploper, ze bestaan nog steeds, aanbidders van mij. Nick Roeg, om precies te zijn. Ja die bekende filmregisseur. Hij vroeg me om een gunst. Of beter gezegd om een afgunst. Hij was namelijk stik jaloers op de familie Korteindje. Die zou hij dit weekend treffen voor de première van het toneelstuk ‘Niet terugkijken’. Deze toneelversie van zijn beroemde film zou naar alle waarschijnlijkheid alle kijk- en bezoekcijfers van de afgelopen decennia overtreffen. Daar had Roeg op zich geen moeite mee. Maar wel met de big smile die hij dan het godganse weekend op het gezicht van Jopie Korteindje zou moeten zien. De enige manier om die grijns van Joop’s gezicht af te krijgen was door hem te raken in het diepst van zijn ziel. Een verschrikkelijke gedachte kwam in zijn hoofd. En bij die gedachte kwam ik in beeld. Roeg wilde een van de familieleden Korteindje kwetsen. En ik moest hem daarbij helpen. Roeg vroeg aan mij of ik aan de kade bij de Magere Brug bouwvakkerwerkzaamheden wilde uitvoeren. Hij wist dat kleine dochter Charley een zwak had voor bouwvakkers. Ze speelde thuis altijd met Play Mobiel. Bob de Bouwer was haar grote held. Ik hoefde niets anders te doen dan in gesprek te gaan met Charley en dan iets vervelends met haar uit te spoken. Haar te kidnappen of zoiets. Ik hoefde alleen maar een napje voor het kind te houden en dan te wachten op haar reactie. Maar zover kwam het helaas niet. Nee. Ik raakte hevig ontroert door het emotionele verhaal dat ze mij vertelde. Het was een aandoenlijk verhaal van een lief en intelligent meissie. En ik. Ik. Ik heb haar geplet. Geplet tussen mijn grote bouwvakjoekels. Ja Koploper. Je kent ze wel. Ook jij hebt ze ooit ontmoet. Ze kunnen het een en ander behoorlijk afknellen. Ook jij hebt kennis gemaakt met de ongelofelijke taarheid van mijn borsten. Ook jij bent er bijna in gebleven. Maar echt Koploper. Er was hier echt geen sprake van opzet. Het spijt me heel erg. Ik heb Charley in het water gedumpt. Met tsaarse koelbloedigheid. Ik heb in paniek al mijn emoties uitgeschakeld. Triest maar waar. Wat nu? Kun jij me hier nog uit redden?

Tja Taar. Ik vrees van niet. Mijn probleempje heb jij goed weten op te lossen. Maar helaas kan ik aan het jouwe geen puntje zuigen. Ik denk dat je de waarheid onder ogen moet zien. Of zoals je het zo mooi zegt, aan je eigen warheid. De taarheid van je borsten gaat je ook niet meer verder helpen. Laat het los. Het zij zo.

Na een langdurig proces om alle waar- en warheid te ontwaren en ontwarren kwam er een uitspraak in de rechtszaak ‘Lost’. Het oordeel van de rechter luidde als volgt.

Beste mensen. Slachtoffer Charley is in een vlaag van emotieverbijstering onfortuinlijk gestikt in een borstpartij van medelijden. Aangezien het slachtoffer weinig pijn heeft geleden en zelf het spoor al jaren bijster was, en hier benadruk ik even de vertolking die het slachtoffer gaf in haar rol als Christine in de toneelbewerking van ‘Niet terugkijken’, die eigenlijk ook tevens een vertolking was van haar eigen gemoedstoestand, is haar uiteindelijk levenslange ellende bespaard gebleven. Niemand mag het leven nemen van een ander. Niet expres en ook niet per ongeluk. Het is daarom dat ik u, mevrouw Broborski, schuldig acht voor doodslag en ik u veroordeel tot een gevangenisstraf van vijf jaar. De heer Koploper zal u bijstaan bij deze lange celstraf. De heer Nick Roeg wordt vrijgesproken voor medeplichtigheid aan doodslag. Met deze kanttekening dat hij nooit meer Taar mag tarten en geen enkele goden mag verzoeken.

Familie Korteindje besloot niet in hoger beroep te gaan tegen het vonnis. Zij liet de zaak rusten en droeg het geleden leed met gepaste eerbied. Charley werd begraven in haar mooie rode Venetiaanse regenjas. Van Nick Roeg werd nooit meer iets vernomen. Muts nam afstand van zijn familie en belandde op het foute pad. Maakte carrière op de Wallen en runt sinds kort een pornopaleis. Joop en Janneke maakten na de rechtszaak een lange reis naar Afrika. Janneke stortte tijdens de reis volledig in. Zij bleef voorgoed in Afrika waar zij volledig in de ban van voodoo raakte. Joop regelde thuis de scheiding en stortte zich op musicals en goede doelen. Een grote som van zijn vermogen besteedde hij aan de toekomst van zijn verloren zoon Arno. Een miniproject voortvloeiend uit een klein uitstapje met Hellen, de vrouw van Roeg.


Columns van Harrie zijn geschreven aan tafel bij Mien. Harrie is een auteur en tafelvriend van Mien. Van november 2010 tot maart 2016 publiceerde Harrie ook columns op de website van ColumnX.
Harrie’s columns zijn gebaseerd op oude personages uit TV-series Catweazle en Doctor Who. De Britse acteurs Tom Baker en Geoffrey Bayldon vormen zijn inspiratiebron. Daarnaast maakt Harrie ook graag filosofische en sportieve uitstapjes.

27-03-2013

Zinloos

Woordspeling. Vondst. Vertaling. Nachtmerrie. Stro. Pillen. Rust. Deksels. Wekkerlawaai. Oorpijn. Volume. Zacht. Blaaspijn. Shit. Opstaan. Koud. Pantoffelspeurtocht. Trapleuning. Missen. Glijpartij. Huppel. Stuit. Bont. Taalverkrachting.

Toiletgang. Brildaling. Broekhoest. Zuchtlawine. Handdweiltje. Doortrekken. Blind. Bilschraalheid. Zalfje. X-loopje. Trapleuningklim. Badkamerbezoek. Spiegelpret. Weegschaallol. Scheerschuimoorlog. Gebitsinspectie. Pukkelpoets. Inloopkamer. Klerenkast. Sokkenlade. Onderbroekenlol. Hemdjesdag. Truienfanfare. Brillenjacht. Horlogebandjegatenpaniek. Gordijnentrek. Dekbedluchting. Trapafdaling. Bibberknie.

Boterhammenkastje. Koelkastplankje. Doorgeefluik. Botermesje. Marmelade. Plokworst. Koffieleuter. Bruin. Donkerbruin. Zwart. Krantennieuws. 3FM. Gielpijn. Dansje. Geil? Goedemorgen! Autosleutel. Sneeuwgeschuif. Stoelverwarming. Fileleed. Snijden, Duwen, Middelvinger. Stuurgetyp. Toetsenbordplagerij. iPadzending. Latermelding.

Townmeeting. Hoi. Hoi. Hallo. Goedemorgen. Dorpsgeleuter. Winkelwerk. Aanpoten. Pauze. Winkelwerk. Dorpsgeleuter. Bureauordening. Perforator. Papercliphouder. Nietnakkesnadatoestel. Stekkerdoos. Zuigstroom. Acculading. Ipadvoer. Gedagzegging. Houdou. Doeg. Ciao. Huiswaarts. Fileleed. Snijden. Duwen. Zagen. 3FM. Koen. Sander. Ridders. Kabouters. Bierpaulen. Stoomgetoeter. Weekendvreugd.

Hereniging. Weekendkus. Wijnmisbruik. Knaagbehoefte. Chipverzet. Hongerloos. Zaterdag. AHbestorming. Autoboen. Schoonmaakdrift. Zondag. Bezoekziekte. Bankgehang. Wandelnood. Zondagshap. TVdiner. Draadjesvlees. Studiobocht. Voetbalballet. Tandgestook. Flosgedrag. Instorting. Doucheplezier. Stoomcabine. Longenlucht. Saunapret. Warmvleesballade. Ballenjeuk. Wipwaplol. Pyjamaworsteling. Wekkerwacht. Nachtval. Walhalladroom. Gelukzaligheid. Zinnenloos. Woordvol.

18-03-2013

Afvalrace 11: Badkamerleed

Mijn badkamerspiegel durft me niet meer aan te kijken. Hij schaamt zich voor mij. Ik heb een bijzondere band met mijn spiegel. Tot voor kort wisten we altijd goed met elkaar te communiceren. Maar de laatste tijd is de liefde ver te zoeken. Hij schimpt en scheldt telkens als ik voor hem sta. “Je ziet er niet uit? Dat jij nog naar buiten durft?”

Gelukkig ben ik wel wat gewend. Met dit soort loze kreten valt nog te leven. Totdat ik vanochtend de badkamer binnenstapte en mijn spiegel compleet uit zijn plaat ging. “Ik kan het niet meer aan. Heb je geen handdoek om over mij heen te gooien? Echt, ik kan jouw spiegelbeeld niet meer zien. Vetzak!”

De maat was vol voor mij. Dit pik ik zelfs niet van mijn beste vrienden. Met een grote schroevendraaier ging ik hem te lijf. Hij schreeuwde moord en brand. Maar hij was nu echt te ver gegaan. Met grote voldoening schroefde ik hem los van de wand. Hij kon geen kant uit en dat besefte ie terdege. Beteuterd liet hij zich opbergen in de grote kast op de slaapkamer. Lekker poeh. De koekenbakker. Mij een beetje voor gek zetten. Wie denkt ie wel dat ie is?

Terug in de badkamer spoelde ik op de automatische piloot gezicht en oksels schoon. Met mijn vingerborstel krabde ik wat platgeslapen plukjes haar op mijn hoofd in model. Een kam had ik allang niet meer nodig. Ik poetste mijn tanden en trok een schone onderbroek aan. Het badkamerritueel was bijna op z’n eind. Totdat de weegschaal zich opstandig voor mijn voeten gooide. “Zeg, muts, weet jij wel wat voor een dag het is? Je kunt mijn vriend de spiegel dan wel opbergen in de klerenkast, bij mij gaat dat niet lukken hoor?” Ik keek mijn weegschaal aan en dacht: ‘nee, nee, niet nog zo’n criticaster op de maandagmorgen’.

Ik stapte een stukje opzij. Maar de weegschaal liet niet los. Overal waar ik maar mijn voet wilde zetten dook ie vliegensvlug onder mijn voetzool. Het moet een gênant gezicht geweest zijn. Springend in mijn onderbroek in de badkamer. Alsof ik mijn voeten brandde. “Ga weg, lepe schaal, ik heb geen trek in jou!” Het mocht niet baten en mijn grote vriend de weegschaal diende mij onmiddellijk van repliek. “Het is half maart het is alweer een half jaar geleden dat je mij beklommen hebt, stoethaspel! Je weet dat ik niet van negeren houd. En je hebt beloofd om mij jaarlijks van nieuwe batterijen te voorzien!”

De weegschaal liet me geen keus. Hem opbergen had geen enkele zin. Hij zou nog meer moord en brand schreeuwen dan mijn spiegel. Snel stak ik twee batterijen in zijn platte kont. Een kont waarop ik jaloers was. Mijn weegschaal zag het en begon me keihard uit te lachen. “Als je nu eens gauw weer gaat wiebelen met die kont dan maak je het mij ook wat minder zwaar.” Daar had de weegschaal een punt. Maar ik liet dat niet doorschemeren. Dat was mijn eer te na. Snel trok ik de deur van de badkamer dicht.

Ik besloot die avond sinds lange tijd weer eens te gaan wiebelen. Altijd spannend. Zou ik mijn eigen gewicht nog kunnen dragen? En zo ja, hoe lang en hoe snel?
Snel kleedde ik me aan op de slaapkamer. Uiteraard in alles verhullende kledingstukken. Zwart, dat kleed in ieder geval af. Vanuit de klerenkast klonk hard gesnik. Mijn spiegel huilde tranen met tuiten. Zijn plaatsvervangende schaamte was tenenkrommend. Onder de kastdeur door sijpelde langzaam waterig verdriet. Het enige dat ik kon doen was vluchten. Mijn wintervet snelde onder luid protest, blubberend achter me aan.

Mien Spiegelbeeld >
http://www.youtube.com/watch?v=apJ7YGf_ufU

Gewicht 04-11-2005: 88,00 kilo
Gewicht 02-12-2005: 86,50 kilo
Gewicht 23-12-2005: 86,29 kilo
Gewicht 27-01-2006: 87,00 kilo
Gewicht 01-04-2006: 86,50 kilo
Gewicht 19-07-2006: 86,50 kilo
Gewicht 06-09-2010: 90,00 kilo
Gewicht 14-10-2010: 86,00 kilo – - – Middelomtrek: 105 cm
Gewicht 09-12-2010: 84,00 kilo – - – Middelomtrek: 103 cm

Consonantische fonemen

Voor mij ligt de vraag. Maak ik boos of maak ik blij? Lachend kies ik dit keer voor de boosheid. Ik doop mijn pen in zwarte inkt. Duizend gedachten flitsen door mijn hoofd, ze persen zich vol overtuiging door de napjes van mijn hersententakels. Ik kan niet zeggen dat ik ze met open armen ontvang. Eén boze, één hele boze gedachte neemt mij volledig in beslag.

Ik ben bang, bang voor deze boze gedachte en toch speel ik hem uit. Ik weet niet beter, hij borrelt heftig in mijn hoofd. Wat rest is destillatie en vertaling naar een schriftelijke vorm. Van platte tekst naar schietgebed, van column naar pamflet. Oratio de hominis dignitate. Een oratie over de waardigheid van de mens. De mens een dier. Het dier een columnist.

Bestiaal is de columnist die dierlijk zijn verhalen koketteert. Die flirt en pronkt met alle letters van het alfabet. Wat zou ik hem eens graag vastnagelen, met klinkers aan zijn medeklinkers. In het hart van zijn eigen lettergreep wil ik hem treffen. Ontdoen, onsetten van consonantische fonemen. Met categorische perceptie wil ik hem pijnigen. Zijn tong laten struikelen over onmogelijke labiale stemhebbende plosieven.

Gorgelend en keel hoestend, in brute samenzang met wel duizend occlusieven, zullen alle plofklanken in zijn barbaars gehemelte een pijnlijke obstructie vormen. Het huigje kneden heeft geen enkele zin. Op de taalpijnbank zal ik al zijn taalobstructies wegsnijden met gouden stemvorken- en messen. Zodoende zal door een aangepaste articulatie van fricatieven, sprake zijn van een gedeeltelijke vernauwing van het spraakkanaal. Hier zal nog sporadisch enige lucht langs kunnen stromen.

Dat moet de columnist toch benauwen, zou je denken. Niets is minder waar, het brengt de columnist alleen maar op ideeën. Een groter plan zal hij bedenken, boosaardig of in blijheid. Triomfantelijk zal hij het neerpennen en met humor en satire zalven. Geneeskundig, krachtig zal hij dokter spelen in ons brein. Oedipussen en Elekra’s los pulken. Krachtig zal hij terugslaan met gevederde pen, gedrenkt in zoete olie. Ach, een beetje columnist zet alle werelden in vuur en vlam.

Zijn brandende liefde slaat voortdurend kolkend om zich heen. Is alleen te temmen in zijn oorsprong. Van origine is de columnist een heetgebakerd typje. Een publiek figuur verword hij zodra hij zijn hoofd boven het maaiveld steekt. Medecolumnisten zijn dan stik jaloers. Jaloezie doet grote wonderen, stimuleert boosaardigheid, laat creativiteit ontplooien. Ze schrijven, pennen, toetsen bord, ontvouwen lettergrepen. Met worstenvingers en pianohandjes. Ontneem een columnist zijn inkt en wapenvingers. Sterven zal ie dan. Heel stilletjes, monddood.

15-03-2013

Horizontaal nieuws

Ik moet er telkens om lachen. Als het nieuws weer in mooie pakjes naar mij toe gebracht wordt. Liefst in rode en paarse jurkjes. Lekker sexy. Nee, nee, ik neem het nieuws niet op de hak. Daarvoor is het veel te spitsvondig. Maar eerlijk is eerlijk, het nieuws van alle dag is langzaam toe aan een behoorlijke facelift.

De inhoud mag dan van repeterende aard zijn. De kijker wil toch altijd een beetje verrast worden. Anders beklijft het nieuws niet. Ik weet niet of het u al is opgevallen. Maar het nieuws gaat ook steeds sneller. Vaak zo snel als een lopend vuurtje. Gevoed door sociale media en andere snelle boodschapbrengers, haalt de roddel het echte nieuws al bijna in. Dat gaat ten koste van de inhoud. Zou men denken. Langzamerhand is het nieuws verworden tot Olympische sport. Voor alle brengers van het nieuws is meedoen bijna net zo belangrijk als het eerste zijn. Het gouden nieuws gloort.

Gelukkig had het Nederlands nieuws dit tijdig in de gaten. Het nieuws moest sneller gebracht worden. Langzaam, heel langzaam, behoedzaam, doordacht en nog een beetje aarzelend rekte het nieuws zich op uit zijn stoel en ging rechtop staan. Dat was effen wennen. Het voelde ongemakkelijk. Het nieuws met beide benen op de grond. De achterban, de redactie, ze zweetten peentjes. Het nieuws moest nu wel echt kloppen. Vooral de nieuwsbrengers konden het nog niet goed bevatten. Ze voelden zich niet op hun gemak. Zat de lange broek wel goed? Plooide het jurkje naar behoren? Als ik nu maar niet struikel. Sta ik op het goede kruisje? Welke camera vertrouw ik mijn nieuwsblik toe?

In de Nederlandse huiskamer nam men het lopend nieuws met argwaan waar. Speelden de nieuwslezers nu verstoppertje met de camera’s? Hallo, hier sta ik? Het positiespel leidde af van de boodschap. De producer greep weer in. De studio nog groter maken, dat was de oplossing. De inhoud en het weer scheiden. Twee praatpalen neerzetten. Dat was de oplossing. En dan ook nog samen grappen. Koddig nieuws leveren. Opleuken die repetitie van nieuwsflitsen. Met boerennuchtere Hollandsheid. Het nieuws verpakt als lopend vuur in rood en paars dat zou de kijker wel wakker schudden.

Nu is het alleen nog maar wachten op de volgende ontwikkeling. Het nieuws verkoopt zichzelf al lang niet meer. Het is veel te vluchtig geworden. Het laat zich vanachter troebele schermen prostitueren. Waar is het duurzaam nieuws gebleven? De groene vertrouwde informatiestromen? Ik wil nieuws dat aardt en ankert. Dat rustig binnenkomt, langzaam verteert en heel, heel eventjes blijft liggen. Horizontaal nieuws. Sexy mag, slaapverwekkend niet en zeker niet repetitief.


Inzending voor Wedstrijd: Column Schrijven. Georganiseerd door Kunstkwartier in Helmond.
Op donderdag 14 maart vond de prijsuitreiking plaats in Lokaal42.
De columns van onderstaande prijswinnaars werden voorgedragen.
Klik hier voor een filmpje van de prijsuitreiking op YouTube.
1) Anja Kwarten – Tante Door
2) Maria van de Looverbosch – De krabbenmand en ‘t haakje
3) Jaap Mettau – Vaarwel Itterestraat
Extra prijs: Maria Smit – De collectant (gepubliceerd op De weblog van Helmond)

11-03-2013

Uitdeelvrouwtje

Twee appels liggen naast me op het bureau. Geboren uit mahoniehout. Roodglanzend blinken zij in flauw maarts licht. Zij slapen nog een beetje, stilletjes in het donkerte van hun ogen dicht.

Vanmiddag eet ik ze op, als toetjes na de lunch. Een dagelijks terugkerend ritueel, met collega’s samen eten. Smaakvol maar niet altijd veelzeggend. Boven creatieve fruit- en groentehapjes zindert stilte triestig rond.

Zo af en toe wordt er schaapachtig gelachen om berichten uit de Metro, soms ook vierkant spits. Collega’s dringen horoscopen in rijtjes aan mij op. Met dank aan bus, tram, trein en metro raakt een telegraaf op deze wijze zijn roddelblaadjes in no time kwijt.

De uitdeelvrouw staat er wat verloren bij en groet vanuit haar automatische piloot. Nooit vliegt zij uit tegen onbeleefde klanten om hen eens flink de oren te wassen. Dit soort gedachtes spoelt nimmer door haar goed gemutste hoofd.

Het liefst was zij machinist geworden, koploper van haar eigen trein. Een carrière op de rails. Alles mooi gevat in goede banen. Het heeft niet mogen zijn, dagelijks leest zij haar eigen Spits en Metro, op zoek naar juiste vacatures.

Referenties heeft zij meer dan genoeg. Zij schudt ze dagelijks de hand, da's makkelijk zat. De uitdeelvrouw beschikt ook over voldoende competenties en in communicatie is zij een kei. In woord en schrift is zij kraakhelder, duidelijk, compleet en rotsvast.

Ja zij, ja zij alleen is de ultieme kandidaat, op haar valt sowieso te bouwen. Nu nog gauw een vacature vinden, de rest is slechts een kwestie van geluk en heel, heel veel vertrouwen.

Mien deelt uit