30-09-2014

Columns van Harrie (September 2014)


Hem Lui / Uitdaging van de maand / 09-09-2014

Een, twee, drie, vier, vijf, ik tel tot driehonderd. Dat is nodig. Daarna neem ik een besluit. Brizzl djeu, ik ben nog steeds verbaast over de uitnodiging. Het maakt me nerveus. Of ik wil deelnemen aan een reünie van mijn lagere school uit Bretagne? Dat is lang geleden. Gedachten gaan ver terug,

L’école élémentaire la Chanterelle. Onze, douze, treize. Wat zal ik toch doen? En wat als ik Hem tegen kom? Die koekenbakker die mij het leven op de lagere school zuur maakte. Hem Lui, op z’n Frans uitgesproken, Louis. Op z’n Nederlands uitgesproken, ui. Lui, hij was helemaal niet lui. Hij pestte dat het een lieve lust was. Met een grote sikkel zat hij altijd de hele klas te stangen. Hem Lui.

Ik weet het nog niet. Achttien, negentien, twintig. Een lastige. Ik kan het natuurlijk aan Raakhout vragen. Hij was er toen al bij, mijn lieve oude wijze pad. Hij dient nog steeds als padwijzer? Nu weer. Raakhout wil er niet van weten. Hij kan zich Lui maar al te goed herinneren. Dat vervelende jongetje dat hem probeerde te villen, met een sikkel. Had hij niet een bijnaam, iets van Panoramix? Hij had als eerste in de klas een baard. Zo’n klein donsje. Wat zou er van Hem Lui geworden zijn?

Zal ik dan toch maar gaan? Maar wat als Hem Lui is doorgeschoten, naar het criminele circuit? Dat zou zo maar kunnen. Ik heb me laten vertellen dat ie later ook het zwaardere spul niet schuwde. Kalasjnikovs en zo. Ik sla mijn boskrant ‘Gazellig’ open, voor het laatste nieuws. Gris mich nich, dat is toevallig. Lui prijkt op de voorpagina. Iets met Kalasjnikovs, Irak en IS en vechten en oorlog. Hij is oud geworden, Hem Lui. Ik besluit uiteindelijk toch maar niet te gaan. Iets te gevaarlijk.

Geschreven n.a.v. schrijfopdracht op ColumnX, van professioneel schrijfcoach Hella Kuipers (http://heldenreis.nl):
Vanavond ga je naar een reünie van jouw lagere school. Je bent erg nerveus.
Kies voor één van de onderstaande mogelijkheden om uit te werken:
-Je beschrijft iemand waar je een enorme hekel aan had óf
-Je beschrijft iemand , die je niet meer herkend, tot... óf
-Je beschrijft iemand bij wie je 'vol' schiet, op het moment dat deze in je blikveld komt.
Deze opdracht dient in 300 woorden uitgevoerd te worden.



Reüniëren / Uitdaging van de maand / 11-09-2014

Ik schuif langzaam aan in het bankje. Het reüniëren kan beginnen. Ik heb me goed voorbereid. Met een kleine tijdmachine heb ik de tijd opgezocht waarin we toen leefden. Een portrettekenaar, heb ik profieltekeningen laten maken, naar aanleiding van de klassenfoto. En verdomd. Wat zijn ze goed gelukt. Alleen die namen? Ik heb me suf gepiekerd. Er kwam geen enkele naam bovendrijven. Het reüniëren wordt voor mij een hernieuwde kennismaking.

De reünist waarlangs ik ben aangeschoven kijkt mij verbaast aan. Is het vanwege mijn kleren? Zou zo maar kunnen. De man steekt zijn hand uit en stelt zich voor. In dichtvorm, heel origineel. Zijn handen ruiken een beetje naar vis. Is dat niet de zoon van ...? Ik ben te verlegen om het te vragen.

Naast mij schuift een kleurrijke tante aan die ik niet herken. Heeft ze nu twee blauwe ogen? Ze vloeken een beetje bij haar paarse blouse. Daar is niet over nagedacht. Ze begint meteen tegen mij te praten, alsof ze mij gisteren nog heeft gezien. Voor mij blijft het een raar spook. Nooit gezien, maar ik doe mijn best.

Naast de kleurrijke dame heeft een oud vrouwtje plaats genomen. De juf? Maar dat kan niet, dat is misplaatst, die staat toch altijd voor de klas. Ze gaat meteen druk in gesprek met het kleurenmeisje. Over appels, peren, koetjes, kalfjes en andere natuurperikelen. Ze houd van jazz, blues en rock & roll ... Net als ik. Ik voel een band. Toch durf ik ook met haar het gesprek niet aan. Een hand heb ik niet gekregen. Ze had me van top tot teen bestudeerd. Toen wist ze genoeg. Geen hand.

De klas is volgelopen. Ik herken een aantal mensen van de profielfoto's. Een aantal bijnamen schieten mij nu te binnen. Billie Ruft, Vogel Maf, Sim Bool, Knie Kleuter en Paco Pindo ... Zes jaar hebben we gedaan met die bijnamen, en het moet gezegd, ze passen nog steeds. Tijd voor ranja en chocoladebollen. Doping voor de ziel. Het verfrist mijn geheugen.

Dikke Billie en Maffe Vogel hebben als vanouds alle handen op één buik, die van Knie. Ach, beter dan op hun leuter. Dat mag niet van de juf. Toen niet en nu niet. Er is werkelijk waar helemaal niets veranderd. Het is alleen wat later in de tijd geworden. Na het reüniëren is het nu tijd voor reürineren. Een favoriete hobby onder de dames. Want laten we eerlijk zijn. Op het toilet daar gebeurd het, daar wordt het verteld. Ook daarin is niets veranderd. Waar blijft de tijd?

Geschreven n.a.v. schrijfopdracht op ColumnX, van professioneel schrijfcoach Hella Kuipers (http://heldenreis.nl):
Vanavond ga je naar een reünie van jouw lagere school. Je bent erg nerveus.
Kies voor één van de onderstaande mogelijkheden om uit te werken:
-Je beschrijft iemand waar je een enorme hekel aan had óf
-Je beschrijft iemand , die je niet meer herkend, tot... óf
-Je beschrijft iemand bij wie je 'vol' schiet, op het moment dat deze in je blikveld komt.
Deze opdracht dient in 300 woorden uitgevoerd te worden.



Columns van Harrie zijn geschreven aan tafel bij Mien. Harrie is een auteur en tafelvriend van Mien. Van november 2010 tot maart 2016 publiceerde Harrie ook columns op de website van ColumnX.
Harrie’s columns zijn gebaseerd op oude personages uit TV-series Catweazle en Doctor Who. De Britse acteurs Tom Baker en Geoffrey Bayldon vormen zijn inspiratiebron. Daarnaast maakt Harrie ook graag filosofische en sportieve uitstapjes.

15-09-2014

Het werk blijft vandaag liggen

Het werk blijft liggen. Op zijn rug. Het heeft er vandaag geen zin in. Het werk komt vandaag niet uit bed. Waarom zou het? Voor wie?
“Opstaan!”, wordt er van beneden geroepen. Het werk draait zich nog eens rustig om. Het is maandag, de week moet nog beginnen. Maar niet voor het werk. Het werk wil niet meer werken. Gewoon omdat het niet werkt. Het komt sowieso nooit af, dat werk. Lui werk is het en het levert nauwelijks iets op. Het kost alleen maar geld.

“Opstaan!”, wordt er weer van beneden geroepen. Het werk draait zich op zijn zij en stapelt zijn stroeve wervels een voor een op de juiste plek. De rug moet warm gehouden worden. Vooral tussen de wervels. Ook al hoeft het vandaag niet te werken, een soepele rug is erg belangrijk. Op iedere leeftijd is dat belangrijk. Het werk voelt zich best oud. Het heeft al een lange staat van dienst. Menig jubileum is al gevierd. Bij diverse werknemers. Maar dat was nog in de goede oude tijd, toen het werk nog als zoete broodjes werd weggegeven.

Helaas is dat in de huidige tijd niet meer het geval. Het wordt niet snel meer weggegeven. En de lieden die nog werk hebben, houden het krampachtig vast. Wat als de nemers het werk in de steek zouden laten? Dat zou onoverkomelijk zijn voor het werk. Nee, werklieden behouden het werk daar waar nodig. Ook al worden ze er zelf soms liederlijk van. Het is voor velen al lang geen hobby meer. Eerder noodzakelijk kwaad. Dat is ook precies wat het werk kwaad maakt. Werk dat niet gewerkt wil worden. Zo zonde.

Het enige werk dat niet blijft liggen is het overbodig werk. Maar dat overbodig werk wordt wel langzaam schaars. Het is er nauwelijks meer. Bijna volledig opgesoupeerd door vrijwilligers. Die werken vrijwillig het werk voor velen de deur uit. Ja, ja, u leest het goed. Zelfs overbodig werk wordt vrijwillig de deur uitgewerkt. Vrijwilligen koesteren en waken over moeizaam verworven werk. Het zijn de nieuwe broodwerkers, broodnodig zoekend naar zingeving. Hongerig naar arbeid. Pathos volgt ethos. Er wordt niet langer uit de neus gegeten. Dat verdraagt het werk ook niet. Het neuseten. Waarschijnlijk verdwijnt de uitdrukking nog aan het eind van dit jaar uit de Dikke van Dale. Snotverdomme, waar blijft dan de groene romantiek?

“Opstaan, je hebt nog een kwartier!”, de toon van de oproep is wat feller geworden.
Het werk springt toch maar uit zijn bed. Wast zich, poetst de tanden, kleedt zich aan, eet wat. Er gaan vier boterhammen in. De boterhammentrommel blijft thuis. Het werk smaakt nauwelijks naar meer. Al heel lang niet meer. Met of zonder potentieel. Droef. Het is niet anders. Het werk klokt en logt thuis in. Met username ‘workaholic’. Maar wat was nu ook alweer het wachtwoord? Wachtgeld? Nee. Zakgeld? Nee. Toch maar even opnieuw opvragen. Marktplaats.nl vormt vooralsnog het enige platform waar werk te vinden is. In sommige gevallen zelfs gratis op te halen.

10-09-2014

Knotverliefd

Het is een warme zomerdag als ik het oude klaslokaal binnenstap van mijn lagere school, de reünie is nog maar net aan de gang, wat lijkt het allemaal lang geleden, de klas is vrolijk versierd met zelfgemaakte slingers van aaneengeplakte reepjes gekleurd papier, je weet wel, van die superlange slingers, die met veel moeite aan het plafond worden opgehangen en regelmatig naar beneden vallen doordat sommige stukjes papier loslaten, wat komt door die stomme witte vingerlijm die zo weeïg ruikt, altijd aan je vingers blijft plakken en veel te snel opdroogt, waardoor er korstjes op je vingers komen, korstjes die je dan met engelengeduld probeert los te peuteren, tot ergernis van de juf die dan korzelig op je afloopt en steevast met haar haar, opgestoken in een knotje, tegen een van de slingers butst, waardoor de slinger van het plafond valt, wat de juf dan weer van binnen woedend maakt, woede die ze voor de klas verborgen houdt, althans dat denkt ze, maar ik die beter weet kijk dwars door haar lach heen en zie een klein beetje bloed uit haar mondhoek weglopen, van haar tong waarop ze van woede heeft gebeten, bloed dat ze snel probeert weg te poetsen; zodra ze weer achter haar bureau gaat zitten zie ik dat ze even haar tong uitsteekt, ter inspectie, met een blik die boekdelen spreekt, een blik met gefronste wenkbrauwen, die snel constateert dat het bloeden meevalt, ik had het gespot, zoals ik alles in de klas altijd scherp in de gaten houd, immers tussen de bedrijven door gebeuren er best interessante dingen, en anders verzin ik er zelf wel eentje, dat ik verliefd word op de juf bijvoorbeeld, en … raar maar waar, en nu zie ik haar daar weer staan … en verdomd … ik schiet vol … alleen al vanwege haar knotje …!

Geschreven n.a.v. schrijfopdracht op ColumnX, van professioneel schrijfcoach Hella Kuipers (http://heldenreis.nl):
Vanavond ga je naar een reünie van jouw lagere school. Je bent erg nerveus.
Kies voor één van de onderstaande mogelijkheden om uit te werken:
-Je beschrijft iemand waar je een enorme hekel aan had óf
-Je beschrijft iemand , die je niet meer herkend, tot... óf
-Je beschrijft iemand bij wie je 'vol' schiet, op het moment dat deze in je blikveld komt.
Deze opdracht dient in 300 woorden uitgevoerd te worden.

06-09-2014

Kans op regen

Morgen wisselend bewolkt en ‘s middags enkele buien. Jas aan en regenpak in de fietstas. Vannacht en komende nacht zijn er naast wolkenvelden ook enkele opklaringen. Die wil ik voor geen goud missen, eventjes de wekker zetten. Vannacht kunnen, vooral in het oosten, opnieuw nevel en mistbanken ontstaan. Mist in het oosten, maar da’s toch geen nieuws? De minimumtemperatuur ligt rond 14 graden. Niet te koud voor een hond om in die temperatuur te lopen, mooi. Er staat een matige, later zwakke westelijke wind. Ik zie hem in de middag kruipen, ziek en misselijk.

Grote kans (ca. 70 %) op aanhouden van het rustige weertype met nu en dan zon. Dat wordt weer een lastige timing, waar tussen nu en dan kan ik het beste vertrekken? Slechts af en toe een bui. Positief labelen, beter dan de hele tijd, toch? En temperaturen die rond de normale waarden voor de tijd van het jaar liggen. In dat geval zal ik het zelf eens wat spannender maken, ik trek vandaag in plaats van kleren hoge koorts aan.

Morgen overdag is het wisselend bewolkt en in de middag kunnen er enkele buien voorkomen. Ik laat het kans berekenen even los, boeien. De maximumtemperatuur ligt rond de 21 graden. Daar zullen ze in Ell en Blaricum blij mee zijn. De wind is zwak tot matig, eerst uit een westelijke, in de middag uit een noordwestelijke richting. Alle schepen zetten de zeilen bij, zelfs de schoener van Berend Botje.

Kans op mist en nevel. Als die twee toch eens aanwezig konden zijn bij Beelden aan Zee, dat zou prachtig zijn. De rest van de avond wisselen wolken en opklaringen elkaar af. Dat kunnen we aan het eind van de avond zeker gebruiken, een opklaring, wat zeg ik eentje, doe maar gelijk een hele fles. Lokaal valt er een bui. Ach, zolang we er niet over struikelen, niets mis mee.

Met weinig wind is er kans op mist en nevel. Daar heb je dat maffe duo weer, je komt ze overal tegen, mist en nevel. Alsof ze getweeën een actualiteitenprogramma voorzitten. Het koelt af tot 13 graden. Dan halen we de hond voor de zekerheid toch maar binnen. Morgen begint de dag op veel plaatsen grijs met plaatselijk een bui. Nee hè, niet weer, ik ben toch langzamerhand toe aan een beetje rozerood, oranje-mauve mag ook. In de loop van de dag breekt, van het noorden en westen uit, steeds vaker de zon door. Het zuiden en oosten kloppen wederom op hun kin.

Met 19 graden en een matige noordwestenwind is het minder warm. Nou, nou, dat is wel een relatief begrip, minder warm, ooit in het zuiden of oosten geweest? Volgende week ligt het kwik in de middag ook rond de normale waarde van 19 graden. Dat wordt spontaan op de rug liggen, naast elkaar aan het Noordzeestrand. Verder is het vaak droog en schijnt de zon geregeld. Die geven we dan maar op tijd wat te drinken.

Het blijft een rare gewaarwording. Mijn buienradar praat vrijwel nooit terug. Hij vult meestal in en het enige dat ik kan doen is volgen. En dat terwijl ik hem eigenlijk zoveel te vertellen heb, mijn steun en toeverlaat. Verslaafd aan zijn meldingen, wacht ik op een nieuw bericht. Wat zal het worden, zon, regen, mist of nevel? Ik val in een comateuze slaap. Als ik laat in de ochtend wakker word, staat Armand Pien naast mijn bed. Hij leest me het laatste nieuws voor. Deze morgen eet ik slaghagel en regenkaas. Uiteraard van Venz.

Bron: KNMI

Co-column geschreven samen met het KNMI en buienradar.

04-09-2014

Koude douche

De financiële crisis is nog niet voorbij. Het blijft een koude douche. Een koude douche? Nee, hoor. We douchen nog steeds gloeiend heet, veel te lang en veel te veel. Niet bepaald duurzaam. Dat geldt ook voor mij. Hoewel ik niet behoor tot de groep grootgebruikers (leeftijdscategorie 18 tot 34), gebruik ik toch ook om en nabij 90 liter water per douchebeurt. Er is onlangs onderzoek naar gedaan. Naar het gebruik van douchewater onder Nederlanders. Water- en energiebedrijven en milieuorganisaties roepen op om korter te douchen. Vreemd eigenlijk, want het water lijkt toch echt in Nederland af en toe tot onze lippen te staan.

Gemiddeld staat de Nederlander 9 minuten onder de douche en gebruikt daarbij 51 liter water. Ik schaamde mij diep toen ik de proef op de som nam. Ik wilde het onderzoek staven aan mijn eigen bevindingen. Via een ingenieus bedacht opvangsysteem, opgebouwd uit PVC buizen en plastic zakken (van het merk Komo, want die zijn het sterkst), ving ik het water op. Het meest lastige was nog om de juiste timing te bepalen. Hoe lang douchte ik eigenlijk? Ik had nog nooit de tijd opgenomen. En nu werd ik ook nog eens afgeleid door de omstandigheden. Ik voelde me in de plastic Komo-zak niet echt op mijn gemak. Al gauw begon de zak vol te lopen. Met een maatbeker schepte ik het water eruit en hevelde het over in een van de negen emmers die ik zorgvuldig rondom mij neer had geplaatst. Ja negen, voor de zekerheid.

Wat wel lastig was, was het haren wassen in de plastic zak. Ik was bang dat de PVC buizen het niet zouden houden als ik te veel bewegingen maakte. Maar ja, de shampoo van het Kruidvat was zo stroperig dat ik toch wel behoorlijk moest schrobben. Gelukkig bleef mijn constructie intact. Ik moest nu wel flink door scheppen. Het water was inmiddels tot mijn middel gestegen. Ik begon ook even het ergste te vrezen. Het lauwe water werkte op mijn blaas. En om nou in een plastic zak met water te plassen dat ging me iets te ver. Einde onderzoek? Nee, hoor. Ik had gelukkig mijn maatbeker bij de hand. Ik bombardeerde emmer negen tot reserve-emmer. Ik weet nu hoe het voelt om met een volle blaas en maatbeker lauw water te scheppen uit een plastic Komo-zak. En ik zeg het u. Niet doen!

Benieuwd naar het resultaat mat ik na het douchen de inhoud van de emmers af. En ja hoor. Precies 90 liter water. Gelukkig had ik een grote maatbeker gebruikt, een litermaat. Mijn maatje. Ideaal voor de plas. De beker voelde in ieder geval lekker warm aan. Dat was voor de douche niet te zeggen, die was toch wel echt koud. Met veel pijn en moeite had ik mijn plas nog tijdig op kunnen houden. Ik dacht daarbij 'wat vrouwen kunnen, kan ik ook'. En het had geholpen.

Ik was een grootgebruiker dus. En dat terwijl ik niet eens tot de leeftijdscategorie 18-32 behoorde. Dat betekende automatisch dat er ook ergens in Nederland een kleingebruiker van mijn leeftijd moest rondlopen. Mits de statistieken en het onderzoek klopten natuurlijk. Ook ik had immers geknoeid, onvermijdelijk haast.

Geschreven n.a.v. dit artikel.

03-09-2014

Mijn eerste reünie

Help, ik kan niet kiezen. Vanavond is de grote dag. Hoe hebben ze mij in hemelsnaam gevonden? Ik beschik niet over een account op Twitter, Facebook, of andere sociale pleisterplaatsen. Ik ben geen lid van SchoolBank.nl, noch ben ik een bekende Nederlander. Maar het meest bijzonder, ik heb geen vrienden, althans niet meer. Maar daarover later.

Mijn naam is wel te vinden op internet. Maar ook daar moeten de organisatoren bot hebben gevangen. De tig Robben die daar te vinden zijn tonen geen enkele verwantschap met de Rob die ze mogelijk zoeken. Het zou dus zo maar kunnen dat er op de reünie een Rob verschijnt die niemand kent.
Hoe zijn ze bij mij terecht gekomen? Hoe komen ze aan mijn adres? Ik herken mezelf niet eens. Op de klassenfoto, als uitnodiging aan mij toegezonden, staat op de eerste rij een vreemde gozer omcirkeld. Maar dat ben ik niet.

Ik lees nogmaals de uitnodiging. Reünie St. Hubertusschool. Klas 6. Meester Willems. Schooljaar 1969. U bent van harte welkom op 21 september 2014, Oranje Nassaulaan 12. U kunt zich melden bij mevrouw Hella Kuipers. Gelieve op papier een verhaal uit uw leven na de lagere school mee te nemen. Mogelijk wordt uw verhaal geselecteerd om voor te lezen. Entreekosten (drankjes, hapjes inbegrepen) 10 euro. Groeten en hopelijk tot ziens, Bea Smulders.

Het moet een vergissing zijn. De jonge gozer ziet er weliswaar jaren 60 uit, it’s not me. De nieuwsgierigheid wint het van mijn verbazing. Een avondje vrij is absoluut een luxe. Maar … wat moet ik aandoen? Ik kan moeilijk kiezen. Ik ben nerveus. De geel-zwart gestreepte outfit of de blauwe? De bewaker lacht me vriendelijk toe. “Je hebt zeker geen vrienden die jou kunnen helpen, toch? Ik zou voor de blauwe gaan, die staat je het best. Veel plezier!”


Geschreven n.a.v. schrijfopdracht op ColumnX, van professioneel schrijfcoach Hella Kuipers (http://heldenreis.nl):
Vanavond ga je naar een reünie van jouw lagere school. Je bent erg nerveus.
Kies voor één van de onderstaande mogelijkheden om uit te werken:
-Je beschrijft iemand waar je een enorme hekel aan had óf
-Je beschrijft iemand , die je niet meer herkend, tot... óf
-Je beschrijft iemand bij wie je 'vol' schiet, op het moment dat deze in je blikveld komt.
Deze opdracht dient in 300 woorden uitgevoerd te worden.

02-09-2014

La vie en rose welgevormd schoon met pally en mannetjes FranK en Mien

Wat is het leven mooi. Op een late zomerdag prijkt mijn alias als titel van een column, op de homepage van een leuke website. Alias Mien. Wat een feest. Gelukkig verkeert mijn alias in goed gezelschap. Samen met ‘La_vie_en_rose’ (een Marilyn Monroe look-a-like, althans in gedachtegoed), met ‘pally’ (levens-, mens- en natuurgenieter in één persoon vertegenwoordigd) en met ‘FranK’ (meneer poezemans, waarvan de poes maar niet lijkt te willen groeien, althans in beeld). Is het niet fantastisch? En dat een maand lang. Prijken op de homepage.

Alias Mien. Je moet er maar opkomen. Voor een Chinees klinkt het Chinees. Maar niet alleen voor Chinezen hoor. Het zijn de eerste vier letters van mijn achternaam, bepaald niet kort. Zo simpel is het. Een koosnaampje uit mijn vroege jeugd. En nu we het toch over Chinezen hebben, daarover ken ik een verhaal. Nee, nee, nee, niet een verhaal over Chinezen in werkwoordvorm. Dat laat ik wel uit mijn hoofd. En ook niet een verhaal over Chinezen in zelfstandige naamvormen. ‘Hoe Lang’, ‘Hoe Ver’ en ‘Hoe Zo’, het zijn allemaal Chinezen, ik weet het. Dat wist u allang. Ik ben niet gek. Nee hoor, het gaat over eenvoudige Chinezen, verdwaald in de polder. En wederom nee, ik bak u geen poets. Hoewel?

Het was in de jaren zeventig. Tenminste voor zover ik mij kan herinneren. Een aantal Chinezen stond in de polder, ergens in de buurt van Leeuwwarden. U kent het wel, die kleine nederzetting, deelgebied en tevens kiesdistrict van een verenigd koninkrijk. Gelegen aan de Noordzee, in het noorden van het land. Niet te verwarren met Engeland en niet te verwarren met het Leeuwarden met één w. Het verenigd koninkrijk waar ik op doel is feitelijk een bundeltje koninkrijken, met koningen die zich de koning te rijk voelen in hun, juist ja, eigen koninkrijk. Awel stop. Nu dwaal ik echt af. Bovendien wordt het tijd voor een kleine adempauze. Dus even wat witregels tussen door. Ten behoeve van amechtige lezers die misschien al sterretjes zien.

Het waren geen Chinese leeuwen die daar in de Leeuwse polder stonden. Gelukkig niet. Niet van die rupsdraken op stokken. Nee hoor. Het waren eenvoudige Chinezen in traditionele klederdracht. Ze stonden totaal verloren in het Leeuwse landschap. De zon scheen zachtjes en streelde met haar gouden zonnestralen fijntjes langs het prikkeldraad. Vol trots blonk het prikkeldraad. Op ieder uiteinde van de scherpe punten van deze imitatie osagedoorn hingen kleine dauwdruppels. Vol van water gleden ze beurtelings van het gevlochten ijzer op de grond. De twinkeling van de zon weerhield de koeien, aan gene zijde van de draad, hun territorium te verlaten. Waarom zouden ze ook? Het malse Leeuwse gras smaakte voortreffelijk. Voor hen was het kaassie. Wat een leven. Een beetje malen en dagdromen en bovenal, met dikke kont en uiers lekker languit in het gras liggen. Wie doet hen wat?

De Chinezen stonden aldus totaal verloren in het landschap. Ze waren verdwaald. Hun enige hoop en toeverlaat stond edoch, nog geen 10 meter van hun vandaan. Het was een boerin, wiens nieuwsgierigheid zo groot was, dat haar ogen bij het opmeten van de Chinezen, bijna uit haar hoofd tolden. Op en neer gingen ze, de ogen. Van boven naar beneden en weer terug andersom. De ogen transporteerden de onbekende waarneming naar het brein van de boerin. ‘Nog nooit gezien’, fluisterde het brein in het oor van de boerin. ‘Niet te plaatsen, in geen enkel hoekje, opletten geblazen dus!’

Het hoofd van de boerin zat eventjes met een probleem. Hoe zou het contact verder verlopen met deze vreemde wezens? Hoe zou de communicatie hier gaan plaatsvinden? Heel even leek het alsof de boerin tegen een muur sprak. Een Chinese muur, maar dat wist ze nog niet. Een communicatiemuur beslechten met taal, zou dat haar wel lukken? Enfin, de Chinezen zochten de weg en de boerin zocht naar woorden. Na veel handen- en voetentaal, soms spits en soms bondig, had de boerin het begrepen. De Chinezen waren de weg en het paadje volledig kwijt.

De boerin heette Mien en zij was de kwaadste niet. Mien wilde wel helpen. Geen probleem hoor. Ook al dacht Mien onwillekeurig ‘naar de hel met die vreemde lui, wat maken die een theater zeg!’, stuurde ze de Chinezen op het juiste pad. Met een beetje goede wil waren ze voor het donker thuis. Gelukkig spraken de Chinezen een klein beetje Leeuws. Ze leerden namelijk vlug. In no time kopieerden zij de Leeuwse taal, inclusief de juiste tongval. Zij spraken boerin Mien vrijwel accentloos na.

“U gaat hier aan het einde van de weg naar links, dan gaat u rechts af. Dan komt u bij een molen. Daar gaat u rechtdoor … en dan … en dan …?!”
Mien besefte ineens dat ze begonnen was aan een schier onmogelijke opdracht. Hoe kon ze ooit de weg uitleggen aan Chinezen? Ze wist niet eens waar China lag.

Gelukkig tekende een wijsneus, die toevallig voorbij kwam, het fictieve verhaaltje snel op. Zo is het voor de eeuwigheid bewaard gebleven. Op feestjes en partijen en zelfs op reünies doet het verhaal het goed. Het krijgt zowel de lachers als de huilers op één hand. Het verhaal van Mien Alias, getrouwd met Piet Alias (also known as Paljas), je moet er maar opkomen.