31-12-2014

Columns van Harrie (December 2014)


Bello / Uitdaging van de maand / 02-12-2014

Als een jonge hond rent hij door het bos. Bello. De weg volledig kwijt. De blues heeft hem te pakken. Is hem naar het hoofd gestegen. Blaffend in zijn nek. Maar waarom? Hoe is dat zo gekomen? Omdat niemand Bello de weg vertelde.

Land en stad zocht hij af. Op de Mokerhei dacht hij haar te vinden. Zijn witte wief. Maar nee hoor. Op advies van vrienden en managers trok hij naar de grote stad. Dat kan er maar een zijn. Amsterdam. Hij trok door Mokum en vooral de Jordaan. Op zoek naar roestige roots, terug naar de basis.

In zijn geliefde stad wist hij opnieuw een potje te breken. Zich van applaus en geld te verzekeren. Eindelijk vrij. Hij zong honderd liedjes op de Dam. Op zoek naar witte wieven. Met geheven trompet. Ze vielen als een blok. Voor zijn bronstige stem en voor zijn zwoele lach, schitterend op zijn witte tanden, de kuiltjes in de wang. Bello.

Bij Jansen werd de voormalig jonge god opnieuw in verlegenheid gebracht. Samen met Bach droomde hij van klassiekers en van donkere Middeleeuwen. Van jagen achter rokken zonder linten. Als een wilde Bertram op jacht naar Julietten en naar Ursula’s. Hij had geen geld. Hij was een held. Dronk blond schuimend bier.

Toppers joegen hem de arena in en overladen hem met prijzen. En toch, toch bleef er iets ontbreken. De blues. De blues zat met veters vastgeregen op zijn blote borst. Het bange hazenhartje mocht niet wegrennen. Never nooit niet. Met Bello zal het zo wel altijd blijven. Het einde open. Eindelijk vrij.

Geschreven n.a.v. schrijfopdracht op ColumnX, van professioneel schrijfcoach Hella Kuipers (http://heldenreis.nl):
De maand december staat in het teken van de muziek, de top 2000 in het bijzonder.
Kies een nummer, laat je meevoeren door de klanken en spui in 300 woorden jouw (on)genoegen!



Onbe(tamtam)tamelijk / Actualiteiten / 12-12-2014

Het past er gewoonweg niet meer in. In mijn bos. Hoezeer ik ook mijn best doe. Ik word gewoonweg overlopen. Raakhout heeft er ook al last van. Brizl djeu. In zijn eigen biotoop barst het er ook van. En niet alleen bij de padden. Nee hoor, vooral bij de kikkers slaat het toe. De opgeblazenheid. Opgeblazen ego’s. Ik ga ze niet allemaal opnoemen lieve mensen. Maar ik kan u vertellen dat er behoorlijk wat BNers tussen zitten. Niet zo vreemd eigenlijk, want anders zouden ze geen B voor hun N hebben staan. Maar vooruit dan maar. Ik zal er een paar benoemen. Onno H., does it ring a bell? Bram M., does it ring a bell? Stef B., does it ring a bell? Henk K., does it ring a bell. De vijvers in Maastricht, Mokum en Den Haag ontploffen haast. Maar geen nood, beste mensen, bellen blazen is een edele sport. Ballonnen doorprikken des te leuker. Gebeurde dat maar wat vaker. Of het op termijn resultaat en bovenal plek in mijn bos zal opleveren is en blijft voor mij een groot raadsel.

Gelukkig zijn er voldoende klokkenluiders die Raakhout en mij wakker houden. Meestal komen ze pas met pasen tevoorschijn. Maar ik heb er al gespot. Zo vroeg al in het jaar, dat belooft. Nee, beste lezer, ik ga ze niet noemen. Ook al zijn ze van dichtbij onmiddellijk te herkennen. Zelfs hiero, onder ons, in de eigen gelederen. En ik vertel u. De klok die rammelt van alle kanten. Bij de meeste klokkenluiders lijkt de klok veel meer op een trom. Een grote tam tam. Wat aanvankelijk begint met rare indianenverhalen blijkt dan later dicht bezijden de waarheid. Klukkluk zou er mooie dichtregels en eigenheimse leuzologie aan kunnen wijden. Maar nee, hij doet dat even niet. Klokkenluiders en roeptoepters die zijn heilig in ons kleine kikkerland. Sinds kort. Want voor kort gaf niemand er een stuiver voor. Als verraders werden ze gezien. Gelukkig brengt de economische crisis het beste in de mensen boven. Klikken levert geld, roem en bovenal aandacht. En daar lusten enkelingen pap van. Vooruit Raakhout. Speur ze maar eens op. Want ook zij zijn niet gespeend van bulkend en briesend ego. Zoek ze op die luchtzakken. Zet er maar eens goed je tanden in. Gris mich nich!


Binnenlopen / Uitdaging van de maand / 13-12-2014

Wat een prachtig schouwspel in mijn bos. Ze lopen zo maar eventjes langs. Geheel onverwacht. En ik, ik smul. Van het aanzicht, van de warmte, van het plezier dat de drie blonde dames met elkaar hebben. Ik ben benieuwd wat hen met elkaar bindt. Ik besluit ze dan ook even op de voet te volgen. Ze praten druk met elkaar. In losse flarden vang ik het gesprek op.

Je moet iets fleurigs aantrekken. Het is een groot feest. Ja, ja, ik doe mee. Maar alleen op de achtergrond hoor. Ik heb het allemaal al een keer meegemaakt. Ja het is best spannend. De hele wereld kijkt toe. Tekst vergeten. Dat gaat niet gebeuren. Wij waren met z’n tweeën. Tweede ja. Goed hoor. Nummer een ligt in het verschiet. Het is dit keer up tempo. Houden de Oost-Blokkers van. Ja, die brengen veel stemmen mee. Of Jan erbij is? Je houdt niet van vis? Maakt niet uit. Ze serveren straks alleen maar rösti en wat wild. Concurrentie? Niet naar kijken. Het liedje bekt goed. En dan is het incasseren. Incasseren? Ja, poen verdienen. Hoe denk ik je dat ik mijn vijf kinderen onderhoud? Levert het zoveel op dan? Straks duik je in zwembaden van geld. Als Dagobert Duck. Weet je wel van zo’n springplank? Houd 2015 maar vrij in je agenda. Het gaat straks als een trein. Klinkt als toekomstmuziek in mijn oren. Is het ook.

De drie blonde dames vlijen zich op een bankje in mijn bos. Wat zijn ze knap. Alle drie. Een aantal namen passeren nog de revue. Allemaal nietszeggend. Van vergeten artiesten. Zo blijkt. Ze hebben het nooit gehaald. De top 2000. Ondanks alle jaren. Nooit hebben ze muziekgeschiedenis geschreven. In Europa. Nooit zijn ze binnengelopen. Alleen maar langs. In 2015 wordt dat anders. Drie maal is scheepsrecht. Zeker weten.

Geschreven n.a.v. schrijfopdracht op ColumnX, van professioneel schrijfcoach Hella Kuipers (http://heldenreis.nl):
De maand december staat in het teken van de muziek, de top 2000 in het bijzonder.
Kies een nummer, laat je meevoeren door de klanken en spui in 300 woorden jouw (on)genoegen!



Filiaal ten onder / Actualiteiten / 28-12-2014

In mijn bos loopt een wat zielige meneer te ijsberen. Zijn masker eindelijk afgeworpen. Na al die jaren. Hij is groot, bijna zo groot als een damhert. Hij mompelt vreemde zinnen voor zich uit. Ze kruipen voor zijn voeten door de sneeuw. De woorden uit de zinnen spatten soms op en soms blijven ze liggen. Ze zijn ook al zo vaak herhaald.

Wie op herhaling gaat ontmoet bij tijd en wijle een jubileum. Een jubileum van herhaling. Het mooie van zo’n jubileum is dat het zoveel smaken en soorten kent. Net als bij een supermarkt. Je weet wel. Neem maar eens als voorbeeld hagel. Chocolade hagel, maar dan voor vele soorten fans. Allemaal één pot nat. Fans van melk, puur, in vlokvorm, of gehakte draadjes. Knap hoe hij het telkens weer heeft weten te verkopen, de zielige man, al die Aha-Erlebnissen, aan zijn trouwe fans.

Ach gut, wat zal hij de chocolade hagel, de regen, het applaus missen. Hij heeft het er vaak over. De zielige man. Het doet hem veel. Heel even is hij de regie kwijt. De regie over zijn grote gezin, familie Nederland. Hoeveel kroost heeft hij niet groot gebracht? Met chocoladevlokken en brintaregen.

Maar het biedt ook troost. Afscheid nemen. Al die zinnen die verdwijnen als sneeuw voor de zon. Niet langer hoeft hij onzinnen te onthouden. Ho, ho, ho. Griss mich nich. Brizl djeu. Een aantal dieren gaan hem wel missen in mijn bos. Dat kan niet anders.

De hamsters, de varkens, en alle look-a-like dieren uit het muppetbos van Oostzaan, wat zullen ze verdrietig zijn. Zijn rol als hamstervanger van Zaandam is uitgespeeld. In plaats van hamsters en van ad verteert ie alleen nog maar pinots. Van die goedkope, van de Lidl, waar ie na tien jaar eindelijk weer mag komen. Shoppen zonder masker.

Niet langer incognito hoeft ie op vakantie. In een tentje op Terschelling. Nee, hij mag weer kuilen graven op het strand. Stranden op de stranden van Vlissingen, Domburg, Zoutelande, Scheveningen, Wijk aan Zee en stranden in Margraten. Het zij hem gegund. Filiaal.

Handen op elkaar voor mijn voornaamgenoot. Met lange y! Ik gun hem een fantastisch rijk leven. Kortom, beste Piekema, rijksdaalder maar! Groetjes van Harrie aan Harry.


Columns van Harrie zijn geschreven aan tafel bij Mien. Harrie is een auteur en tafelvriend van Mien. Van november 2010 tot maart 2016 publiceerde Harrie ook columns op de website van ColumnX.
Harrie’s columns zijn gebaseerd op oude personages uit TV-series Catweazle en Doctor Who. De Britse acteurs Tom Baker en Geoffrey Bayldon vormen zijn inspiratiebron. Daarnaast maakt Harrie ook graag filosofische en sportieve uitstapjes.

19-12-2014

Mars needs woman

De zaal loopt langzaam vol. We veroveren een plekje voor de bühne. Een sta-tafeltje biedt houvast. Er kan niemand zich meer tussen ons in wurmen. Geen twintig meer, kan de rug ook wel een steuntje gebruiken. Ik leun nog even achterover en houd mijn koud glas bier stevig vast.

De Effenaar ruikt als vanouds. Naar schraal bier, jeugdige luchtjes en zweet. Het geroezemoes in de zaal proberen we tijdens het concert te dempen met oordopjes. Aanvankelijk tevergeefs. De zangeres uit het voorprogramma zingt stoer, gedreven, maar nog te weinig versterkt. Professionele apparatuur moet nog verdiend worden.

En daar is ie dan. Eindelijk. Good old Joost. Met gitaar en fluwelen stem. ‘Never break down’, akoestisch ingezet. Gevolgd door nog wat andere juweeltjes. Ogen dicht en ik zie John. Het hart roert in mijn borst. ‘Mars needs woman’. De zaal valt stil. Muisstil. Joost zweeft op het podium en Lennon door de lucht. Prachtig. De muzikanten voelen en vullen elkaar naadloos aan.

Tranen in mijn ogen. ‘Mars needs woman’ vloeit over in een Beatlessong. Maar welke? Mijn hart slaat over. Heel even. In een kort moment vliegt mijn broer voorbij. Never break down. Wrong. The best is yet to come! En ik weet het, niets is minder waar. Mijn hart klopt weer verder. Land voorzichtig op zijn plek.

Het laatste nummer wordt ingezet. Einde van een mooie tournee. In zijn vertrouwde studentenstad. Waar hij ooit nog nummers om de hoek schreef. Alleen Joost weet wanneer hij weer komt. Een nieuwe plaat van Novastar. Waarschijnlijk vijf jaar wachten. Op weer een nieuwe Lennon. Vervuld van verlangen verlaten we de zaal. Oordoppen niet nodig gehad. Alle ruis verdwenen.

Geschreven n.a.v. 4e schrijfopdracht op ColumnX (december 2014), van professioneel schrijfcoach Hella Kuipers (http://heldenreis.nl):
De maand december staat in het teken van de muziek, de top 2000 in het bijzonder.
Kies een nummer, laat je meevoeren door de klanken en spui in 300 woorden jouw (on)genoegen!


Mars needs woman - Novastar

15-12-2014

Groots

Stinkend rijk ben ik. Een genie in mijn beroep. Ik let altijd heel goed op, met wat ik doe. Niet voor niets heb ik twee rechterhanden. Ik ben intelligent en vaardig tegelijk. Wie wil dat nu niet zijn? Ik ben verschrikkelijk mooi. Oh my god, een jonge god. En ook nog eens supersnel en heel adrem. Ik ben een rijke stinkerd, schenk je al mijn geld. Gewoon, omdat het kan.

Als een kameleon trek ik voor jou mijn beste pakje aan. Ik hou wel van een beetje Carnaval. Ben voor alles in. Maar één ding kan ik niet. Ik durf het haast niet te vertellen. Houden van je kan ik niet. Niet meteen. Waarom? Te bang dat ik jou en mij verlies.

Wat valt er meer te zeggen? Ik ben altijd op tijd. Heb waanzinnig veel geduld. Denken doe ik veel aan anderen. Als er eens iets vervelends gebeurt, geef ik mezelf de schuld. O ja, wat ook wel handig is. Ik hou van poetsen. Mijn huis is altijd superclean.

Als ik met je vrij, breng ik je in de zevende hemel. Heel energiek en blij. Onvervalste seks. Met liefde en humor doordrenkt. Als jij het wil word ik jouw stoere ridder. Dan ga ik voor je door mijn knieën, stout en moedig. Twee dingen zijn er echter, die ik jou niet onmiddellijk kan geven. Dat zijn mijn hart en houden van. Waarom vraag jij je af? Gewoon, te bang om beiden te verliezen.

Mag ik ze van je houden? Dat vind ik grootmoedig en tof. Ja ik weet het, ze zijn een kostbaar goed. Voor alles en iedereen. Dat klopt als een bus. Kom eens hier. Deel met mij een kus. Want dat is wat ik je wel kan geven. Alvast een heel klein stukje van mijn leven. Een begin.

Geschreven n.a.v. 4e schrijfopdracht op ColumnX (december 2014), van professioneel schrijfcoach Hella Kuipers (http://heldenreis.nl):
De maand december staat in het teken van de muziek, de top 2000 in het bijzonder.
Kies een nummer, laat je meevoeren door de klanken en spui in 300 woorden jouw (on)genoegen!

12-12-2014

Woordspel

Dus u wilt niet schrijven?
Nee?
Niet met mij samen?
Klopt?
Mag ik ook vragen waarom?
Geen tijd.

Dat is jammer, heeft u het zo druk dan?
Ja.
Waarmee dan?
Met schrijven.
Dat snap ik niet.
Nou, het is een ander schrijven dan waarin u voorziet.

O, u maakt nieuwsgierig, waarin voorzie ik dan?
In woordspelletjes.
Woordspelletjes?
Ja, woordpelletjes.
Maar dat is schrijven toch?
Nee hoor.

Letterspelletjes dan?
Ik kan u niet volgen.
Nou, eerst komen letters en dan woorden, ga ik te vlug?
Eigenlijk wel.
Spelletjes moet ik misschien eerst even uitleggen.
Ja, doet u dat.

Spelletjes zijn de uitkomst van spellen, begrijpt u?
Niet helemaal.
Nou kijk, als u spelt dan ontstaan er spelletjes.
Oh …
Eerst letterspelletjes en als u ze dan samenvoegt, woordspelletjes.
Ach zo …

En die woordspelletjes, die wil ik met u spelen, samen, in een samenspel.
Toch volg ik u niet helemaal.
Een samenspel tot zinnen. Zodat we bij zinnen komen.
Woordzinnen?
U begrijpt het.
Lijkt me helemaal niets.

Maar u doet toch ook niets anders, als u schrijft?
Hoezo?
U maakt dan ook woordzinnen. Voortgekomen uit letter- en woordspelletjes.
Ja, ho eens even …
Geeft niet hoor. Schrijfbesef is heel menselijk.
Schrijfbesef?

Ja, beseffen dat het schrijfkwartje valt.
Maar er valt helemaal geen kwartje.
Dat bedoel ik nu.
Wat bedoelt u nu?
U zit nog in een waan.
In een waan?

Of manie, nee, nee, in de ban.
Oh, in de ban bedoelt u, en waarvan dan precies?
Nou, van schrijven.
Wat is daar mis mee?
Eigenlijk niets, behalve dat u beter uit de ban kunt komen.
Hoezo dat?

De ban belemmert u in uw groei.
In mijn groei?
Ja, van uw schrijven. Van uw schrijfwereld.
Nou, dat idee heb ik niet.
Loslaten zou ik zeggen. Dat idee.
Waarom zou ik?

Om uw grenzen te verkennen … en te verleggen.
Dat durf ik niet zo goed.
Waar bent u dan precies bang voor, dat u het niet durft.
Om mezelf te verliezen.
Waarin?
In woordzinnen, zinnen zoals u aangeeft.

Dat begrijp ik.
En ook in woord- en letterspelletjes.
Dat vind ik nou jammer.
Misschien doe ik het later ooit.
Als u groei toestaat?
Als ik groei toesta.

Co-column geschreven door Mien met een grote onbekende (in gedachten)

10-12-2014

Bovenaan de ladder

Met grote angst klimt Kees naar boven. Hoeveel stappen moet hij nog? Durft hij nog wel los te laten? Zijn angst te overwinnen? Ogen van beneden priemen in zijn rug. Ze prikkelen en branden. Ze lachen hem naar boven. ‘Vooruit Kees, je kunt het!’ De twijfel overmant. Waarom zou hij tot bovenaan klimmen? Maar afdalen is ook geen optie. Heel even kijkt Kees omlaag. No way.

Het huilen staat hem nader dan het lachen. Wrang. Heel wrang. Had hij immers zelf niet gelachen om enkele van zijn voorgangers? Had hij niet stoer gedacht: ‘makkie, dit doe ik wel even’. Nu mag hij zich niet laten kennen. Met zijn tengere lijf klemt hij zich tegen het hout en schuift zonder te kijken zijn linkerhand omhoog. Het reiken duurt een eeuwigheid. Opzoek naar houvast. Eindelijk voelt hij weer grip. Het zweet staat in zijn handen. Durft hij nu zijn rechtervoet te laten volgen? Of zal ie eerst even zijn rechterhand bijvoegen? Kan ie zich daarna aan beide armen optrekken.

Vanaf de grond zag het er allemaal zo eenvoudig uit. Met belangstelling had hij de bewegingen van anderen gevolgd. Hij had nu achter geen idee in welke volgorde hij het beste het laatste stukje kon voltooien. En dan moest ie ook nog over de die hoogste stok klimmen. Hoe ging ie dat toch doen? Ondersteboven? Door het laatste gat heen? Hij zou gaan vallen. Zeker weten. Nog twee vakken te gaan. Wat! Nee, nee, nee, kreeg ie nu ook nog een erectie? Zou iemand het kunnen zien? Van beneden? Fout moment. Zeker nu Kees de hoogste sport bereikt had. Hij wist nog steeds niet hoe hij deze wilde nemen.

‘Schiet eens op Kees!’ brulde de juffrouw beneden. Ze moest eens weten. Het hart klopte in zijn keel en in zijn piemel. Hier eindigde de wereld. Zeker weten. Hij zag geen mogelijkheid om over de hoogste sport te klimmen. Maar hij moest. In welke houding zou hij zich eens plooien? Niemand die hem hier kon helpen. De juffrouw zou echt niet naar boven klimmen. Hij zou hier mogelijk voor de eeuwigheid moeten bivakkeren. Gelukkig was zijn erectie geslonken naar een aangenamere pose. Broekbrand kon hij nu echt niet gebruiken. Het kwam nu aan op zelfredzaamheid.

Met de moed der wanhoop zwaaide Kees zijn rechterbeen over de laatste sport. Vanuit de lucht zag hij de klas beneden op de banken grinnikend lachen. Vooral Sjakie vond het prachtig. Hij lachte zelfs zijn tanden bloot. Van leedvermaak? Had hij de angst van Kees dan toch gezien? Met de blik op stoer klauterde Kees het klimrek omlaag. Zelfs de juffrouw lachte. Kees wilde niet weten waarom.

Zesde deel van zesluik, geschreven naar aanleiding van De wereld ondersteboven.

09-12-2014

In de kiem

Eerst komt het hoofdje. Kiekeboe. Dan volgt de zwarte nek. Gevolgd door een in verhouding dikke buik en wat ledematen die wat onwennig aan het lijfje bengelen. Alsof de baby nog maar pas is samengesteld. Waterpas en compleet, volgens dokter en vroedvrouw. Dat wel. Gelukkig maar, de ouders zijn nogal puntje precies.

Daar ligt de kleine zwarte Piet. Zoet en lekker. Met moeder gaat alles goed. Ze heeft Piet negen maanden lang, conform het verwachtingsaspect, dapper gedragen. In een zwartroze wolk. Het mag duidelijk zijn. Arm heeft dit keer gewonnen. De baby is zwart, niet wit. Hij wordt ontvangen in een warm nest. Wat zeg ik, nest? Zeg maar gerust kasteel. Het is een jongetje. Een zwarte prins. Beide ouders dolgelukkig.

En nu maar ontplooien. Dat moet ie voornamelijk zelf doen. Beide ouders hebben een drukke baan. Babypiet weet dat. Diep van binnen is het meegegeven. In de kiem, vanaf het begin, bij de conceptie, de samenvoeging. In de buik. De onderbuik. Het onderbuikgevoel had de kleine meteen gemeld: 'Jongetje, in dit leven is slechts een ding belangrijk. Zelfontplooiing. Je moet het meeste zelf doen. Niet plooien maar ontplooien'.

Trappedoelie groeit als kool. Geen groene, witte of rode. Nee, nee, hij groeit en ontplooit als zwarte kool. Haast alleen. Zijn ouders zijn de grootste tijd van het jaar in geen wegen of velden, noch op daken te bekennen. Gelukkig is hij onder een goed gesternte en op een fijne plek geboren. De Catalaanse zon doet Trappedoelie goed. Het wordt meteen zijn maatje. De zon is er altijd. Die geeft warmte en is altijd blij. De zon is zijn grote vriend. Zijn steun en toeverlaat.

De zon als grote motor van zelfontplooiing. Trappedoelie deelt zijn zorgen met deze allemansvriend. Het kan hem niets schelen. De zon weet alles van iedereen. Het mooie daarvan is, dat alle zorgen die de zon ter oren komen, never nooit in de kiem worden gesmoord. Je zou eigenlijk anders verwachten bij deze hittebron. Maar de zon weet beter. Hij ontdoet 'best kept secrets' van Jan en alleman van het persoonlijke en gooit ze terug de wereld in. Ter lering, vermaak en zelfontplooiing. Het regent niet voor niets regelmatig zonnestralen.

Trappedoelie pikt dit snel op. En het is goed. Hij neemt zijn drukke ouders niets kwalijk. Niet dat er een echte moeder in het gezin ontbreekt; niet dat ze in het katholieke Catalonië niet getrouwd zijn voor hij ter wereld kwam; niet dat in het kasteel een wit paard als huisdier rondloopt; niet dat papa Piet zo zwart als roet is, naïef, ja zelfs een beetje dom; niet dat papa Sint eigenlijk veel te oud is om nog kinderen te krijgen. Maar ach. What the fuck. De wijsheid van papa Sint maakt veel goed. Zowel voor kleine Trappedoelie als voor papa Piet.

Vijfde deel van zesluik, geschreven naar aanleiding van De wereld ondersteboven.

08-12-2014

Uit de plooi

Mijn gezicht is bevroren. Van de kou die rondom mij heen waart. Gestold in H2O. IJspegels van gedachten die maar niet willen ontdooien. Maar ik weet wel beter. De kou komt ook van binnenuit. Hart en bloed zorgen nog nauwelijks voor verwarming. Waar is de tijd gebleven dat het kookte? Van liefde of woede, van zenuwen en spanning. Het hart slaat niet meer op hol.

Mijn gezicht is bevroren. Niemand die het ziet. Niemand die het breekt. Het ijs in mij. De kunstschaatsen aangebonden, schaats ik cirkels in mijn hersenpan. Kunstzinnige pirouettes van pijn en verdriet draai ik op het ijs. Spinnend, tollend, op zoek naar zwakken. Ik weet en vind ze als geen ander. Mijn gezicht moet uit de plooi. Dat kan alleen met vallen en opstaan. Liefst zonder hoogmoed. Met lef. Met moed. Gedragen door mijn naam.

De spiegel knipoogt. Steekt een riem onder de gordel. ‘Je kunt het vriend’, lijkt hij te zeggen. ‘Gooi mij desnoods in duigen’. Het wordt tijd dat ik mezelf opnieuw ontplooi. Het ijs rondom mijn hart en ziel ontdooi. Het bloed opnieuw laat stromen. Handel en wandel in positieve energie. De ogen ontsluier en opnieuw laat blinken. Het is nooit te laat. Te laat voor zelfontplooiing. Beginstadium van geluk. Een ultieme basisbehoefte. Kop op dus. Alles uit de plooi.

Vierde deel van zesluik, geschreven naar aanleiding van De wereld ondersteboven.


07-12-2014

Levenselixer

Sommige mensen kunnen mijn bloed wel drinken. Ze vertellen alleen niet waarom. Dat komt ietsiepietsie te dichtbij. Af en toe drink ik ook mijn eigen bloed. Dan loop ik uit de hand. In hekel en pekel. Bloed heeft nu eenmaal een zuigende werking. Bloed pompt en zuigt. Het stroomt, stroopt en zwelt door aderen. Het transporteert en voedt. Maakt mensen gelukkig en ongelukkig.

Bloed is vloeibaar en een ware levenselixer. Maar de mooiste eigenschap heb ik nog niet benoemd. Bloed verbindt. Het verbindt bloedverwanten, bloedbroeders en geliefden met elkaar. In onvoorwaardelijke liefde, in vriendschap en geboorte. In die verbinding vinden we elkaar bloedmooi. Zo mooi dat we er van gaan blozen. Vlekken op de wangen, vlekken in de nek. Het bloed stijgt dan even naar ons hoofd.

In onvoorwaardelijke verbindingen gedij ik het best. Geworteld in sociaal contact stijg ik tot grote hoogten. Het levert hartverwarming en zielenrust. In bloedverwantschap zitten veel emoties ingebed. Hoog oplopend, soms tot tranen toe geroerd. Het is familie die emoties vaak regeert. Boosheid, woede, vreugde, angst, passie, hartstocht, lust en leven. Ze pompen bloed met zuurstof, kortademig en kortstondig door mijn aderen en zenuwen.

Bloedbroeders hoe dan ook, zij gaan door dik en dun, in blindelings vertrouwen. Gelijkwaardig, democratisch, arm of rijk, lief en vooral, vrij van zonden. Een voor allen. Allen voor een. Gevoed door eten, water, lucht. In bloed. Mijn eigen bloed. Levenselixer.

Derde deel van zesluik, geschreven naar aanleiding van De wereld ondersteboven.

06-12-2014

Eten, water, lucht

Basisbehoeften van het ergste soort. Ik kan niet zonder, al zou ik soms graag willen. Voor hoeveel procent besta ik ook alweer uit water? En hoeveel weegt dat water niet? Voor hoeveel mensen ben ik lucht? Hoe vaak adem ik slechte sferen? Ik ben op zoek. Zoals zovelen. Om opgegeten te worden. Opgevreten liefst. Door liefde en genegenheid.

Basisbehoeften. Ik adem, drink en eet er dagelijks liters, kilo’s van. Bezuinigen daarin dat kan ik niet. Dat doet alleen maar pijn. Maar wat als ik iemand even niet kan luchten? En wat als ik watertand van liefde, onbereikbaar. Wat als eten mij niet langer troost kan bieden? Voor datgene dat ik naarstig mis. Dan vervloek ik kortstondig al mijn basisbehoeften. En denk heel even zonder te kunnen.

Iedere ochtend als ik wakker word. Dan besef ik telkens weer. Hoe gelukkig ik mezelf mag prijzen. Dat ik ademend wakker word, niet verstikt door boze dromen. Dromen doe ik zelden. Ze vormen geen enkele voedingsbodem om mijn dag in vreugde of angst te beginnen. Heel, heel soms droom ik stiekem. Dan droom ik stiekem dat ik droom. Van eten, water of lucht. Om daarna opnieuw te aarden.

Eten, water, lucht. Ze zijn in mijn mini westerse wereldje in overvloed aanwezig. In andere werelden zijn ze, veel te vaak, een schaars goed. Inzet voor oorlog en vrede. Met hekken en wapens bewaakt. Het is te triest voor woorden. Dat aan de basis, behoeften niet vrijelijk worden gedeeld. Hemel en aarde ze komen ons allen toe. Niemand uitgezonderd. Of is het toch die ene droom?

Tweede deel van zesluik, geschreven naar aanleiding van De wereld ondersteboven.

05-12-2014

Houd me eens vast

Ik kan wachten, ik kan hopen, ik kan duimen dat het lukt. In gedachten kan ik slapen maar toch lig ik wakker op mijn rug. Urenlang kijk ik naar hetzelfde rotbehang. Hoor alleen maar, dat ik hulp krijg van de tijd. ‘Jongen, de tijd sleept jou er doorheen’.

Maar hoe langer het duurt, hoe groter de spijt. En alweer een volgend uur voorbij. Het is niet zo dat ik jou iets verwijt. Maar echt, wekenlang ben ik de tel al kwijt. Houd me eens vast en laat me pas los als ik alles vergeten ben. Ben heel stil of zeg heel zacht: het komt allemaal goed, hoeveel dagen het ook kost.

Aai me en zing, zing zo lief dat ik denk, aan het zingen, alleen aan jouw stem. Dan zweef ik mee op jouw liedje en draai me nooit meer om. Al die jaren, al onze eigen café’s in Dublin, Gent en thuis. Alle waren. Wat jij toch met hun deed.

Iedere harde vuist, ik voel hem nog, maar liever toch, vergat ik alles nu. Houd me eens vast. En laat me pas los als ik alles vergeten ben. Ben stil, zeg zacht: het komt allemaal goed, hoeveel dagen het me ook kost. Aai me en zing, zing zo lief dat ik denk, aan het zingen, alleen aan jouw stem. Dan zweef ik mee op jouw liedje en draai me nooit meer om.

Zijn er kleuren? Zijn er meisjes? Zijn er kroegen, daar waar jij nu bent? Sorry voor die domme bloemenblaadjes, die liggen op jouw kist. Ik ga niet mee. Word liever oud. Omdat ik van het leven houd. Houd me eens vast en laat me pas los als ik alles vergeten ben.

Opgedragen aan Twan, vrij vertaald, met dank aan Frans.

Geschreven n.a.v. 4e schrijfopdracht op ColumnX (december 2014), van professioneel schrijfcoach Hella Kuipers (http://heldenreis.nl):
De maand december staat in het teken van de muziek, de top 2000 in het bijzonder.
Kies een nummer, laat je meevoeren door de klanken en spui in 300 woorden jouw (on)genoegen!
.

NB (04-01-2014):
Dat is frappant. Tweede kerstdag bij Top 2000 a go go. Hald mich ens vast. Gememoriseerd door Jack Poels (Rowwen Heze) als mooi (troost)lied. Dat ik dat gemist heb! Mooie minidocumentaire over het lied. Mijn zus herinnerde mij er vandaag aan.
http://www.npo.nl/top-2000-a-gogo/26-12-2014/VPWON_1221985
Ik zal het nooit meer vergeten. Frans alleen op de piano, laat op de avond, tijdens afscheidsreceptie, na de begrafenis van mijn broer Twan, in 2005. Het lied was pas uit. Hij kon het niet spelen in de kerk wegens andere verplichtingen met Neet oet Lottem. Maar wat was ik blij en verdrietig tegelijk. Met dit verlaat optreden. En met mij vele anderen. Over troost en liefde gesproken. Thanks again!

04-12-2014

Vijf etages

Op de kop in vijf etages. Spoken doet het in ieders hoofd. De vraag nu is alleen, pak ik de trap of neem ik de lift. Naar bodem of plafond? Stap ik bij iedere etage uit? Voor de zekerheid. Gewoon om even rond te kijken. Er is vast wel iemand die op alle knoppen heeft gedrukt. Maar zeker weten doe je het niet. Bij etage een richting plafond is de twijfel het grootst. Want wie neemt nu de lift naar een? Dat zijn alleen maar luxe beesten.

Bij etage twee wordt het een ander verhaal. Mensen slecht ter been drukken meestal snel op nummer twee. Het is een tussenfase. Uit vrees dat ze anders het toilet niet halen. Het is dan ook niet verstandig om hier voorzichtig rond te koekeloeren. Want voor je het weet word je gevraagd om begeleiding. Op tijdelijk transport naar dames of naar heren.

Bij etage drie begint het hoofd ietwat licht te voelen. Een middenfase richting doel. The sky is the limit. Maar het voelt helaas bepaald nog niet als blauwe wolken. De deur blijft toe. Bij etage een en twee zijn we immers ook niet naar buiten gelopen. Het voordeel van de twijfel doet ons loensen. In de misdaadpreventiespiegel. Zit mijn jas of jurkje nog wel goed?

Op vier daar wordt het echt pas spannend. Op vier wordt aan de poort gehijgd. Door ongeduldige dalers die niet langer willen wachten. Ze snuiven jouw lichaamsgeur en voelen lichaamswarmte door de liftdeurkier. Zeker in de avondspits zijn geur en warmte niet te versmaden. Zeer herkenbaar is het onderscheid in komen en gaan. Van Chanel naar flanel.

En dan volgt de ultieme bevrijding. De vijfde etage. Zeker bij ongenood liftgezelschap. De elevatorpitch van alle liftgangers kent iedereen dan uit zijn hoofd. Leeggeprikt boven hersens in gedachten. Futloos leeglopend als een moe ballonnetje. Het zij zo. De vijfde etage geeft altijd bevrijding. Gelukkig maar.

Het geluk is slechts van korte duur. Want er is namelijk ook nog zoiets als de wereld op zijn kop. Wat op zijn tijd naar boven gaat zal vroeg of laat ook weer moeten dalen. Niet als stof, maar gewoon compleet, met alle ledematen. En als het even kan, bij ieders welbevinden, met alle ledematen op de juiste plek. Teruggekeerd op de basis, level zero, zal iedereen beamen, zo’n liftgang in het hoofd, dat is lang zo gek nog niet.

Eerste deel van zesluik, geschreven naar aanleiding van De wereld ondersteboven.

03-12-2014

Brabants Mozaïek

Beste Ando,

Je hebt het nu in eigen handen
Het grote licht
Ingepakt in duurzaam stof
Geloof me het gaat nooit meer stuk.

Maar waarom het grote licht?
Verpakt als vindmachine
Wat moet je daar nu mee?
Verpakt nog wel in geloofwaardig paars.

Ik ga het je vertellen.
Op een dag kwam ik jou tegen
Bescheiden en ietwat verlegen
Hulpvaardig en hoflijk en bijna van alle markten thuis.

Behalve van die ene
Het zoeken naar
Het vinden van, je raad het al,
Duurzame koks en gasten.

Naar gulzige deelnemers aan een edel project
Een project geborduurd in Brabants wit en rood
Het klinkt als culinaire muziek
Samen eten en drinken tijdens Brabants Mozaïek.

Ik weet het zeker, het gaat gebeuren
Geloof het of niet
Die gulzige koks en gasten die gaan komen
Daarvoor dient ook deze mooie vindmachine.

Hij zoekt en schijnt
Trekt koks en gasten aan
En geloof het of niet,
‘Wie motten das licht’

Maar wat veel belangrijker is
Dat is de gedachte,
Het idee, het concept
Dat samen eten samen delen, juist warme voeding geeft.

Wat is er mooier dan als gastheer mogen voorzien
In gezelligheid en samen zijn
En dat is nu precies waar jij voor gaat
Een gastheer-zzp-er, in de dop, maar wel ten voeten uit.

Daarom dit cadeau ter ondersteuning, gewoon omdat je het verdient
Voor even in de spotlights, een beetje extra licht in duisternis, het kan nooit kwaad
Voor de zekerheid en het geval de aarde voor de zon blijft hangen.
Ach … what the fuck … met Ando’s Slow Food Corner valt niet te stangen.

Deze vindmachine zet alles in een compleet ander licht
Ga snel op zoek naar huishoudtrap en accuboormachine
Plug dit apparaat aan het plafond
En plaats een inspiratietafel eronder, op de grond.

Denk dan niet te lang na en handel
En voor je het weet gaan alle koks en gasten aan de wandel.
Richting Ando’s Slow Food Corner
In herfst, winter, lente en zomer.

01-12-2014

De wereld ondersteboven

De wereld verandert. Maar in wat? Moeilijk te zeggen. We bedenken het. In veelzijdige theorieën. Rijken worden armer. Armen worden rijker. Maar hoe dan? Niet in geld. In emotie misschien? Een klein essay. In kleine zinnen. Via Maslov’s behoeftepiramide. Basisbehoeften opnieuw geschaald. Maar dan omgekeerd. Op zijn kop. In vijf etages. Maslow’s wereld ondersteboven.

De vijfde etage. Van oorsprong basis. Wordt de bovenste. Eten, lucht, water. Basisbehoeften heel primair. Ze staan bovenaan. Helemaal aan top. Voor velen onbereikbaar. Maar niet noodzakelijk. Dan volgt bestaanszekerheid. De vierde etage. Dak boven hoofd. Niet in oorlog. Huisje, boompje, beestje. Veiligheid en zekerheid. Dat wensen we. Dat voelt comfortabel.

De derde etage. We willen meer. Liefde en vriendschap. Maar hoe dan? Gebed in emotie. Geworteld in contact. In sociaal contact. In verbinding zijn. Samen met elkaar. Daarna volgt erkenning. Ja, dan pas. Voor sommigen levensbloed. Voor anderen levenselixer. Hoe denken anderen? Hoe denken zij? Ja, over mij! Hoe denk ik? Ja, over mijzelf. En over anderen? Dat is belangrijk. Voor de rijken. Voor de armen.

De eerste etage. Van oorsprong bovenaan. Start bij zelfontplooiing. Wereld in verandering. De noodzaak voorbij. Iedereen wordt ZZPer. Onafhankelijk van elkaar. Zenuwachtig zonder poen. Zat zonder pils. Ziek zonder personeel. Ziedend zonder partner. Zoekend zonder pa. Zweverig zonder pen.

Hulpeloos zijn we. Hulpeloos zonder zelfontplooiing. Daar begint alles. Met zelf ontplooien. Meteen vanaf conceptie. In de kiem. Bij de geboorte. De boreling ontplooit. Hij wordt (h)erkend. Onmiddellijk ontstaat contact. Veilig en zeker. Hemel boven hoofd. Kraaiend van plezier. Honger kan wachten. De baby laaft. Water en lucht. Een geboren wereldwonder. Arm noch rijk. In goede tijden. En in slechte. Van alle tijden.

Opvoeding in zelfredzaamheid. Daar groeit zelfontplooiing. Maslow’s piramide ondersteboven. Op zijn kop. De wereld verandert. Enkel door geboorte. Een enkele geboorte. Gekoesterd in liefde. Ademend, etend, drinkend. In onvoorwaardelijke liefde. Klaar voor ladderklim. Klaar voor wereldstorm.

Naar aanleiding van deze column heb ik een zesluik geschreven.
Zie ook:
(1) Vijf etages
(2) Eten, water, lucht
(3) Levenselixer
(4) Uit de plooi
(5) In de kiem
(6) Boven aan de ladder