31-05-2016

120 Woorden Mei 2016

120 Woorden (120W) is een website gerund door vrijwilligers waarop ik kleine stukjes van exact 120 woorden plaats. Meestal aan de hand van opgelegde themawoorden.
Motto 120 Woorden: Er wordt veel te veel geschreven en daardoor veel te weinig gelezen. Weg met de breedsprakigheid. 120 woorden is precies genoeg.


Chicago (02-05-2016) (Themawoord: Getto)

Op een koude grijze ochtend in Chicago wordt een kleine jongen geboren. Niemand die het weten mag. In een luxe appartement op verdieping driehonderdtwaalf van een wolkenkrabber, hoog boven de wolken. Hoog boven de wolken waar de wereld grenzeloos is. Maar niet voor de kleine jongen. Ook al ontbreekt het hem aan niets. De wereld is niet klaar voor hem. Zittend, liggend, op en tegen het rode pluche wordt hij langzaam klaargestoomd in het diepste geheim. Samen met tientallen andere kleine rijke ‘boefjes’. Ze mogen eigenlijk niet zo genoemd. De keuken denkt daar anders over. De kleine lorden moeten nog veel leren. Hun mamma’s zullen ze nooit kennen. De kleine jongetjes kijken reikhalzend hun ogen uit. Geblinddoekt in een getto.


Gettolac (04-05-2016) (Themawoord: Getto)

Ik sta voor het stoplicht van 2300 Southern Boulevard, Bronx, NY 10460. Naast me staat een… ja, een wat is het nu precies? Het is roze, lang, vier wielen en het trilt en bonkt als een pletmachine; wals heet dat geloof ik, waarmee ze wegen asfalteren. Achter het stuur een donker typje met rastahaar en een hele grote sigaar in zijn mond. Zijn hoofd schudt afwisselend naar voren en naar achteren op muziek die ik maar moeilijk kan definiëren. Zijn arm vol plaatjes hangt nonchalant uit het raam en klopt mee op de maat van de muziek op de gele autodeur. Ja, die is geel gespoten. Als enige deur. Zoet geel. Het licht springt op groen. Weg is de gettolac!


Molly en Dolly (10-05-2016) (Themawoord: Schutting)

Take five. Molly is er helemaal klaar voor. Nu Dolly nog. Bloot moeten ze. Helemaal bloot. Voor de camera en voor de micro. Als dat maar goed gaat.

De hele filmset is uitgelopen. Dit moet het hoogtepunt worden. In de zuiderhoek staat een nerveus meisje met blauwe aders op haar armen en benen. Waar blijft nu fucking Dolly? Molly probeert haar stem wat te smeren. Deze scene is cruciaal voor het slagen van de film. En dat beseft Molly maar al te goed.

Ze hangt wat tegen de schutting, maar van Dolly is nog geen spoor te zien. Zou ze plankenkoorts hebben? Of beter gezegd schuttingkoorts? Nee, dat is meer iets voor Rijk, of Sylvia. Gooien met kristal dan maar.


Gat in de schutting (10-05-2016) (Themawoord: Schutting)

Er zit een gat in de schutting. En voor dat gat verschijnt regelmatig een oog. En ik weet van wie dat oog is. Van de vieze geile buurman. Wat nu?

Ik bespreek het met mijn medestudenten. Ze geloven me niet. Ik vraag hen heel simpel. Hou het maar eens in de gaten? En ja hoor. Ook zij zien het glurend oog. Van de vieze geile buurman. We bedenken een plan. We lachen ons suf. Dit is meesterlijk.

Wie voert het plan uit? Met z’n allen dan maar. Ik mag naar de Bruna. We knippen de geilste blote vrouw uit het pornoblaadje. Hangen het aan een ijzerdraadje en bevestigen het voor het gat. Het gat van de geile vieze buurman. Lachen!


Haddock schuttingtaal (13-05-2016) (Themawoord: Schutting)

Leeswijzer: hardop voorlezen, duidelijk articuleren, in een keer doorlezen, zonder te aarzelen, bij voorkeur voor een spiegel.

Aardappelluis, achterkleinzoon van een geplukte gier, Appenijns kropmens, bepluimde kannibaal, beulshond, bij alle haartjes de snor van Plekszy-Gladz, bij de baard van de profeet, blikslager, bommen en granaten, bulldozer, cataclysme, cyclotron, dekselse kwajongen, dios de mi vida, diplodokus, donderboms knuppelfenomeen, drogelever, druifluis, Ersatz-kameel, gifmenger, hangsnor, heikneuter, invertebraat, jandorie, kolokwint, kropdrager, krulparasiet, kwijlwortel, loerak, lompe griezel, lorejas, mameloek, melkmuil, mislukte acrobaat, niksnut, nogaspekulant, olieboer, ondier, ongeluksmens, ouwe knotwilg, pekelharing, planetenzwerver, potverpillepap, raketpiraat, rare kwistenbiebel, rolaap, schele kaalkop, slangebijter, sneeuwvreter, strotgrondel, stuk Beethoven, tapijtenventer, trompetneus, Turkse muts, uilskuiken, uitgedroogde mummie, verduivelde klapsigaret, vierpootaugurk, vliegende doodskist, vuig wrattenzwijn, wafelijzer, wandelende seinpaal, waterdrinker, zandvlooi, zeekomkommer, zwaarmoedige muis.


Onder de mantel (19-05-2016) (Themawoord: Mantel)

Hij is amper zichtbaar. Ook al draagt ie de kleur rood. Het liefst zou hij nog minder zichtbaar willen zijn. Maar rood moet ie dragen. Dat is nu eenmaal zo afgesproken. Het hele jaar? Het hele jaar. Overal? Overal. Een groot dilemma. Rood komt op je af. En dat weet de man. De man die veel liever blauw draagt. Wijkend. Wat een straf.

Onder de mat of onder de gordel, dat is nog tot daaraantoe. Maar onder de mantel? Dat kan echt niet. Niet met kleine kinderen erbij. Viespeuk. Alleen de gedachte al. Maar hij kan het niet bedwingen. Waar moet hij anders zijn handen laten? Hij heeft werkelijk waar geen idee. Op zijn rug dan maar. De beste oplossing.


Mantelen (19-05-2016) (Themawoord: Mantel)

Wie kent het niet? Iedereen doet het. Mantelen. Kijk maar eens goed om je heen. Maar waar vindt het zijn oorsprong? In de natuur natuurlijk. Zoals alles zijn oorsprong vindt in de natuur.

Je moet er niet te veel bij nadenken. Mantelen moet je doen. Net als kantelen. Hoewel? Het hangt er vanaf waar je de klemtoon legt. Bij mantelen is dat net zo. Bij manteelballen wordt het alleen wat moeilijk. Ik dwaal af.

We mantelen dus allemaal. Ik heb het zelf voor het eerst gezien bij een buizerd. Hij sloeg zijn vleugels om zijn juist gevangen prooi heen. Herkenbaar toch? Wie doet het niet? Mantelen? De vleugels om iemand heen slaan? Uit bescherming, angst of gewoon uit liefde. Onvoorwaardelijk.


Zakpijp (19-05-2016) (Themawoord: Mantel)

Je zult het maar zijn? Een zakpijp, een manteldier. Je leeft op, in en door water. Douchen hoeft niet. Naaktzwemmen mag. Niemand die het ruikt of ziet. Dag in dag uit pomp je water door je lijf? Dat is toch geen leven? Het slaat voortdurend op maag, darm en hart. Om over de blaas maar niet te spreken. Gewoon laten lopen zeg ik dan.

Maar dan die onderverdeling. Samengebracht met gewervelden en schedellozen in de stam van chordadieren. Met de eerste kan ik nog leven, maar met schedellozen? Domme dieren. Waar laten ze hun hersens? In ballen of borsten? Ach, laat mij maar lekker zuigen, met mijn kieuwkorf voedsel filteren. Dat maakt mij gelukkig, gelijk een koe zijn gras pruimt.


Mantelrock (20-05-2016) (Themawoord: Mantel)

Met haar grote lange staart maakt ze de dansvloer onveilig. Zeepaardjes doen haasje over en worden al snel amechtig. Het waterballet kan de aanwezige zoenvisjes amper bekoren. Zij houden veel meer van mantelrock.

DJ Poliep bakt er niet veel van. De dansvloer blijft lange tijd leeg. De muziek van Händel is dan ook geen slimme keus. Het loopt van geen meter. Douwe Bob probeert het nog even met een ballad. I love you. Knipoog. Maar ook daar worden de zoenvisjes warm noch koud van.

Waarom geen mantelrock? Wacht. Daar is ze. Zwoel betreedt ze de vloer, dressed up als Lady Gaga. Marilyn Mantelrog in strakke rode mantelrok. Ze slaat haar grote vinnen open en flirt met DJ Poliep. Let’s dance!


Geen stuiver voor handen (23-05-2016) (Themawoord: Stuiver)

Het is weer zover. Moeders, vaders ze houden hun hart vast. Niet allemaal, maar toch veel. Veel te veel. De rugzak van de kindjes is gevuld. Tot aan de rand. Maar dit keer niet met brood en boeken. Stoer kijken ze uit hun ogen. Vooral de jongens. De meisjes vinden het maar eng. Ze verzamelen om de hoek van de hoofdstraat. Daar worden ze niet zo gezien. Wel zo handig.

Eerst wordt het wapenarsenaal bekeken. Ruim voldoende om een kleine oorlog te starten. De boys gaan op pad. Het miezert een klein beetje. Maar daar geven ze niets om. Gewoon de kraag wat meer omhoog gestoken. De brillenglazen beslaan. Het lont aangestoken. Veel te kort. Dag hand. Geen stuiver over.


Butken (24-05-2016) (Themawoord: Stuiver)

Niet te verwarren met dukken. Men neme een but (paaltje van hout), pakweg vijf deelnemers (allen in het bezit van een paar stuivers) en even zoveel stenen als deelnemers.

Plaats het paaltje op de grond. Alle deelnemers leggen een stuiver op het paaltje. Om de beurt proberen de deelnemers het paaltje omver te gooien. De stuivers met kop boven zijn voor degene die het paaltje omver heeft geworpen. De andere stuivers worden weer op het paaltje gelegd. Iedereen legt er nog een stuiver bij. Nieuwe ronde. De winnaar is degene met de meeste stuivers. Logisch, toch?

Degene die het niet begrijpt mag dukken. Op de rug van de winnaar. Plaats stuiver in mond winnaar, stevig vasthouden en dan dukken maar.


Gouden stuiver (25-05-2016) (Themawoord: Stuiver)

‘Aan de kant! Daar komt ie aan. Bukken, bukken!’
De koplichten van de auto’s beschijnen de paardenrenbaan van Albury. De Uiver maakt een noodlanding. Stoere kompels trekken de vogel vlot. Op naar Melbourne.

‘Ja, daar komt ie. Landen, landen. Nu! Yes!’
Piloot Parmentier loodst zijn vogel naar plek twee in het algemeen klassement. Dankzij de lepe aluminiumconstructie wordt ie eerste in het handicapklassement. We tikken af het jaartal 1934.

Knappe prestatie van de Uiver. Hij laat de Pelikaan, de Adelaar en Uil ver achter zich. Een heilig KLM-vogeltje. Een Sint. Sint Uiver. We noemen hem Gouden Stuiver!
‘Flying Fräulein’ Thea Rasche doet verslag, de enige vrouw die deelnam aan de Melbourne-luchtrace. In december stort de Gouden Stuiver neer. Niemand overleeft.


Verstuiven (26-05-2016) (Themawoord: Stuiver)

Dennenappel is de geur die ik mij herinner zodra ik de deur opentrek van een toilet langs de linksrheinische snelweg in Duitsland. Een spontane reactie van mijn hersenen op de prikkel die via mijn neus linea recta doorschiet naar de bovenkamer. Ik ruik pis. Dikke zure pis.

Met grote walging laat ik mijn broek zakken. Die mag de vloer niet raken. Ik buig lichtjes door de knieën en neem een spreidstand aan. Zoutkristallen op de vloer doen me denken aan de grotten van Han. Het gat van de witgele pot waarin ik moet mikken is poepbruin. Bah.

‘Verstuiven!’ Denk ik vals. Ik grijp mijn verstuiver en knijp het ventiel een klein beetje dicht. Met een brede glimlach spuit ik gier.


Beeldgehak (30-05-2016) (Themawoord: Slager)

Met verbazing kijk ik beurtelings omhoog en omlaag. Ik kan mijn ogen niet geloven. Ze lezen wat ik zie, rapporteren rechtstreeks aan mijn brein. Het netvlies bibbert en probeert datgene wat mijn ogen aanschouwen te bevriezen.

In diverse bovenkamertjes worden de beelden opgeslagen, een voor een. Beginnende hoofdpijn. Twijfel. Te veel deuren die dichtslaan. Verschillende beelden worden de kamertjes ingeduwd. Voorgoed opgesloten? Dat is nog maar de vraag. Ik herinner me situaties waarin veel deuren tegelijk open gingen. Beelden in herinnering vloeien over elkaar heen. Chaos alom.

Op de toonbank zie ik het vlees bewegen. Roze met witte spikkels. Gehakt had ik gevraagd. Half om half. Ik kijk in het gezicht van de slager. Roze met witte spikkels. Ik lach.



Schrijfveren Mei 2016

Dagelijkse oefening in het schrijven van Schrijfveren. In maximaal 15 minuten tijd, associatief schrijven zonder correcties, naar aanleiding van een opgegeven titel. Met dank aan Hella Kuipers.
Hoe en wat? Zie: http://heldenreis.nl/schrijfveren
Oorsprong? Zie: http://judyreeveswriter.com/guidelines-for-writing-practice


Hier kan ik niet zonder (01-05-2016)

Het langwerpige boekje dat op mijn knie ligt heeft gekrulde hoekjes en is erg broos. De pagina's zijn vergeeld. Ik sla het open op de eerste pagina en lees. De moppen van Max zijn wel heel oud en flauw. Het Nederlands is keurig. Net als de spelling en de lay-out. Braaf en een heel klein beetje stout. Tailleur heet de goede man. Wat een deftige naam. Het klinkt bijna als een dreiging. Max Tailleur. Nog even en ik stuur Max Tailleur op je af. Dat zal je leren. Ik lach om mijn eigen grapje. Maar is het wel zo lollig? De situatie in ieder geval niet. Ik lach een beetje krokodillentranen. Wat moet ik nu toch doen? Grote vertwijfeling. Het papier is op. De verleiding groot. Maar hoe dierbaar is Max Tailleur? Hij hangt hier niet voor niets al jarenlang in dit kleinste kamertje van het huis. Wat betekenen de grapjes voor de eigenaar van dit kleine hok? Werkt het ontlastend? Of stopt het juist de boel? Zal ik het gewoon toch maar proberen? De nood is immers hoog. Ik ga op zoek naar de flauwste grap en de bladzijde die het minst geleden heeft. Ik wil immers niet met mijn vingers door het papier drukken. Bah! Alleen de gedachte al. De eigenaar van het kleinste kamertje van dit huis is haast doof. Schreeuwen om papier heeft dan ook geen enkele zin. Op de voorlaatste pagina heb ik beet. Een blanco pagina nota bene, aan beide kanten. Heb ik even geluk. Geen drukwerk dat achterblijft op mijn achterste. Ik scheur de pagina heel voorzichtig uit het witte plastic ringetje. Het papier is zo poreus dat het makkelijk loslaat. Ik besef dat ik maar een kans heb en dat ik zorgvuldig te werk moet gaan. Alles moet in een keer meekomen en schoongeveegd. Ik vouw de pagina zo goed en zo kwaad als het kan tot een klein schepje. Moet kunnen. Ik leg het schepje in mijn handpalm en steek het tussen mijn knieën door. Bedachtzaam en heel voorzichtig schep ik met een elegante beweging mijn bilspleet schoon. Een zucht van verlichting. Ik laat het schepje vallen met inhoud en spoel de bruine grap vlug door. Ik hang Max weer aan het haakje en was mijn handen. In onschuld.


Een begraven, opstandig geheim (02-05-2016)

Charly kon amper afscheid nemen van haar moeder. Het liefst had ze haar in een klein doosje gestopt en voorgoed bij haar gehouden. Iedere dag zou ze dan uitgebreide conversaties hebben gehouden. Over vanalles en nog wat. Haar moeder was haar zo dierbaar, dat kon niemand goed verwoorden. Niet in korte verhalen, noch in gedichten. In een roman al helemaal niet. Dat zou veel te veel pagina's in beslag nemen. Een trilogie zou nog niet volstaan. En toch wilde Charly het liefst haar moeder met al haar verhalen in een klein doosje bij zich dragen. Maar het volstond niet. Daarvoor was ieder doosje veel te klein. Ze moest dus met een andere oplossing komen. Iedere dag liep Charly naar haar graf en piekerde zich suf. Ze baalde ervan dat haar moeder nu in een grote kist in de koude grond lag. En ook nog eens op haar rug. Op haar buik had nog gekund. Ware het niet dat ze aan astmatische bronchitis leed. Op je buik liggen is dan nergens prettig. Ook niet als je dood bent. Op haar rug liggen wilde moeder ook niet. Dat deed haar veel te veel denken aan Bijbelse taferelen en aan slaap. Aan beiden had ze een gruwelijke hekel. Charly wist dat. Tijdens de lange wandelingen die ze met haar moeder had tot vlak voor haar overlijden had haar moeder daarover verteld. De grote angst van platliggen, hoe dan ook, bij haar sterven. Cremeren wensten ze om die reden ook niet. Tenzij er een oven zou zijn waarin ze rechtop kon staan. Een zeemansgraf dan? Dat had ook nog een optie kunnen zijn. Maar dat was helaas niet toegestaan. Moeder vertoefde immers nooit op een boot. Laat staan op een oceaan waar geen ankerplaatsen voorhanden zijn. Maar. Gelukkig was Charly erg creatief. Dat bewonderde moeder ook altijd in Charly. De onweerstaanbare innerlijke drang om oplossingen te creëren daar waar niemand ze voor mogelijk houdt. De oplossingen die Charly verzon besprak ze altijd eerste met haar moeder. En dat was wat ze nu miste. Op de buitenwereld kwamen de gesprekken altijd over als huis-, tuin- en keukenfilosofie. Maar Charly en moeder wisten wel beter. Er kwam altijd een gedegen slotsom. Zo nu ook. Ze gooide haar schep aan de kant en keek tevreden naar het graf. Achter de grafsteen had Charly handig een kleine handel geïnstalleerd. Niemand die het zag, als je het niet wist. Met een snelle handeling trok Charly de handel naar beneden. De aarde bewoog en daar richtte moeder zich op. Uit haar graf. Rechtop. Uit haar tas haalde Charly een thermoskan en twee kopjes. Waar zullen we het vandaag eens over hebben mams?


Mij is het lot beschoren ... (03-05-2016)

Ik mag meteen uitdelen. Als kersverse tafelgenoot een hele eer. Hoewel, ik kom natuurlijk vanzelf een keer aan de beurt. Per toerbeurt wordt er namelijk gedeeld. Pokeren is mijn lust en mijn leven. En nu eindelijk ben ik doorgedrongen tot het walhalla van de pokerscene. In de lounge van Hotel Paris in Las Vegas vindt het spektakel plaats. De wereldkampioenschappen poker. En ik zit aan de hoofdtafel. Wie had dat gedacht? Er staat veel op het spel. Aan tafel zitten verder, Shannon Elizabeth, Erica Schönberg, Tiffany Michelle, Almira Skripchenko, Clonie Gowen en Fatima Moreira de Melo. Allemaal first class pokerbabes. Hoe zal ik mij handhaven. Handhaven? Ik wil natuurlijk winnen. En liefst ook alle kleren aanhouden. Dat is tijdens de wereldkampioenschappen nog nooit iemand gelukt. Er ligt een uitdaging. Zo is het ook nog nooit gelukt dat een volstrekt onbekende aan de finaletafel deelneemt.

Ik heb me nog niet voorgesteld aan de dames. Hoe zal ik dat eens aanpakken? De gegevens uit de voorrondes zijn geheim gehouden. Voor zover dat mogelijk is met beroemdheden. Voor mij nu een onverwacht voordeel. Ik heb voorkennis, de pokerbabes niet. Ik besluit een schuilnaam aan te nemen. Kleine Witje lijkt me wel gepast. Er zitten toch geen Zweden aan tafel. Dus verraad ik niets. De finaleronde gaat in. De dames gaan allen tegelijk naar het toilet en ik besluit ook even Pipi zu machen. Op het toilet wordt ook meteen bepaald wie de winnaar wordt. Ik tot mijn grote verbazing. De anderen gunnen elkaar namelijk niet het licht in elkaars ogen. Wat een verrassing. Een mooi lot is mij beschoren.


Een lief gebaar (04-05-2016)

De mens tracht en tracht en komt vaak tot niets. Tot niets nakkes nada. Hoe komt dat toch zo? Doet hij niet zijn best? Geeft hij snel op? En over welke mens hebben we het dan precies? De westerse, de oosterse, de noorderling, de zuiderling? Of houden we het gewoon in het midden? Noemen we hem voor het gemak de middenmens. De middenmens zou toch tot behoorlijk wat dingen in staat moeten zijn. En toch, vaak verknalt hij ook de boel. Wat de dinosaurus in 200 miljoen jaar heeft weten opbouwen, breekt de mens in nog geen half miljoen jaar af. Met rappe hand in den beginne en met rappe machines in het nu. De natuur. Om precies te zijn de oerwouden van Brazilië.

Maar de natuur straft onmiddellijk. Een kleine mug overleeft alles. Een lief gebaar van de natuur. God weet wie hier de hand in heeft? De middenmens is niet gelovig maar wel altijd op zoek naar verklaring en diepgang. Hij bundelt de filosofie van alle windstreken. Maar met zo'n simpel beest als een mug weet hij geen raad. Een mug die ook nog eens ziek maakt en het leukste sportevenement dat alle windstreken met elkaar bundelt nu bedreigt. De Olympische Spelen in Rio dreigen uit te lopen op een groot fiasco. Rio trekt lering en checkt alle riolering. Uit voorzorg.

Geen mug mag er straks rondvliegen in de big city. Laat staan een drone. Uitgezonderd de doelpuntlijndrone en de tenniscourtdrone. Maar voor de rest mag er niets, maar dan ook niets door de lucht vliegen in Rio. Ook geen corruptie en al helemaal geen televisierechten. Reclame kan ook niet door de beugel. Behalve als er Grolsch op de fles staat. Zij hebben alle rechten opgekocht. Maar wat moeten ze ermee? Enschede op de kaart zetten. Maar natuurlijk. En Groenlo, waar alles ooit begon. Ja, we maken Groenlo tot het middelpunt der aarde. Dat vindt iedereen best lekker. De middenmens zal het lekkere vocht zeker kunnen pruimen. De volgende Olympische Spelen houden we in Groenlo. Natuurvriendelijk, mugvriendelijk en dinosaurusvriendelijk.


Een vreemde ervaring (09-05-2016)

Mercurius staat vandaag heel even tussen aarde en zon. Dat vertelt het journaal mij. In 2003 voor het laatst en in 2019 op reprise. Per eeuw komt zo'n Mercuriusovergang pakweg 15 keer voor. Tot zover de cijfertjes. Natuurlijk was het nieuws al eerder tot me doorgedrongen. Ik was dan ook goed voorbereid op dit terugkerend natuurverschijnsel. Ik wist ook dat ik op zoek moest gaan naar iets waarmee je ongehinderd in de zon kunt kijken.

Aangezien er bij mij in de buurt geen sterrenkijker of -wacht aanwezig is moest ik zelf iets verzinnen. Ik heb diverse hulpstukken uitgeprobeerd. Zo keek ik eerst door een klein jampotje. Van vroeger kon ik me herinneren dat die dik glas bevat en heel goed beschermt. Mijn vriendje had er namelijk een en ik moet zeggen, niet stuk te krijgen. Maar de prisma schoot toch bijna mijn oog lek. Blijkbaar keken we vroeger niet veel in de zon.

Dan maar een 9D-bril proberen. Drie 3D-brillen over elkaar geschoven. Ik weet niet meer precies wat ik zag, toen ik in de zon keek. Wat ik wel weet is dat ik ineens het idee had dat er meer dan drie dimensies zijn. Ik zweefde. Zeker weten. In het ultieme duister. Wat dan? Ik wilde toch die Mercuriusovergang meemaken. Eskimobril. Maar natuurlijk. Dat ik daar niet eerder aan dacht. Snel fikste ik een eskimobril in mijn schuurtje. Voor de zekerheid nam ik een stukje eikenhout. Met een boormachine een klein gaatje geboord en vervolgens met een decoupeerzaag een gleuf gezaagd. Voorzichtig de scherpe randjes wat opgeschuurd met schuurpapier, elastiekje eraan vastgemaakt en voilà, mijn bril was klaar.

Nou ik heb nog nooit zo'n bijzondere Mercuriusovergang meegemaakt. Ik zie nu nog steeds overal zwarte puntjes. Alsof een kleine teek over de zon sjeesde, zo ervoer ik de overgang. Ben nu wel benieuwd of de zon bestand is tegen de ziekte van Lymne. Heel even dacht ik dat Mercurius de zon prikte. Maar ik kan me vergissen natuurlijk. Bovendien is de zon waarschijnlijk resistent. Het is zo'n gigantisch grote vuurbol, die is overal tegen bestand.


Bellen in een telefooncel (10-05-2016)

Take five. Ik sta te bibberen in de kou. Waarom moet ik dit nu weer meemaken? En het is weer de techniek die mij in de steek laat, frustreert. De regisseur baalt ook als een stekker. Dat is duidelijk te zien. Maar ook deze take strandt. We houden even pauze. Onder deze bizarre omstandigheden is het ook wel erg lastig om een commercial op te nemen.

Ik denk met jaloezie aan Frank Lammers en Max Verstappen. Die mogen met veel humor een wedstrijdje houden in een supermarkt en voor het stoplicht. Hoe makkelijk en leuk is dat? Ik daarentegen zit op locatie in Siberië. Ik eet me helemaal stijf aan Jelle ontbijtkoek maar wordt daar niet bepaald warm van. Het verhaal achter de commercial is ronduit belachelijk. Met veel moeite is de humor te vinden. Heel ver.

Maar ik moet niet zo klagen. Heb er zelf inbreng in gehad, in het script. En wie op de blaren zit moet bloeden. Ik krijg nieuwe instructies van de regie. Positie innemen. De machine is gemaakt. Ik blaas mijn handen warm en kruip weer in de telefooncel. Harrie, de techneut lacht me toe. Ik denk er het mijne van. Wat heeft hij uitgespookt in de telefooncel? Ik bevries bijna in mijn nakie. Tijd voor actie. Take six. Ik haal de hoorn van de haak en spreek mijn tekst in.

'Ja, ik weet het ook niet. Ik stond even af te koelen tijdens een Fins saunabezoek en toen kreeg ik plots trek. In mijn badjas heb ik altijd Jelle ontbijtkoek. Die heb ik snel opgegeten. En toen kreeg ik ineens zin in een stukje Nordic Walking. Voordat ik er erg in had stond ik in de middel of nowhere. Het leek wel toendra. Gelukkig stond er een telefooncel. Een hele oude. Maar ja, hoe kom ik nu aan roebels? Een hertenjager heeft me uit de brand. En ja, wat nu?'

Ik kijk naar de hoorn van de telefoon en plots zie ik er grote bellen uitkomen. Grote zeepbellen. Ik denk ze zullen wel knappen. Maar nee. Ze zijn ontzettend taai en pletten me steeds harder tegen het glas. Ik schreeuw om help. Het mag niet baten. De techneut en de regisseur staan me keihard uit te lachen en houden hun duim omhoog. 'Hou vol!', roepen ze me toe. 'Goede actie, humor!'


Snelle verlichting met schone lei (11-05-2016)

Lei lei lei neer of deed Dorus d’n dakdekker det nou?
Wè?
Jao, wè, ge wit ut ni wà?
Amai zunne, zei ik hier anbeland in ne maf teater?
Jao, met snelle verlichting.
Met snelle verlichting? Hoe dè zo?
Nou gewôn met veul en snel licht.
Hoe snel?
Kei snel!

Wa un teater.
D’n dakdekker speult goe wà!
Kei goe.
Nee, nie kei goe. Hij lei lei.
Met Lei?
Joa, lei met Lei.
Zonder klei?
Zonder klei.
Dè’s knap
Zeker, schone lei, wè!?

Ben benieuwd nao de nieuwe sène.
Joa, dé’s wa slap, wà?
Wa meer pouwer zou goe zijn.
Wà, wè’s pouwer?
Pouwer! Krach!
Oh, krach, jao, meer krach zou goe zijn.
Meer pit mag ôk.
Zeker en meer plot.
Ut gie nergens euver.

Wel.
Nie.
Over Lei toch en nunne dakdekker die same lei leien.
Dè gie toch nergens euver.
Boeien!
Boeien!
Boe!
Boeeee!!!
Pintje?
Pintje!


Mijn goeroe kijkt zwart (12-05-2016)

Omdat ik een boemerangkind ben kijkt mijn goeroe zwart. Een echte held mijn vader. Mijn goeroe too. Mijn veraf god. Hij is niet meer. En toch kijkt ie zwart. Vanuit de hemel. Mocht die überhaupt bestaan. In ieder geval vanuit iets hogers. Zwart keek ie sowieso. Samen met onze hond Blacky. Kijkgeld en belasting waren nooit goed aan hem besteed. Ik gaf er niets om. Ik was immers een boemerangkind. Kwam regelmatig terug naar huis. Vanwege de was en een immer gevulde koelkast. Essentieel voor een young adult. Eten en schone kleren. Slapen kan overal. Zwerven ook. Het zwartkijken heb ik overgenomen van pa. Zit in de genen. Heb misschien wel tien cursussen en workshops gedaan om het 1) te ontdekken 2) te accepteren en 3) om te draaien. Tevergeefs. Niets is goed. Zal dan ook nooit een witkijker worden. Of nog beter kleurenkijker. Hoewel? Is niet alles gekleurd. Ik houd het toch liever bij blanco. Iedereen begint blanco immers. Er gekleurd opstaan kleeft ook te veel aan je. Het wordt tijd dat ik weer eens terugkeer. Naar huis. Naar welk huis? Het staat er niet meer. Het is inmiddels afgebroken. Zowel fysiek als mentaal. Het heeft even geduurd om alle stenen af te breken. Ben met het dak begonnen. Toen het dak er eenmaal af was werd de rest een peuleschil. Een stukje cake. Wat natuurlijk meteen honger oproept. Trek, want honger bestaat niet echt in onze moderne maatschappij. Hoewel daar de meningen over verdeeld zijn. Zum kotzen. Wat meteen weer vieze kleren oplevert. Krijg sterk behoefte aan eten uit een volle koelkast en schone kleren. Tijd om weer eens naar huis te gaan. Het huis dat er niet meer is. Ik tast in het duister en blijf voorlopig zwart kijken. Het zit in mijn genen.


Kabaal bij de buren (13-05-2016)

Het is weer feest bij de buren. De buurvrouw krijgt er stevig van langs. De buurman heeft zijn pijlen weer eens op haar gericht. In de tuin. Zelfs de vogels schrikken ervan dit keer. Geen poezenalarm maar buurmanalarm. Ik probeer de discussie te voorspellen. Binnen dertig seconden gaat de buurman naar binnen en slaat keihard de deur achter zich dicht. Ik klok. En ja hoor. Binnen vijfentwintig seconden slaat de achterdeur keihard dicht. Het glas valt er net niet uit. Zoals de vorige keer, nog geen twee dagen geleden.

Me afsluiten voor het kabaal heeft geen zin. Dus maak ik er maar een spel van. De buurman komt binnen dertig seconden weer naar buiten en gaat dit keer op een zachte toon de discussie aan. Poeslief. De buurvrouw zwijgt. De buurman wordt boos. Heel boos. Verheft zijn stem en zegt: Jij denkt het altijd beter te weten, maar eigenlijk ben je oerdom. Ik klok wederom. En ja hoor. Net binnen de tijd komt de buurman weer naar buiten en gaat op zachte toon, poeslief de discussie aan met zijn vrouw. Die zwijgt. Hij wordt steeds bozer en roept keihard: Kutwijf.

Ik val bijna van mijn stoel. Hier gaat iets goed mis. Dit is niet het scenario dat ik ken. Opletten geblazen dus. De buurvrouw barst in huilen uit en rent naar binnen. Even is het stil. Dan hoor ik de buurman praten. Hallo, met Hans Libelleman. Spreek ik met Lita? Die is er niet? Wanneer is ze weer aanwezig? Vandaag niet meer? Mijn lieve god, wat moet ik nu? Bellen met Mona? Maar die is lang niet zo lief. Oké, geef me het nummer dan maar. Ik weet niet wat ik hoor. Dit had ik niet gezocht achter mijn buurman. Een kwetsbare kant. Bellend naar een biechtmoeder. Wie had dat gedacht?


Vissen (20-05-2016)

Wat ik graag zou willen weten, maar niet altijd durf te vragen, waardoor ik meestal blijf hangen in invullen en gissen, wat dan weer vaak leidt tot misverstanden en onbegrip en vrienden, familie en kennissen, maar ook gewone omstanders in verlegenheid brengt, waardoor ik mezelf in een vervelende situatie positioneer en ik veel tijd kwijt raak in wollige verklaringen om mijn vraag te duiden, met in mijn achterhoofd de weet, op deze onmogelijke vraag is nauwelijks antwoord te geven, want ik breng degene die ik het vraag onmiddellijk in verlegenheid waardoor deze, heel begrijpelijk, beren en tijgers op het antwoordspoor zet en mij als wildjager haast geen keuze laat, niet wetende dat ik erg diervriendelijk ben en daarbij geen enkele diersoort uitsluit of iets aan doe, zelfs geen luizen in de pels of irritante mieren die voor mijn voeten lopen, over mijn voeten, richting kuit, knie, schouders, hoofd en in omgekeerde volgorde, beslist en directief, weer terug naar teen. Ik veeg er mijn voeten niet aan af. Nee, dat stinkt. Naar mierenzuur, weet ik uit ervaring voordat ik mij bekeerde tot boeddhist. Nee, die vraag ga ik toch maar niet stellen. Ik houd me veel liever bij NIVEA. Uit de blauwe doos. Blauw ja. Ik smeer en vul niets in voor een ander. Never! Dan maar geen eenduidig antwoord op mijn vraag. Ik laat het los. Ben niet voor niets twintig jaar in Ladakh geweest. Nou sorry lezer. Ik laat u even in het ongewisse ... en nee, het heeft geen enkele zin ... om nu te gaan ... In alle onze vragen liggen antwoorden immers opgesloten.


Een tamboerijn (24-05-2016)

Bob schreeuwt het uit. ‘Mister, mister, waar is mijn tamboerijn?’

‘Hee, dat weet ik ook niet, schreeuwlelijk!’ Antwoordt meneer Dylan.

‘Maar pa, ik heb hem echt nodig, nu!’

‘Ja jongen, kun je niet even je mondharmonica gebruiken, of gitaar?’

‘Maar pa, je weet toch dat ik geloof in bijgeloof, en die tamboerijn …’

‘Ja, ja, het is al goed. Mams zal hem wel in gebruik hebben. Ik ga wel eventjes kijken, don’t panic!’

Mams Dylan is in geen velden of wegen te bekennen. Paps begint aardig te zweten. Bob is nogal veeleisend en indien zijn eisen niet vroegtijdig ingewilligd worden zijn de rapen gaar. En gare rapen in combinatie met een boze Bob …

‘Mams, mams, waar de fok hang jij uit?’

‘Hiero lief, achter in de schuur!’

Pa Dylan ligt helemaal in een deuk. Ma zit op een klein krukje op de tamboerijn dichtbij Bertha. Telkens als mams aan een van Bertha’s uiers trekt heft ze beurtelings haar linker- en rechterbil. De tamboerijn rammelt en de koe plast melk. Het spuit alle kanten uit. En mams … die heeft nog de grootste lol.

‘Vindt ze leuk!’ Grapt mams. ‘Kijk maar eens naar haar staart.’

Pa ziet hoe Bertha met haar staart wel duizend vliegen tegelijk het hoofd dol maakt. Ze vliegen alle kanten op, behalve de goede. Ze geraken maar niet bij de kont van de koe. En een lol dat Bertha heeft.

‘Ze heeft geen last van jeuk als ik op de tamboerijn speel, is dat niet fantastisch!’

‘Bob heeft de tamboe nodig!’

‘Hoezo? Heeft ie ook weer jeuk?’

‘Nee, hij componeert muziek, dat gaat niet zonder tamboe. Je kent hem toch!?’

‘Het is en blijft een watje, jouw watje, mijn schat, ik kom er zo aan, nog effe Bertha kietelen.’

Pa loopt terug naar Bob.

‘Ze komt er zo aan jongen. Mams had de tamboe effe nodig voor Bertha!’

‘Is dat gemelk nu nog niet afgelopen? Kan ze niet de koe buiten zetten? Het gaat allemaal ten koste van mijn talent. Het heeft actie nodig 24 uur, 7 dagen lang. Ja, ook als ik slaap. Mijn talent.’

Daar stapt mams de kamer binnen.

‘Zit je nu weer te zeiken Bob. Hou daar nu eens mee op. Schrijf eens een up tempo nummer. Ik ben die ballads spuugzat. Bertha ook. Breng eens wat verandering in je repertoire, wil je? Gooi er eens wat meer Elvis in, je weet dat ik daar van hou. En Bertha ook!’

‘Komt voor de bakker mams, wordt aan gewerkt. Ga jij nu maar wat verder blowen in de wind. Ik heb al een idee.’

Pa mompelt. ‘Mmm … times are changing …, another side of Dylan?’

Zou hij het ooit halen? Zijn Bob. Mister Tamboerijn.


Voor het eerst naar school (25-05-2016)

Ik voel me niet op mijn gemak vandaag. Dat heb ik nu altijd zodra er iets nieuws te gebeuren staat. Sommigen noemen het gezonde spanning. Ik noem het gewoon vervelend. In gedachte sta ik even stil bij de yogales van afgelopen week. Daarna breng ik mijn buik en ademhaling even omlaag. De Harabuiki-ademhaling voelt goed. Het brengt me terug op aarde. Niet dat ik zweef maar het is toch wel prettig om even contact met de aarde te hebben.

Ik zuig de energie uit de aarde op en drijf de kwade sappen en gedachten diep de grond in. Heel even lijk ik te soppen in mijn schoenen. Het angstzweet is gelijktijdig met mijn uitademing, via rug, bilspleet, onderbeen en kuit richting voeten afgedreven. Heel even voelde ik het zweet nog twijfelen in mijn bilnaad. Waar te gaan? Maar de grote hoeveelheid gaf uiteindelijk een logische, vanzelfsprekende watersplitsing over beide benen. De yogajuf had me nog zo gewaarschuwd. Had ik nu maar geluisterd. Beter had ik vooraf mijn schoenen en sokken uitgedaan. Ik besluit maar even te verversen. Sportsokken. Witte. Fit for the situation.

Het is vijf voor zeven. Ik loop nog even mijn lijstje na. Heb ik alles? Helm, touw, zeil, reservetouw, reservezeil, rugzakje, broekgordel, bril. Check, ckeck, dubble check. Horloge met hoogtemeter? Bijna vergeten. Fluitje, flesje water. Zakdoek. Veiligheidshesje. Vliegtuig. Vliegtuig? De zenuwen worden me heel even de baas. Mijn vrouw zwaait me lachend uit. Succes schat!

Op naar de parachutespringschool. Mijn eerste les. Ik voel me als een brugpieper met een veel te grote tas. Shit. Appel vergeten. Terug. Eentje voor de juf en eentje voor mezelf.


Vlinders in je buik (29-05-2016)

Ik heb vlinders in mijn buik. Heerlijk toch? Jazeker. Ware het niet dat ze slecht verteerbaar zijn. Daarnaast wegen ze ook nog eens heel zwaar. Het lijken wel tientonners. Zo voelt het. Het kriebelt ook nog eens verschrikkelijk. Zwaar op de hand? Zwaar op de maag? Ik weet het niet hoor? De liefde speelt mij parten. Dat is duidelijk. Het vlinderen voelt in ieder geval niet prettig. Ik weet niet precies met hoeveel ze zijn, maar het lijken er wel duizend. Ze slaan met de vleugels hard tegen mijn buikwand. Ze vragen mijn aandacht, met groot geweld. Ik kan mijn ogen niet dichtdoen. Ze slaan zelfs met hun fladderende vleugeltjes tegen mijn lensen. Ze fladderen niet langer door mijn buik, maar door mijn hele lichaam. Ik voel het zelfs kriebelen in mijn tenen, onder mijn voeten. Volledig word ik in beslag genomen. De liefde schreeuwt. Wat doet het pijn. Vreselijk. Wat is het irritant. Vreselijk. Maar ook ontkom er niet aan. De vlinders hebben allemaal deksels bij zich. Sommigen dragen grote en sommigen kleine. Wat moeten ze ermee? Ik moet het weten en houd er eentje aan. Wat doen jullie toch met al die deksels? En waarom vliegen jullie zo hard? We zijn op zoek! We zoeken potjes! Het is mei en bijna juni. Er moet onderhand wat gaan gebeuren. We bezwijken anders zelf onder de deksels. Deksels! Ik weet genoeg. Zelfs aan mij wordt liefde besteed. Dit jaar nog. Zeker weten.


Verslingerd aan duizend dingen (30-05-2016)

Sta daar maar eens bij stil. Bij duizend dingen. Dat is wel een hele hoop. Hoewel? Over een heel leven gezien? Dan kom ik toch eerder uit bij tienduizend dingen. Misschien nog wel meer. Verslingerd ben ik al heel snel. Vanaf den beginne. Ademhalingen, voetstappen, knipogen, huilbuien, ik kan het zo gek niet benoemen, ik ben en blijf eraan verslingerd. En het meest leuke is, dat ze een leven lang met je meeslingeren. Met een beetje geluk. Ze krijgen misschien na verloop van tijd een ander kleurtje, maar ik blijf eraan verslingerd.

Hoe dat zo denkt, vraagt u zich misschien af? Heel simpel. Uit pure verwondering en leergierigheid. Ontwapening niet te vergeten. Euforie is met mij samen geboren. 'Aha' en 'wauw' zijn de eerste oerklanken die uit mijn kleine keeltje komen. Later evolueren de klanken. Ze krijgen body dankzij de leer van het alfabet. Stuk voor stuk aanbid ik al die letters. Zesentwintig in a row. 'Aha' en 'wauw' worden al snel 'eureka' en 'unglaublich'. Ik lust er pap van en ontdek de magie van de ordening en vermenigvuldiging. De cijfers en getallen verschijnen om de hoek. Ik leer tellen. Ik pas op letters en op cijfers en nog veel belangrijker op mijn tellen.

Stiekem maak ik intussen vanalles mee. Wel tienduizend dingen. En de leut? Ik kan ze allemaal tellen. Opschrijven ook. Dan hoef ik ze niet te onthouden. Het geheugen loopt zo snel vol. Over door de euforie. Euforie die in alles aanwezig is. De tienduizend dingen overschrijd ik al bij mijn tiende jaar. Ik heb er gelukkig geen besef van. Totdat ik teruglees. De werkwoorden, de lidwoorden, de bijvoeglijke, en zelfstandige naamwoorden tel. De bijwoorden en de bezittelijke voornaamwoorden. Tellen wordt een passie. Daarna volgt pas het schrijven. Over duizend dingen en nog veel meer. Totaal verslingerd. Aan een uniek en eigen alfabet. Ik slinger alle letters dagelijks op de bon. In duizend variaties en combinaties op zesentwintig mooie letters. Verbonden en versmolten in een enthousiast doch ook lankmoedig hersenspel.

30-05-2016

Columns van Harrie (Mei 2016)


Digitale weerwolf / Gein & Ongein / 10-05-2016

Ik ben ingefluisterd mensen. Ja, iets nieuws. Niemand die het horen mag eigenlijk. Maar ik vertel het u toch. Het moet van mijn hart. De mens is niet eerlijk. Dat is mij verteld. En nu breek ik een lans. Voor diezelfde mens. Kijk nu toch eens naar Max. Na Epke en Toosje de meest lieve en betrouwbare Nederlander die Nederland rijk is. Ja zelfs ik ben er trots op. Als Nummer Eender. Niet te verwaren met Nummerdoor. Want dat is weer een ander verhaal. Je zult toch zo heten. Nummerdoor. Dat is weer eens wat anders dan Truusje Trekaf. Pietje Nummerdoor laat nooit een steekje vallen. Hij heeft het strand nog niet zo lang geleden ontdekt. Heeft er lijnen omheen gezet en deze met piketjes vastgezet. Hij doet nu een soort land veroveren maar dan zonder mes. Hij doet dat met zijn ballen. Bruine ballen. Evengoed scherp. Maar zonder mes. Hij maakt iedereen gek. Zelfs Brazilianen. Alsof die niet iets anders aan hun hoofd hebben? Wat doen die op het strand. Ontkomen aan muggen? Het is maar waar je liever door gebeten wordt, een mug of een strandvlo. Enfin, ik dwaal weer eens af. Griss mich nich.

Ik ben ingefluisterd dat een camouflageschrijver onlangs is gepenetreerd in een onschuldige website met onschuldige mensen. Die laatsten hebben elkaar ontmoet binnen de regels. Strenge regels. Een clubje handhavers die zorgvuldig en rechtvaardig waakt over het regelerfgoed. Eerst kom je door een soort ballotagecommissie die jou vanalles oplegt, of liever gezegd omlegt, die jou vraagt om eerst je bekend te maken middels NTAW, een niet te achterhalen wachtwoord. Vervolgens moet je langs de OPTA, optionele puzzel ter authenticatie. Kom je daar doorheen dan moet je eerst nog een passend kostuum aan. Een HRDP, een huisreglement dat past. En dan komt eindelijk de bevrijdende button die naar jou schreeuwt ‘ACCOORD’. Je bent binnen. Binnen in het hart en ziel. Binnen. Nou die camouflageschrijver die het dus gelukt is, lacht in zijn duimpje. Eerst heeft hij als een gulzige spin het web ontdekt en doorgenomen. Stap voor stap heeft hij al het potentiële voer smakelijk bestudeerd. Hij kent zijn pappenheimers, de valkuilen, de zwakheden. Het is slechts een kwestie van geduld voordat hij toe kan slaan. Ik bekijk het van de zijkant. In grote anonimiteit. Dat is ook de enige redding die ik heb. Deze digitale weerwolf weet van geen ophouden. Hij zuigt zijn slachtoffers zorgvuldig lek. Ik zeg het u.


Evaporeren / Gein & Ongein / 18-05-2016

Raakhout is volledig uit zijn humeur. Ik kan hem niet goed volgen. Als padden hun paadje even kwijt zijn hoedt u dan. Dat vertelde mijn leermeester mij ooit. Brizl djeu als ik toch aan hem terug denk. Ik ontmoette de goede man tijdens mijn eerste druïdebijeenkomst ergens diep in een donker woud in het zuiden van Frankrijk. Ik dacht in de buurt van Limoges maar helemaal zeker weet ik het niet meer. Is ook niet zo belangrijk. De datum. Ach, wat doet het ertoe. We leven momenteel in een tijdperk waarin tijd steeds vaker een relatief en subjectief begrip wordt. Vluchtig ook. Het haalt ons in. Wie? De gewone mens. De mens waarvoor ik leef en schrijf. Ben in dan zo bijzonder? Ja, best wel. Ik ben en blijf mezelf. Harrie Catweazle. Prettig gestoord en van alle markten thuis. Bijna alle markten dan. Van de Media Markt moet ik bijvoorbeeld niets hebben.

Raakhout wel. Die wordt helemaal gestoord van al zijn multimedia. Ik heb hem nog zo gewaarschuwd. Laat het gaan. Het achterhaalt je vroeg of laat. Snapchat is net zo vluchtig populair als Ivanhoe. Het komt en het gaat. Maar nee hoor. Griss mich nich. Koekenbakker Raakhout wil bij blijven. De nieuwste snufjes snuift hij op en koopt ie aan. Zonder zich te verdiepen in de materie. Dat is nog het ergste. Vroeger, hoor wie het zegt, heel vroeger wist men nog van de hoed en de rand. Hoe een kampvuur gemaakt moest worden. Welke techniek en vaardigheid daarbij kwam kijken. Welk soort hout het beste brandt. Hoe het vuurtje wakker te houden. Dat lukt met multimedia niet goed. Indien het niet werkt, lees, indien men niet weet hoe ermee om te gaan, wordt het onmiddellijk verworpen, weggegooid, aan de kant gesmeten. Lekker makkelijk. Grootgebracht in een consumptiemaatschappijtje zeker. Armoede nooit gekend. Doet het niet. Werkt niet. Weet het wachtwoord niet. De server ligt eruit.

Alles maar dan ook alles draait om servers. Of om wolken. Vreemd. Bij ons deden de wolken het altijd. Een communicatietool waar de hipste nerds heden ten dage nog een puntje aan kunnen zuigen. Op een wolk moet je niet zuigen, nee die moet je weg blazen. Waait ie vanzelf de kant op die jij wil. Zo simpel is het. Ik heb niet de juiste versie of update, ook zoiets. Versie 126.8 die is nog niet verkrijgbaar. Nog niet te downloaden. En al zeker niet gratis. Nou, dan zijn bij mij de rapen gaar. Bij Raakhout ook. Maar dan anders. Hij gaat zitten huilen in een hoekje. Ik trommel de eerste de beste systeembeheerder op. Als die tamtam niet aanslaat zoek ik het bij de applicatiebeheerder. De beheerder die de eerstelijns klanten zoet moet houden. Wat een rangorden? Ik prik er met een vingertje doorheen.

Meestal zijn het van die wentelteefjes die niet weten hoe het moet. Ik word geeneens meer boos. Laat de boel toch lekker ploffen. Raakhout hoor mij aan, voordat je oren in de fik vliegen, daar waar rook is, is immers vuur, kan ik je slechts een tip geven. Trek de stekker eruit. Doe er niet meer aan mee. De virtuele multimediale wereld is reddeloos. Ze gaat aan haar eigen kennis ten onder. Beter blaas je lieve rookwolken uit. Sla maar eens goed met die oren. Ik zie het al. Goed hoor. We hebben een B, we hebben een A, we hebben een H. Bah! En blazen maar. Zie je nu, het komt binnen. Het evaporeert tot niets. Lekker puh. Laten kuchen. Griss mich nich.


Reclameren / Gein & Ongein / 30-05-2016

Niemand maar dan ook niemand reclamindert. Iedereen reclameert. Brizl djeu. I hate it. Er is weer een nieuwe ontdekking gedaan heb ik me laten vertellen. Ja, ik hoor nogal wat. En vaak uit de eerste hand. Eerste tak eigenlijk. Een robuuste eik uit mijn bos is van de actualiteit. Hij steekt zijn takken uit onder ieders neus. Iedere nieuwszindering door de lucht vangt hij op. En als kenner weet hij ondertussen wat ik interessant vind. Harrie, zegt hij dan. Ik ga je weer eens goed catweazlen. Dan weet ik genoeg en ga er eens goed voor zitten. Hoed u voor de achterlijk uitziende mens. Hij is wijzer dan u denkt. Zo reken ik mevrouw Flodder tot een van de belangrijkste filosofen des vaderlands. De vrouwelijk Cruijffie zogezegd.

Maar vertel het eens eik. Wat wil je vandaag aan mij kwijt. Ik krijg een hele uiteenzetting over hersenpannen, voorkwabben, achter- en bovenkamertjes en hoe informatie zich nestelt middels emotionele gewaarwording. Ik weet in een mum van tijd hoe mijn schedel eruit ziet en waar reclamekwallen mijn hersenkwabben trachten te plagen. Best wel handig. Ware het niet dat ik er niets tegen ondernemen kan. Het gebeurd zonder dat ik er notie van heb. En als ik dan de televisie en mijn computer uitzet? De reclame in de straat niet lees. Mij blinddoek voor reclame. Ha, ha, lacht de eik. Dat houdt jij nog geen minuut vol. De proef op de som. En jawel hoor. Na een halve minuut verlang ik al naar eikels. Hoe ga ik hier in hemelsnaam gezond mee om.

Onderwerping, schreeuwt de eik me toe. Nooit, kaats ik terug. Onmiddellijk gaat een kamertje boven in mijn hersens open. Een Magnum Almond schreeuwt om aandacht. Hij is nog geeneens in de buurt. Maar alleen de lokroep al. Ik spring op mijn benenwagen en ren zo hard ik kan naar de buurtwinkel. De Almond ligt al veel te lang in het vriesvak. Maar what the fuck. Griss mich nich. Het is vakantie.

De eik ligt helemaal in een deuk. En jij wil reclaminderen. Laat me niet lachen. Reclameren gaat je veel beter af. Slaaf die je bent. Hij heeft gelijk. En hij weet het. Het enige wat ik nog kan doen is mijn reclameband afgooien. Misschien dat het helpt. Het geeft meteen een bevrijdend gevoel. De maagband hielp ook. Per slot van betaalrekening. Ik klaag niet verder en onderga mijn lot. Een reclameloos leven ligt helaas nog ver weg. Zeker nu de reclamekwallen de laatste ontdekking hebben gedaan. Gelukkig legt de eik me uit waar de reclamegenotsknop in mijn hersenpan zit en hoe ik die kan beschermen tegen prikkels van buitenaf. Voorlopig dan. Totdat ook de reclamehackers bezit van mijn genotsknop nemen. Het reclamehek gaat vroeg of laat weer van de dam.


Columns van Harrie zijn geschreven aan tafel bij Mien. Harrie is een auteur en tafelvriend van Mien. Van november 2010 tot maart 2016 publiceerde Harrie ook columns op de website van ColumnX.
Harrie’s columns zijn gebaseerd op oude personages uit TV-series Catweazle en Doctor Who. De Britse acteurs Tom Baker en Geoffrey Bayldon vormen zijn inspiratiebron. Daarnaast maakt Harrie ook graag filosofische en sportieve uitstapjes.

19-05-2016

Een spiegelglad vaarwel

De glazenwasser dipt zijn supermoderne raamborstel diep in de emmer. Nog een klein stukje en dan is hij klaar. Een heel klein beetje reiken en ja, het laatste stukje raam is ook gedaan. Geen zin en tijd om de lange ladder te verplaatsen. Te veel moeite. Met grote verbazing en schrik kijkt het voorbijtrekkend publiek omhoog. Een luide schreeuw. En daar gaat ie. Willem Waterveger. Glashard onderuit. Clean.

Video, ik zie. Ik kijk naar het programma Funniest homevideo’s (part 366). De kleuren zijn vaal. Mijn HD Philips Flexatron Ultraspectrum Visionair 6.0 XWS krijgt de kleuren amper strak en stilstaand. De video’s stammen uit het begintijdperk jaren 80. Mijn ogen en hersenen vullen de trillende craquelé beelden gelukkig automatisch aan. Een voor een gaan de schaatsers onderuit. Hard. Keihard. Schaatsen is een kunst. Zeker op glad en dun ijs. Ze verdwijnen achter elkaar in het dunne water, ijs- en ijskoud. Not funny.

De heks kijkt in de grote spiegel aan de muur. Wie is die vrouw? Een grote pukkel prijkt op haar kromme neus. Ze draagt op het hoofd een hoge brede zwarte scheve hoed. Een rookpluim stijgt op uit haar linkeroor en kringelt boos naar boven. Twee priemende zwarte ogen zuigen zich vast in de spiegel. De kromme neus glijdt over het oppervlak en krimpt ineen. De spiegel stinkt. Wie is die vrouw? Wat is ze lelijk? Ze kan zichzelf maar niet herinneren en legt de grote spiegel met een groot gebaar op de vloer. Ze gaat erop staan en vloekt. Het helpt niet. De spiegel scheurt. Van schrik glijdt de heks onderuit. Abracadabra is niet meer. Lelijk mens.

Cikuq watertandt. Ze tuurt door het kleine streepje naar de horizon. Daar loopt ie. Het eten voor vanavond. Ze verbijt de honger. Het moet. Op het harde ijs draagt het geluid kilometers ver. Zover reikt haar kruisboog niet. Pinguïn staat voor vanavond op het menu. Gelukkig kunnen pinguïns niet snel lopen. Een geluk bij een ongeluk. Een verdwaalde pinguïn. Binnen schootsafstand. Cikuq legt aan. Op het moment van schieten glijdt de pinguïn onderuit. Landt op zijn kont. De pijl schiet over. Dan maar twee keer schieten. Time to say goodbye.

Inzending schrijfwedstrijd mei 2016 op ColumnX. Combinatie van Primer (Vaarwel) en Schrijfveer (Spiegelglad) van 19 mei 2016. Naar aanleiding van een opgegeven woord / zinsnede vrij associëren.

09-05-2016

Donderwolk: een vreemde ervaring

Ik moet naar de lucht kijken. Vandaag, de hele dag. Volgens het KNMI gaat er vandaag iets bijzonders gebeuren. Ze weten alleen nog niet precies wat en wanneer. Dat verbaast me enigszins. Hoe kan dat nu, met al die moderne techniek? Ik sta heel even paf. Net als de wetenschap. En die laatste kan daar maar moeilijk mee overweg.

Ik moet nog even de beste plek zoeken. Volgens het KNMI is dat daar waar de horizon het minst vervuild is. Dat wordt moeilijk. Zeker in Nederland bepaald geen sinecure. Ik doe mijn best en besluit op zoek te gaan op mijn fiets. Lekker gezond en milieuvriendelijk. Waar kan ik het beste een horizon vinden die niet vervuild is? Gelukkig woon ik vlakbij wat landerijen. Die liggen meestal plat. En ja hoor. Ik vind al snel een plekje vlakbij een bosschage, uit de wind.

Het waait behoorlijk en sta stokstijf stil. Dat is niet echt nodig maar dat doe ik voor het idee. Gezonde spanning over wat ik ga zien. Hopelijk. Het valt me op dat het redelijk druk is rondom de landerijen. Vreemd, heel vreemd. Meestal is er geen kip te zien. Behoudens de koeien die sloom het gras tongen zie ik opvallend veel fietsers. Ze stoppen regelmatig en kijken dan druk om zich heen. Ze zijn duidelijk op zoek naar iets. Maar naar wat? Ze turen veelal in de lucht. Sommigen doen dat met een vlakke hand boven hun ogen. Het lijken wel indianen die de horizon afturen. Anderen hebben zelfs een verrekijker bij zich. Toch geen vogelaars? Nee, zo zien ze er niet uit. Ze dragen bijna allemaal een witte lange stofjas. Nee, meer een laboratoriumjas. Enfin een witte jas in ieder geval.

Mijn nieuwsgierigheid wint het van de spanning. Ik wil toch wel eens weten waarom het hier zo druk is en besluit een witte jas aan te spreken. Het blijken wetenschappers te zijn op zoek naar eureka. Naar wat? Naar eureka. Weermannen, biologen, natuurwetenschappers, ze zijn er allemaal op afgekomen. De oproep van het KNMI om vandaag naar buiten te gaan. Er is namelijk een eureka-moment voorspeld. En dat is alweer eventjes geleden. De witte jas vraagt of ik nu verder wil zwijgen. Het eureka-moment kan ieder moment verschijnen. Aan de hemel, zo weet de wetenschapper mij te vertellen.

En ja hoor. Daar gebeurt het. Midden in de polder. Boven de landerijen. Vliegensvlug en met veel kabaal schiet er een pikzwarte donderwolk door de lichtblauwe lucht. Van links naar rechts. Nooit eerder gezien. Wat een vreemde ervaring. Het spektakel duurt nog geen twee seconden. Ja, zo vlug ging het. De donderwolk had nauwelijks tijd te donderen. Twee keer maar.

De wetenschappers staan perplex. Dit hebben ze nog nooit gezien. En wat nog erger is, niemand heeft het weten vast te leggen. De mobiele telefoons reageerden allemaal veel te traag. Bang om uiteindelijk met een lege batterij te zitten had iedereen zijn foon uitgeschakeld. Dom, dom. Maar ja, wie had er nu kunnen bedenken wat er voorbij zou komen, en hoe snel? Laten we eerlijk zijn. Niemand. Gelukkig hebben we nog ons geheugen en het schrift. Gelukkig maar.

Inzending schrijfwedstrijd mei 2016 op ColumnX. Combinatie van Primer (Donderwolk) en Schrijfveer (Een vreemde ervaring) van 9 mei 2016. Naar aanleiding van een opgegeven woord / zinsnede vrij associëren.

02-05-2016

Verslag Open Poëzie Podium PepperPlus Eindhoven mei 2016

Op zondag 1 mei, de dag van de arbeid, mijn debuut gehouden bij het open poëzie podium van PepperPlus. Het optreden vond plaats in het oudste café van Eindhoven, De Gouden Bal. Een café met grote geschiedenis. Ooit reed er nog een tram voorbij, richting de hut van Mie Pils.

Onder de bezielende leiding van Derrel Niemeijer werd om pakweg half vier afgetrapt met een muzikaal optreden van de jonge Duitse pianist Patrick Gnebner. Zijn pianospel deed me denken aan Philip Glass. Intussen had ik al kennis gemaakt met de kroegbazin van café de Gouden Bal. Zij toonde grote belangstelling voor de uitslagen van de eredivisie betaald voetbal. Met name de actuele standen van Ajax-Twente en PSV-Cambuur. Met behulp van mijn Samsung kon ik haar daarin voorzien. Andersom smaakte de Westmalle Tripel (van de plank) mij uitstekend. In welk café kun je nog je drankjes laten opschrijven? Chapeau! Het scheelt een hoop gedoe.

De optredens waren allen boeiend. Korte verhalen, gedichten, een kleine voordracht, tekst op muziek, vertalingen, zelfs een vlot betoog over bijzondere landbouwmachines, filosofie, Shelley, kortom vanalles trok in sneltempo voorbij. Zelfs Max Tailleur en Mevrouw van der Ven kwamen kortstondig voorbij. Pas helemaal aan het eind kwam ik zelf aan de beurt. Braaf had ik tot kwart voor zes gewacht in de veronderstelling dat ik niet meer aan de beurt zou komen. Vergeten op de dag van de arbeid? Dat kan toch niet. Ik wilde nog wel even werken.

Het verlossende woord kwam van Derrel. De verlossende vraag beter gezegd. Pierre Maréchal en ik mochten samen kiezen wie er van ons twee eerst mocht gaan. Pierre liet mij voorgaan. Zo kon hij de mooie en inspirerende middag beëindigen. Het valt niet mee om de aandacht van het aanwezige publiek aan het einde van de middag nog te triggeren. Maar het lukte. Met dank aan Max Tailleur, de flauwe grappenkamer die desondanks ooit vele toiletbezoekers gekluisterd hield. Het toeval wil dat het plafond van café De Gouden Bal vol hangt met oude ambacht, waaronder oude urinaals en ondersteken.

Hier kan ik niet zonder was dan ook mijn eerste korte verhaal. De hoge nood moest nog even opgehouden worden. Mijn tweede korte verhaal betrof Mevrouw van der Ven. Ooit werd zij bezongen in een mooi en ietwat treurig lied van Wim. Zou ze ooit wellicht een bezoek gebracht hebben aan De Gouden Bal? Het had zomaar gekund.

Het voordragen ging me goed af. Zonder haperen en lucht happen dit keer. Kortom het gaat steeds beter. Een bescheiden applaus viel me ten deel. Om zes uur sloot voor mij de deur. Honger riep me naar huis. Ajax en PSV hadden intussen beiden met een marge van 4 doelpunten verschil gewonnen. En Max ... die verstapte zich in Rusland helaas in zijn motor, in ronde 35, zo Sochi!

Een foto-impressie van het open podium is hier terug te zien. Inclusief een foto van de urinaals en ondersteken.

01-05-2016

Hier kan ik niet zonder

Het langwerpige boekje dat op mijn knie ligt heeft gekrulde hoekjes en is erg broos. De pagina's zijn vergeeld. Ik sla het open op de eerste pagina en lees. De moppen van Max zijn wel heel oud en flauw. Het Nederlands is keurig. Net als de spelling en de lay-out. Braaf en een heel klein beetje stout. Tailleur heet de schrijver. Wat een deftige naam. Het klinkt bijna als een dreiging. Max Tailleur. Nog even en ik stuur Max Tailleur op je af. Dat zal je leren! Ik lach om mijn eigen grapje. Maar is het wel zo lollig? De situatie in ieder geval niet. Ik lach krokodillentranen.

Wat moet ik nu toch doen? Grote vertwijfeling. Het papier is op. De verleiding groot. Maar hoe dierbaar is Max Tailleur? Hij hangt hier niet voor niets al jarenlang in dit kleinste kamertje van het huis. Wat betekenen de grapjes voor de eigenaar van dit kleine hok? Werkt het ontlastend? Of stopt het juist de boel? Zal ik het gewoon toch maar proberen? De nood is immers hoog. Ik ga op zoek naar de flauwste grap en de bladzijde die het minst geleden heeft. Ik wil immers niet met mijn vingers door het papier drukken. Bah! Alleen de gedachte al.

De eigenaar van het kleinste kamertje van dit huis is haast doof. Schreeuwen om papier heeft dan ook geen enkele zin. Op de voorlaatste pagina heb ik beet. Een blanco pagina nota bene, aan beide kanten! Heb ik even geluk. Geen drukwerk dat achterblijft op mijn achterste. Ik scheur de pagina heel voorzichtig uit het witte plastic ringetje. Het papier is zo poreus dat het makkelijk loslaat. Ik besef dat ik maar een kans heb en dat ik zorgvuldig te werk moet gaan. Alles moet in een keer meekomen en schoongeveegd.

Ik vouw de pagina zo goed en zo kwaad als het kan tot een klein schepje. Moet kunnen. Ik leg het schepje in mijn handpalm en steek het tussen mijn knieën door. Bedachtzaam en heel voorzichtig schep ik met een elegante beweging mijn bilspleet schoon. Een zucht van verlichting. Ik laat het schepje vallen met inhoud en spoel de bruine grap vlug door. Ik hang Max weer aan het haakje en was mijn handen. In onschuld.

Toelichting:
Geschreven naar aanleiding van een idee van Hella Kuipers
Zie ook: http://heldenreis.nl/schrijfveren
Schrijfveer: Hier kan ik niet zonder (01-05-2016)