30-11-2016

Schrijfveren November 2016

Oefening in het schrijven van Schrijfveren. In maximaal 15 minuten tijd, associatief schrijven zonder correcties, naar aanleiding van een opgegeven titel. Met dank aan Hella Kuipers.
Hoe en wat? Zie: http://heldenreis.nl/schrijfveren
Oorsprong? Zie: http://judyreeveswriter.com/guidelines-for-writing-practice


Een onverwachte brief (02-11-2016)

Druk, druk, druk bezig met het schrijven van brieven. Allemaal antwoorden op onverwachte brieven. Nou ja, onverwacht, eerder ongewenst. Je kunt er namelijk op wachten op de ongewenste onverwachte brieven van … Fasten your readbells!
IKEA, ANWB, Amnesty International, Postcode Loterij, Vriendenloterij, Familieloterij, Straatloterij, Huisnummerloterij, Blokloterij, Greenpeace, VPRO, Buurtsuper, Gemeente X, Wijkkrant Y, Dikke van Dale, Wikipedia, Google, FB, Greetings (de laatste vier digitaal), etc … Die mij allemaal wensen, zalig Pasen, vrolijk Kerstmis, goed Nieuwjaar, hiep hoi Verjaardag.

Ik zal ze hebben. Heb op hun websites en Wikipedia (waarvoor dank), na langdurig en zorgvuldig speurwerk, de verjaardag van de betreffende organisatie / winkel opgezocht en het woon- c.q. postadres. In mijn brief aan hen vertel ik uitgebreid hoe het met mij en mijn familie- en kennissenkring gaat en wat mijn plannen zijn voor de toekomst, hoe ik momenteel in mijn vel zit en waarin ik vraag hoe het de organisatie c.q. winkel vergaat. Uiteraard wens ik ze het beste en doe ze veel groetjes, ook namens mijn vrouw. Ben benieuwd of ik nog reacties terugkrijg, of een cadeautje, gratis. Nog leuker!

P.s.: Uiteraard heb ik in de envelop ook een cadeautje gedaan. Confetti en een klein chocolaatje.


Redenen om te blijven (04-11-2016)

Blijven of weggaan, hoe vaak heb ik dat niet gedacht? In den beginne begon het al. Ik floepte uit mijn moeder en dacht meteen, wat doe ik hier? Ja, ik kon meteen denken. Mijn moeder schrok er zelfs van. Praten deed ik ook. Een echte wijsneus met een stem. Met mijn neus wees ik de wereld waarin ik terecht was gekomen meteen terecht. Wie wil er hier nu blijven? Maar weggaan was nog geen optie. Ik kon niet lopen.

Gelukkig had ik mijn gedachten. Man wat ben ik daarin ver weg geweest. Beyond borders. Ja, ik ben tweetalig. Wat zeg ik, vijftalig. En het zit geeneens in de genen. Mijn vader sprak maar een taal. Heel duidelijk. Mijn moeder zweeg, meestal. Bij het weggaan is het spreken van vijf talen wel zo handig. In dromenland maakte ik me de talen eigen. Engels, Frans, Duits, Italiaans en Spaans. Zo kon ik alle kanten uit. Nou ja, behalve China, Rusland, Mongolië en nog wat andere landen. In de weet dat ik ze toch niet allemaal kon bereizen, geen probleem.

En so what, ik beschikte immers ook nog over handen en voeten. Ik kon er nog niet mee lopen, maar wel mee praten. In mijn dromen en ook in het echt. Zo verkocht ik mijn vader en moeder regelmatig een muilpeer. Waarom? Omdat ze soms te dicht in mijn buurt kwamen. Als baby had ik al ADD en Adidas. Ik schreeuwde soms de hele buurt bij elkaar want niemand kwam er kijken naar mijn mooie schoentjes.

En toch besloot ik om te blijven. Want naarmate mijn leven en wereld groeide, kwam ik thuis in mijn eigen huis. Het huis groeide en groeide al snel. De ruimte in lijf en ledematen nam snel toe. Het was ook de ruimte die ik nodig had om te groeien. Ik hoef niet langer weg te gaan. Ik blijf in mijn blijf en lijf. Forever, pour toujours, für immer, per sempre, por sienpre, yǒngyuǎn, navsegda, üürd mönkh.


De weg vinden in het donker (08-11-2016)

Dat is nog niet zo makkelijk. De weg vinden in het donker. Maar wat is donker? En welke weg wordt bedoeld? Het antwoord op de eerste vraag is niet zo moeilijk. Donker is zwart, of tenminste diep donkerblauw, het tegenovergestelde van wit, of lichtblauw. Dat zal niemand betwisten. In het donker kun je niet zien. Ook dat klopt. Maar naar welke weg zijn we precies op zoek? De weg in het wereldberoemde sprookje, de weg naar Hamelen, de weg naar Mars, de weg naar je dromen, de weg naar Rome, de Mechelse Steenweg, ik doe maar een gooi. Het zijn er zoveel. En eerlijk gezegd, ik vraag me serieus af of de weg naar Rome niet gewoon in het donker te vinden is?

Als ik het u vraag, schieten er meteen beelden in uw hoofd. Sterker nog, sommigen zien zichzelf al meteen op de Via Appia lopen. Een enkeling, hangen, maar die heeft verre voorouders die sterk zijn in verhalen. Overlevering heet dat. En nog eerlijker gezegd, de overlevering werkt door het zwaarste donker heen. Ik ben nochtans nog nooit verdwaald in Rome. Het is er namelijk een en al weg. De weg vinden is dan ook niet zo moeilijk daar. Zelfs niet in het donker.

Nee, je afvragen wat vinden is maakt het probleem pas interessant. Het vinden van de weg in het donker. Want wat is vinden precies? Precies, een zoektocht doorlopen. Met of zonder zaklamp, wat maakt dat nu uit? Geen enkel verschil. Zij die de weg gevonden hebben kunnen dat bevestigen. Zeker weten. Alleen wat jammer nu, mijn batterijen zijn op. Ja, van mijn GSM. Een zaklamp? Wie heeft er tegenwoordig nog een zaklamp? Die is pas echt de weg kwijt. Deze akela gaat slapen. Welterusten.


De verwonding van het instinct (10-11-2016)

Met een mes fileert hij heel langzaam zijn ziel. Het besef dringt echter niet tot hem door. Gevoelloos en gelaten ondergaat hij het snijwerk. Ooit een slager afwezig in zijn vlees zien snijden? Nou zo ziet het er ongeveer uit. Een vreemd gezicht. Een gezicht dat niet kijkt, niet langer meer kijkt. Alleen nog staart, staart in het witte niets, met blauwe ogen die grijs neerslaan, traag, heel traag.

De deur van de slagerij draait langzaam naar binnen open. Hij kijkt niet op of om, gaat stug door met het snijden van zijn ziel. De man die vlees komt halen weet niet wat hem overkomt. Nou ja, overkomt, wat hij ziet. Een trieste Tristan die in het luchtledige met een groot kapmes rond zich heen slaat, met hele trage slagen. Bijna meditatief. Dat kent ie van de Tai Chi. Van die kleine mannetjes in nette kleren die op een strak gazon licht en zon proberen te scheppen. Ja, precies, zo ziet het eruit. Op zich niet zo vreemd. Maar wel in een koude slagerij.

Het is de omgeving die de toon maakt. De vleeshaler bekijkt de jongen nog eens goed die nu wel erg bloederig met zijn kapmes staat te zwaaien. Hij raakt zo nu en dan zijn oren. Er vallen nog net geen stukjes af. De vleeshaler denkt na. Moet hij ingrijpen of laten vieren? Hij kent de jongen wel. Struint en schuurt altijd met zijn nek en hoofd diep verzonken in de kraag van de jas langs gevels van huizen. Contactloos. Onaanspreekbaar.

De jongen komt nu echt pas los. Hij heet niet Tristan maar Theodorus. Plots herinnert de vleeshaler het zich weer. Theodorus is zojuist vrijgekomen. Los van zijn instinct. Maar niet voor lang. Dat mag duidelijk zijn. Hij kan de vrijheid niet aan. Maakt inbreuk op de vrijheid van anderen. In welke ruimte hij zich ook beweegt, het levert grote verwondingen. Het is zijn instinct die er uiteindelijk korte metten mee maakt. Wel twintig kilo. Zoveel weegt zijn linkerarm. Nu heeft hij alleen nog twee benen om vrij mee te zwaaien. Nutteloos. Kan ze goed missen. Wat zweeft zit tussen zijn oren. Daar kan ie niets mee. Wegsnijden helpt niet meer. Fileren kan hooguit. Maar telkens weer opnieuw zal er een nieuw laagje instinct terug groeien. Waar dan ook. Het houdt Theodorus op de been.

De vleeshaler vertrekt zonder te bestellen. Hij heeft geen trek in oud theater. De slager telt zijn zegeningen. De politie is zojuist gebeld. Die zal dan hoogstwaarschijnlijk de burgemeester laten invliegen, als opperhoofd van de brandweer. Per slot van rekening moet iedere brand geblust. Instinctief.


Wakker liggen (12-11-2016)

Vastgeklemd lig ik onder de gesteven lakens die fris ruiken naar zeep. Met mijn hoofd schud ik in het kussen heen en weer, van links naar rechts. Klaarwakker ben ik. Kan de slaap niet vatten, want het spookt. Duizend gedachten flitsen door mijn kinderbrein. Het kan er nauwelijks soep van maken. Wat dacht ik nu weer vijf minuten geleden, het lijkt alweer een eeuwigheid geleden. En de nacht is nog zo lang. De donkerte wil maar niet lichter worden. Het licht dat door de gordijnkier schijnt niet donkerder. Af en toe flitst er een schaduw door de kamer. De koplampen van auto’s die in de nacht voorbij rijden.

Hoe lang zal het vannacht weer gaan duren voordat ik de slaap zal vatten? Waarom, waarom toch? En ik voel me al zo moe. Van alle indrukken van de afgelopen dag. Indrukken die niet te vatten zijn voor mijn kinderbrein. Tenminste lang niet allen. Ik voel er wel het een en ander bij. Maar ook daar weet ik geen bestemming aan te geven. Behalve onrust. Van links naar rechts schud ik mijn hoofd nog harder op en neer. Maar het helpt nauwelijks. Ik kan de slaap niet vatten. En ik wil zo graag. En toch ook weer niet. Zal die ene droom weer het hoofd opsteken? De onrustdroom, het grote ruime wit, de verschrikkelijke leegte? Niet weer. Niet vannacht. Alsjeblieft. Lig ik daarom wakker?

Mijn nek wordt langzaam moe. Ik las een korte pauze in en probeer nergens aan te denken. Dat lukt niet echt. Mijn lijf voelt moe en zwaar. Weer een dag overleefd. Een fijne dag dit keer, met enkele kleine lichtpuntjes. Ze komen voor. Gelukkig maar. Strompelen door mijn leven is niet altijd leuk. Het huis, de kamer, het bed, ze zijn vaak veel te klein om dekking te zoeken. Dekking tegen zure stemming en droeve lucht. Het belemmerd zelfs mijn kinderspel. Als een dikke nevel drijft door het huis. Ik woel mijn laken los. Het zweet staat op mijn lijf. Die verrekte hete zomer ook. Zal ik even wat water drinken? Nee, dat mag niet, dan plas ik in bed. Pa komt zo meteen nog even kijken. Denk ik, hoop ik, tevergeefs.


Als een dief in de nacht (14-11-2016)

Zwart is zijn masker en silhouet. Zijn silhouet geel omrand, het masker bleek. Het is zijn eerste keer en hij moet nog een beetje wennen aan het duister. Van de burgemeester had hij het sein gekregen en nu gaat hij op pad naar de plek van daad. Naar het schijnt is een vrouw naar de keel gegrepen. En niet zo maar een vrouw. Nee, de vrouw van de burgemeester. En daar moeten ze niet aankomen.

Via een lichtsignaal in de lucht, een soort vogel met felle neonstaart, was hij op het gevaar geduid. Omdat zijn favoriete voertuig nog in reparatie is heeft hij besloten de benenwagen te nemen. Geen probleem, goed voor de conditie. Maar het moet gezegd, in Sesamcity is het best lastig om dan op tijd te komen op de plaats van delict. Delict, daad, what's in the name.

Daar staat de vrouw van de burgemeester, met een hand op de keel van een vreemde man, in de Hoofdstraat, naast de portiek van de drogist en tevens condomerie 'Het vrolijke vliesje'. Ze murmelt en zwaait wat met haar linkerarm in de lucht. Ik denk dan, waarom slaat ze niet op de kop van haar belager? Maar dat is een lang verhaal. Ik geef hier de korte versie.

De belager is gekleed in niets, echt waar helemaal niets, bloot dus. 'The Striker' denk ik onmiddellijk, eindelijk een confrontatie. Maar het vreemde is dat de vrouw van de burgemeester er eigenlijk helemaal geen probleem mee heeft. Met de hand op de keel geeft ze mij toch een behoorlijk erotische uitstraling. Haar been hangt ook een beetje over de blote kont van de belager. En als ik het goed zie staat haar rok half open. Ik spot de omgeving met mijn vleermuisoog en zie op de grond een doos condooms liggen. Op dat moment botsen er een aantal signalen in mijn hoofd. Wat te doen?

De situatie nuchter beschouwen dan maar. 'Gaat het allemaal goed hier? Geen alarmerende zaken? Ik krijg gemurmel terug. De twee mensen voor me lijken totaal in elkaar op te gaan. De vrouw geeft me kort een vurige blik. Die zal ik niet snel vergeten. Als een dief in de nacht keer ik op mijn schreden en breng verslag uit bij de burgemeester. 'Niets aan de hand Burg, gewoon een zwoele zomeravond met een vrouw en man in een welbekende hoge nood. Heb hen voorzichtig gevraagd om zich aan het oog te onttrekken van het publiek. In de portiek van 'Het vrolijke vliesje' hebben zij zich terug getrokken. Niets meer aan het handje.

Ik heb de zoele blik van de vrouw van de burgemeester nog op mijn netvlies staan. Dit krijgt absoluut nog een vervolg.


Als kind was ik bang voor ... (16-11-2016)

... hoor wie klopt daar kinderen? De entree van een Goedheiligman die maar nooit lijkt te komen. Ik zie het nog voor me, iedere dag weer. Wrang, bangelijk, boos, onmachtig. De deur die onverwacht openzwaait, de man die binnenloopt, die ik ken, maar ook meteen parkeer, ver, ver weg uit mijn gedachten. Die zich ongevraagd naast me neervlijt, opdringt, penetreert met lieve woorden en foute daden.

Dan weer plots vertrekt alsof er niets is gebeurd. Met gestrekte vinger voor zijn mond en een vette knipoog. Ik voel me vies en kan niet slapen. Hoor wie klopt daar kinderen ... ? Het dreunt nog na. En de Goedheiligman die komt maar niet. Waar is mijn held, mijn redder in nood? In Spanje? Is dat ver? Met de boot? Waarom niet met een vliegtuig? Dat gaat toch sneller? Desnoods in een zak, het maakt mij geen verschil. Als ik hier maar weg kan. Uit dit wrede bed en deze donkere droeve kamer.

Het licht dat mag niet aan. Zo hebben we samen afgesproken. Dat is ons geheim. Van de vreemde man die zonder kloppen binnen mag. Morgen noem ik hem weer papa, want dat heeft ie graag. Wat moet ik zonder hem? Ik kan de angst niet missen. Mijn reden voor bestaan.

Ik veer op uit mijn bed en drijf naar buiten. In bed geplast en koud bezweet. Een boze droom achtervolgt me naar de douche. In de spiegel lees ik schrik. Alweer. Op het toilet zakt mijn angst langzaam weg. Ik spoel hem door. Vaarwel. Een nieuwe dag wacht op me, aan tafel en daarna naar school.


Kapotte huizen (18-11-2016)

Een ronkend geluid rolt door de straat. De plavuizen trillen. Het lijkt wel oorlog. Aan de overzijde zie ik mensen verzamelen. Ze staan dicht bij elkaar en sommigen praten, met de hand voor de mond, naar de oren van hun buurman en kijken me daarbij vanuit hun ooghoeken oordelend aan.

Hij gaat zijn huis kwijtraken. Ze slaan het kapot. Liever hij dan ik. Het wordt beaamd met een voorzichtig knikje, een schuchtere schaamtevolle hoofdschud. De ogen kijken me niet meer aan, maar slaan neer. Enkele ogen lijken te twinkelen, de mondhoeken eronder glimlachen. Spottend, ongepast, vol leedvermaak.

De bulldozer staat stil voor mijn huis. Hij lijkt heel even in gedachten verzonken. Dan draait de gele jongen kordaat een kwart slag om en steekt piepend zijn nek omhoog. Eventjes een licht verzet. Vanuit de glazen cabine dwarrelt sigarettenrook de ochtend in. Nors zet de chauffeur het monster verder in beweging. De grote muil met metalen tanden die zich boven aan de nek van het monster bevindt trekt open. Hij hapt naar mijn huis. Het huis schrikt, maar kan niets doen. Langzaam breekt het in stukken. Kapot zijn we ervan. Mijn huis en ik.


Schrijf over genieten (20-11-2016)

Dromerig staar ik naar buiten. De meneer vooraan in de klas voor het bord vertelt saaie dingen. Ik versta dat niet. Zo'n mooie dag, zo'n mooie natuur. Zie de vogels eens vrij als vogels vliegen. Waarom mag ik dat niet? Zeven dagen in de week. Nee, ik zit hier op een houten stoel in een veel te warm lokaal, tussen allemaal mensen die eigenlijk het liefst van al hetzelfde zouden willen dan ik. Vrij zijn als een vogel. Niet gevangen in een les. Een les over geschiedenis. De geschiedenis herhaalt zich. Saai. Buiten, daar wordt pas geschiedenis geschreven. Door vrije vogels die vliegen. Vliegen als vrije vogels.

Ik moet plassen en steek mijn vinger op. Dat helpt. Kenbaar maken dat je hoge nood hebt. Ik mag. Gelukkig. En ik blijf weg, zolang ik kan. Zolang ik zelf denk dat het kan. Zo vrij als een vogel op het toilet. Ook gevangen vogels moeten plassen denk ik dan. En ik plas, vrij, in grote stoten. Ik laat het gaan en denk. Vrij, voor heel even. Ik blijf nog even op het toilet. Stap op de deksel, herl voorzichtig, hij mag niet doorzakken. Ik kijk door het raampje. Daar zitten ze, de merel en de mus, samen in een boom. Toe dan, vlieg als een vrije vogel, maak en schrijf geschiedenis. Voor mij, voor mij alleen. Ja. Want ik ben mijn eigen geschiedenis. Ik keer terug in de klas aan het einde van de les. De meneer is boos. Ik zie het. Wat was je aan het doen Mien? Ehhh ... Genieten meneer. Dat dacht ik al, niet weer jongen. Dat wordt dus strafwerk. Morgen inleveren. Schrijf maar honderd keer genieten!


De gemakkelijkste weg (22-11-2016)

Is vrijwel altijd binnendoor. Buitenom kost meer moeite. Buitenom gaan gedachten mee. Ze nemen een loop. Brengen meerdere hersendelen verwarring. Zien wordt plots ruiken. Horen begint te stinken. De smaak van zicht. Weglopen wordt dan moeilijk. De weg is lang. Twijfel jaagt stuipen aan. Angst vreet in nek. Je gaat harder lopen. Vluchten in je hoofd. Het heeft geen zin. Het ontoelaatbare wordt toegelaten. Waarheid haalt fantasie in.

Binnendoor is veel gemakkelijker. Het bespaart veel tijd. Biedt lucht en ruimte. Je komt eerder aan. Diep, diep van binnen. Het hart klopt essentie. Rode draden lopen uit. Zenuwen beter in bedwang. De schrik breekt angst. Laat aanhoudend beven toe. Binnendoor is altijd beter. Amper tijd voor geweten. Kosten moeite mooi gespaard. Tong op de schoenen. Hart op de grond. Spuw eelt, ellende uit. Het mag nooit aarden. Niet op de ziel. Zielig gaat altijd buitenom. Moed neemt altijd binnendoor.

Linea recta naar finish. De makkelijkste weg verkozen. Het ligt voor handen. En iedereen weet het. Stiekem diep van binnen. Binnendoor ligt waarheid opgesloten. Trek de sluiting open. Droom, leef je hart. Vanuit venen en vaten. Laat omwegen met rust. Strooi niet langer zand. Pluk de dag vandaag. Begin met dapper leven. Niet buitenom maar binnendoor. Kies de makkelijkste weg.


Je kunt niet terug naar huis (24-11-2016)

Alle broodkruimels zijn op. Ze dolen nu al bijna de hele middag door het bos. Hans en Grietje. De stemming is ietwat bedompt. Hoe nu verder te gaan? Dat lijken ze beiden te denken, maar spreken het niet uit. Een paar vogels kijken het stel, dat hand in hand loopt, vanuit de dik besneeuwde dennenbomen, nieuwsgierig aan. Ondertussen huppen ze zo nu en dan van de ene naar de andere zwaar beladen tak. Witte poeder valt zachtjes naar beneden. Hans en Grietje hebben er geen oog voor. Ze zijn verdwaald en goed ook. Het besef is van hun gezichten af te lezen. De schrik vreet in. Net als de kou.

Een tweesprong, in Y-vorm, komend vanuit de steel. Ze nemen de linker tak, zonder blikken of blozen. Dat kan ook haast niet. De ogen en de wangen lijken bevroren. Op de grond liggen broodkruimels. Ze zijn hier al geweest. Griet zou best willen huilen, maar de tranen zijn al op. Het besef dringt door bij Hans. Als padvinder valt hij door de mand. Ze lopen in kringetjes. Kringetjes van polonaise. Hans zet wat harder de pas erin en Grietje volgt. Willen ze op tijd komen dan zullen ze moeten doorlopen. Op tijd voor wat? Voor het eten natuurlijk. Zowel pa als ma hebben een gruwelijke hekel als ze te laat aan tafel verschijnen.

Ze kunnen niet terug naar huis. Het huis is kwijt. Net als de weg. Wegblijven is hun bestemming. Van huis, tafel en bed. De wijde wereld ligt open voor Hans en Grietje. Welke weg nu te kiezen? Alweer een tweesprong. Hans en Grietje laten elkaar los. Alsof het stilzwijgend is afgesproken. Van hieraf gaan ze hun eigen weg. Samen lukt het niet. Niet meer.


Op vier poten staan (28-11-2016)

Tussen mijn benen door probeer ik in de spiegel te kijken. Ik hup nog een beetje op mijn handen en voeten, maar lukken doet het niet echt. Verdomme. Ik wil en moet de oefening goed doen. Hoe frustrerend kan het zijn. De lenigheid en kracht lijken verdwenen. Dat mag niet. Gisteren lukte het nog uitstekend, waarom vandaag dan niet? De hond. Niet zo moeilijk toch? De kat lukte zo juist nog uitstekend. Zonder te mouwen of miauwen. Maar nu blaf ik het uit. Het liefst wil ik janken. Ik wil die wolf zijn uit de prehistorie. Met de nek omhoog gericht, de bek vol tanden opengespreid richting maan en janken, heel hard janken. Ahoeeeeeeeee ... Aaahoeeeeee ...

De regisseur grijpt in. Waar ik in hemelsmaan mee bezig ben. In ieder geval niet met de zon aanbidden. De zonnegroet hebben we vier weken geleden al achter ons gelaten. Na een plotselinge maansverduistering hebben we hem uiteindelijk geschrapt uit het script. Veel te voor de hand liggend. Ik ga over op de krokodil. Daar heb ik geen spiegel voor nodig. Ik ga plat op mijn rug liggen, zijdelings en spreid mijn benen, dan weer open en dan weer dicht. De regisseur is verheugd. Zo'n mooie krokobillen heeft ie nog nooit gezien. Ga zo door, moedigt hij me aan. En nu de pelikaan. Ja, hoe ging die nu ook alweer? O ja, got him. Ik sta op en ga een beetje krom staan. Met hele grote bolle armen en de handen en vingers voor mijn buik uitgestrekt, maak ik zachtjes een klepperend geluid met mijn handen op elkaar. Dat is geen pelikaan, roept de regisseur, dat is de lepelaar. Leer je het nu nooit?

Ik geef het toe. Ik ben niet geschikt voor de hoofdrol in 'Aladin in de verschrikkelijke laatste nacht van duizend en een in Artis'. Een vreselijke titel voor een musical overigens. Maar dat ... juist ja ... eventjes ter zijde. Het gaat per slot van rekening om de kern. Lachen, laten lachen die gezichtjes. Smile, it confucius people, lees ik later op een spreukenbord op het toilet en ik denk ... tja.


Een prijs winnen (30-11-2016)

Er ligt een grote enveloppe op de mat en hij schreeuwt luid, heel luid. Met felle kleuren kijkt hij me aan en roept: maak me open, onmiddellijk. Ik kijk of niemand mij ziet. De enveloppe is zo groot dat ie amper door de brievenbus past. En eerlijk gezegd, ik wil er liever niet vroeg in de ochtend mee gezien worden. Zo hard schreeuwen de kleuren. Ze doen pijn aan de ogen. Bij mij in huis zijn het niet zo'n ochtendmensen, dus ik moet hem tactisch binnenbrengen, de schreeuwlelijk.

Aan de ontbijttafel gebeurt wat ik vrees. Drie mensen vallen stijl achterover. Wat een enveloppe al niet te weeg kan brengen. Na een paar minuten is iedereen weer opgestaan en bij zijn positieven. Moeder vraagt waarom ik dat 'lelijke ding' zo vroeg naar binnen breng? Vader denkt er precies hetzelfde over. Hij schudt met zijn hoofd 'nee, nee, nee, ja maar toch, tje, tje, tje ...'. Broer staart verdwaasd voor zich uit met ogen zo groot als schoteltjes. Schoteltjes die niets zien en horen. Niets komt bij hem binnen voor tien uur in de morgen, zijn schijn bedriegt.

Ja, maak nu ook maar meteen open, denk ik dan. Hebben we dat meteen gehad. Bevrediging van fantasie. De eerste van vandaag. Met het grootste mes dat ik kan vinden in de keuken leg ik aan en prik de enveloppe voorzichtig in zijn blote oksel en snij zijn hals daadkrachtig door. De laatste ruk van het grote mes zegt 'plop' en ik trek een nog feller gekleurde slappe brief uit zijn blote nek. Het papier is zo dun dat het goedkoop ritselt. Ik heb een prijs gewonnen. Met z'n vieren steken we spontaan de armen de lucht in en roepen in koor: hoera! Ik win de drieëndertigste prijs. Wauw!

120 Woorden November 2016

120 Woorden (120W) is een website gerund door vrijwilligers waarop ik kleine stukjes van exact 120 woorden plaats. Meestal aan de hand van opgelegde themawoorden.
Motto 120 Woorden: Er wordt veel te veel geschreven en daardoor veel te weinig gelezen. Weg met de breedsprakigheid. 120 woorden is precies genoeg.


Uitzendamateurs (01-11-2016) (Themawoord: Zendamateur)

Sinterklaas krabt achter zijn oor. Ja ook Sinterklaas heeft wel eens lichamelijke ongemakken. Maar niet zoveel als die van zijn maat. Die heeft het veel meer te stellen. Zowel fysiek als mentaal.

Sint zit er aardig mee omhoog. Binnenkort moet hij weer vertrekken naar Nederland om daar zijn werk te doen. Ja, werk noemt hij het tegenwoordig. Hij moet er echt werk van maken. Hij moet het voorbeeld geven als werkende oudere. Een rolmodel is hij.

Maar dat geldt niet voor zijn maat. Die verrekte uitzendamateur. Ja, want dat is hij. Altijd voldeed hij. Maar nu kan Sint niet meer putten uit Afrika. Kleurrijk willen de Ollanders hun Pieten. Nou ze zullen het weten. Rode, gele, witte Pieten worden het.


Zend-yoga (01-11-2016) (Themawoord: Zendamateur)

Ik meld me op de afgesproken datum op locatie, naar aanleiding van de onderstaande advertentie.

‘Gezocht. Deelnemers aan de nieuwe cursus Zend-yoga. Neem een handdoek en een yogamatje mee. De laatste zijn tegen een redelijke prijs verkrijgbaar bij de betere bergsportzaak.
Maandagavond om acht uur. Spagaatplein 12 te Legginga.
Groet, Dahlia Hansi (erkend yogalerares).’

Inclusief matje van de betere bergsportzaak. Gaan we misschien meteen de Himalaya in? Hoeft niet hoor. Ik hou meer van klein beginnen. Een zonnegroet in Legginga volstaat voor mij ook.

Ik ben niet bekend met Zend-yoga en al helemaal niet thuis in de yogawereld. In dat opzicht een echte Zendamateur. Ik vraag me alleen serieus af of Zend-yoga niet zonder ‘d’ geschreven moet. Maar dat terzijde.


Sugarhill Gang (05-11-2016) (Themawoord: Zendamateur)

Bij zendamateur schiet me een herinnering te binnen. De hit Rapper’s Delight van de Sugarhill Gang. Ik kende de lange versie helemaal uit het hoofd. Buiten sleutelen aan de auto, of in ieder geval de suggestie wekken, want er zou zo maar een leuke chic voorbij kunnen fietsen. Top 40 op de radio en een ‘bakkie’ in de buurt. Helaas treffen we alleen vrachtwagenchauffeurs. Maar het moet gezegd, met knotsgekke verhalen. Daar kan Henk Wijngaard nog een puntje aan zuigen.

I said a hip hop,
The hippie, the hippie,
To the hip, hip hop, and you don’t stop, a rock it
To the bang bang boogie, say, up jump the boogie,
To the rhythm of the boogie, the beat.


President geschept (07-11-2016) (Themawoord: President)

Het nieuwste nieuws al gehoord? Ja, het bestaat nog. Nieuwste nieuws. Nog voordat het gelekt is op Twitter, Facebook, Snapchat, LinkedIn, Google Live, Yammer of waar dan ook. Het bestaat. Zolang het nieuws geboren en behouden wordt bij de bron. Maar ik verklap het u hier in 120 woorden.

Er is een president geschept. Ja, echt waar. Bij ons in de straat. Zojuist, nog geen vijf minuten geleden. Hij heet Slurf. En ik zeg het u eerlijk. Hij heeft zichzelf geschapen. De president. Een president eigenlijk. Want hij is de enige bij ons in de straat. Hij gaat er prat op onze nieuwe president, die zichzelf als president schiep. Een president omdat hij de enige echte is die het vermag.


Kaas (08-11-2016) (Themawoord: President) (Verkozen tot Weekwinnaar 45 van 2016)

Daar ligt de President in de koeling. Verpakt in goud. De condens staat op zijn vel. Zou hij de winnaar worden van deze contest? Of wordt het toch een Italiaantje? Een filosofisch kaasje misschien, Gordon Zola? Nee, te klef? Of gaan we voor een blauwbloedje? Een onvervalste koninklijke Stilton. Werkt het best zo voor de kerst.

Zolang het maar niet een ordinaire brie wordt. Zo doortrapt. Als die het wordt geef ik er de brui aan, zeker weten. Dan immigreer ik naar Zwitserland. Voor de stinkkaas en de Appenzeller. Ja, voor raclette en fondue. Op zijn Helvetisch uiteraard. Samen smullen met Asterix en Obelix, zonder zweepslagen en stokbrood. Ik heb namelijk grote angst voor het zwemmen dwars door de Rhône.


Presidentieel trio (09-11-2016) (Themawoord: President)

Op volle toeren. Een samenwerking met Boudewijn de Groot, Herman van Veen en Diggy Dex in muzikale sferen. Onder de bezielende verbinding van Chiel Ali B ergens in de bergen van Frankrijk, ook wel montagnes genoemd. Het doet de muziek en de drie presidenten goed. Jazeker presidenten van de betere muziek. Mooi toch? Boudewijn’s kritische noot gaat uitstekend samen met de velourse stem van Herman, zeker als deze laatste de muziek ook nog eens ondersteund met zijn viool. Volksrapper Diggy zal dan subtiel onder of op de geschreven muziekregels zo u wil, mooie en treffende woorden plakken. Hij zal dexwoorden dan staccato ophoesten. Boudewijn en Herman zullen grij(n)zend en deels kalend toezien op het natuurlijke verloop. A song is born!


Proclamatie DT (11-11-2016) (Themawoord: President)

Beste Washington, J. Adams, Jefferson, Madison, Monroe, J. Q. Adams, Jackson, van Buren, W. Harrison, Tyler, Polk, Taylor, Fillmore, Pierce, Buchanan, Lincoln, A. Johnson, Grant, Hayes, Garfield, Arthur, G. Cleveland, B. Harrison, G. Cleveland, McKinley, T. Roosevelt, Taft, Wilson, Harding, Coolidge, Hoover, F. Roosevelt, Truman, Eisenhower, Kennedy, L. Johnson, Nixon, Ford, Carter, Reagan, G. Bush, Clinton, G. W. Bush, Obama en de rest van de wereld.

Dankjewel dat ik jullie negentiende republikeinse president van Amerika mag zijn. Na één partijloze, één federalist, vier democraten-republikeinen, vier whigs en twintig democraten een hele eer.

Zonder politieke ervaring, maar ach, dat wordt zo overschat. Ik bulk van het geld, ben er voor alle Amerikanen en laat de adelaar weer hoog vliegen.

Donald Trump


Geenling (14-11-2016) (Themawoord: Eenling)

Wat is erger dan het zijn van een eenling? Het zijn van een geenling? Ik neem het op voor de geenling. Eerst even de typering, om mogelijk in een vroeg stadium al eerbied en inleving te kweken. De geenling houdt in tegenstelling tot de eenling en veelling van helemaal niets. Niet van zichzelf, niet van de ander, van helemaal niets.

Is daar iets mis mee? Eigenlijk niet. Hij heeft vrede met zichzelf en de ander. De geenling heeft, zoals het woord al zegt, geen kennis met anderen. Niet in familie- noch in vriendenkring. Het is een op zichzelf staand fenomeen dat nooit bij de pakken neer zit. Daarvoor is het leven te kostbaar. Ieders leven. Geenlingen gedijen in het niets.


Beenlingerie (14-11-2016) (Themawoord: Eenling)

Ik weet niet zo goed wat ik aan Sinterklaas wil vragen. Durf hem eigenlijk ook niet goed lastig te vallen met mijn niet weet vragen. En toevallig, heel toevallig, heb ik uit betrouwbare bron vernomen, dat hij er zelf ook van baalt. Van niet gestelde vage vragen over van alles en nog wat.

Een blok aan het been is het voor de Goedheiligman. Hij weet ook wel dat de meeste vragen over zijn bijzit gaan. Hoe is de wereld daar toch achter gekomen? Sinterklaas die vreemd gaat, dat kan toch niet? Hoe ik dat weet dan? Nou, bepaald geen geheim hoor. In het kasteel waar de Goedheiligman verblijft is beenlingerie gevonden. Nee niet de hem wit vertrouwde, maar damesbeenlingerie. Foei!


Steenlinguïstiek (15-11-2016) (Themawoord: Eenling)

Ik ben helemaal in de ban van Steenlinguïstiek van Gerard Steen, hoogleraar Taalbeheersing aan de Universiteit van Amsterdam. Hij doet onderzoek naar de figuurlijke betekenis in taal en communicatie, aan de hand van metaforen. Net als ik in mijn schrijven. Metaforen, we lusten er pap van. Gerard in zijn laboratorium, ik aan de huiskamertafel.

Linguïstiek en metaforiek zijn ons beider stokpaardje. Onderzoek naar het opzettelijk gebruik van metaforiek, het verschil tussen metaforiek in taal en visuele media en het gebruik van figuurlijke denkkaders in publiek taalgebruik, met aandacht voor metaforiek, overdrijving en ironie. Het botsen van metaforiek en argumentatie en ons verzet tegen metaforisch taalgebruik, denken en communicatie in gezondheidscommunicatie, de media, organisatie en management, proza en poëzie. Waarvan acte.


Zes-eiige eenling (15-11-2016) (Themawoord: Eenling)

‘Dat bestaat niet!’, roept de man.
‘Echt wel!’, roept zijn vrouw.
‘Ik zal het u bewijzen!, roept de kruidenier.

‘Dat geloof ik niet!’, roept de man.
‘Eerst zien en dan geloven!’, roept zijn vrouw.
‘Ik zal uw brandje blussen!’, roept de kruidenier.

De kruidenier haalt een doos eieren uit het rek en trekt de doos open. Er liggen zes eieren in.

‘U heeft gelijk!’, roept de man.
‘Nu zie ik het ook!, roept de vrouw.
‘Brandje geblust!’, roept de kruidenier.

‘Maar waar ging de discussie nu eigenlijk over?’, roept de man.
‘Doe nu niet zo uiig!’, roept zijn vrouw.
‘Over een zes-eiige eenling toch?’, roept de kruidenier.

De zes eieren leefden kort maar gelukkig.
De doos ging verder als eenling.


Kalverliefde (16-11-2016) (Themawoord: Eenling)

Halleluja, I’m in love. Voor de eerste keer. Ik schreeuw het van de daken en maak iedereen gek. Het straalt, langs en in mijn oren. Het maakt mijn buik misselijk. Dronken vlinders klotsen tegen mijn navel, die op springen staat. Fladderen naar een regenboog, die diep verzonken in mijn ogen ligt.

Ze willen naar buiten en het samen met mij uitschreeuwen. De liefde is zo wreed. Onbeantwoord. Wat moet ik nu? Thuisgekomen komt de inkeer. Ik heb toch eigenlijk best wel gek gedaan. Mijn broer en zus, ze plagen mij. En straks komt ook mijn papa nog. Achter moeders kan ik schuilen, zij wijdt me in. Mooie woorden, romantiek. Ik wil naar bed. Verlegen duik ik snel mijn eenlingbox in.


Beenlingen met voet (17-11-2016) (Themawoord: Eenling)

Het is even geleden, maar uiteindelijk heb ik toch het besluit genomen. Ik doe dit jaar weer mee met de optocht, tijdens Carnaval, in de categorie Eenlingen. Ik weet ook al hoe ik verkleed ga. Als schildknaap. Ridder is too much. Daarvan zijn er al teveel. Vooral edele.

Ik duik in mijn verkleedkoffer. Of wacht, nee, eerst maar eens kijken op internet. Effe googelen op schildknaap. Er duiken wel hele vreemde plaatjes op. Achter de plaatjes zoek ik naar uitleg. En die vind ik.

Voor mijn kostuum als schildknaap heb ik beenlingen nodig. Beenlingen? Hoe zit dat dan? Nou gewoon vasthaken aan een soort middeleeuwse boxershort. Ik kies voor beenlingen met voet. Nu nog op zoek naar een geschikte mantel.


Mienskip van Gooitsen Eenling (17-11-2016) (Themawoord: Eenling)

Gemeenschapszin, mienskip, dat is wat in 2013 de doorslag geeft bij de uitverkiezing van Leeuwarden tot Culturele hoofdstad van Europa in 2018. Friese kunstenaars, wetenschappers, creatieve jongeren, techneuten en bestuurders leveren gezamenlijk een sober bidboek af en winnen van de elitaire commissies uit Eindhoven en Maastricht, die met enorme budgetten artiesten en dure managers inhuren. En terecht.

Een voorbeeld van Fries mienskip. In 2015 ontwerpt Gooitsen Eenling, theaterdocent aan ROC Friese Poort, in het kader van zijn prepensioen een mienskipdoek, een gigantisch schilderij met leeg kader. In aanloop naar Leeuwarden-Friesland Culturele Hoofdstad 2018 wordt het kader gevuld met 440 vierkante schilderijtjes. Herman van Veen levert de eerste bijdrage. Een klein Veenlingetje dat hij live maakt in de Herman-van-Veen-zaal. Geweldig toch?


Eenlingbril (20-11-2016) (Themawoord: Eenling)

Ook wel monocle genoemd, een kijkglas dat aan de ketting is gelegd. Een verrekijker of dichtbijkijker. Het kan beiden. Maar weet wel, het zicht wordt uiteindelijk bepaald door degene die hem draagt. Zichtbepalend zo’n monocle. En owee als er een barst in komt. Een gebroken monocle is echt een ramp. Het andere oog kan dan niet overnemen. Dat kan leiden tot tunnelview.

Ooit door een tunnel gekeken zonder bril of monocle? Probeer het eens. En zie dan maar eens het licht aan het einde van de tunnel te vinden en te duiden. Ik raad het iedereen aan, draag altijd minimaal twee monocles bij u. En twee zonneglazen. Maak er een binocle van zodra het zonlicht lastig in de ogen prikt.


Oversized (21-11-2016) (Themawoord: Junk)

Extra large zo heb ik ze het liefst. Met niet te lange pijpen, het mag zelfs afgezoomd. Met naald en draad stop ik dan het liefst wit brood. Want bruin of grijs dat wordt zijn dood. Nippen, nappen tot in den treure, het kan een ieder van ons gebeuren. Belanden in de sloot, in de provincie, bij gebrek aan goot en bruggen. Luisteren naar mooie muziek. Elvis de pelvis is my man. Under the bridge little less conversation. Een junk is never nooit een echte hunk. Beiden zou ik liefde willen wensen, geen naalden, messen of bizarre spuiten. Ook niets om te roken of te slikken. Je zou er zowaar in kunnen stikken. Love and attention is all they needle.


Letterjunk (21-11-2016) (Themawoord: Junk)

Ik ben een echte letterjunk die het liefst het hele alfabet in zijn totaliteit verslind en in zijn mond, slokdarm en maag de klinkers met liefde centrifugeert tot mooie woorden en zinnen, die uiteraard zo hier en daar beginnen of eindigen met rijm, vroeg in de ochtend, diep in de nacht, dat maakt niet uit want in rijm, dag en dauw ontstaan de beste voorwaarden voor gedicht en verhaal, daar waar in de waarheid van donker en licht letters, woorden, zinnen stromen, zich niet beperken tot wilde dromen, nee, het staat er echt, in lieve sinterklaasgedichten, zware notulen en liefdesbrieven, zacht, mild of zwaar georkestreerd, gedichte letters, woorden en idiote zinnen die telkens opnieuw verhaal halen en van liefde spreken.


Junkleren (22-11-2016) (Themawoord: Junk)

Samsung ligt aan de ketting. Langzaam stroopt de zandloper vol. De junkneus snuift. Haalt vette zuurstof op. Hoelang gaat het nog duren?

Apple ligt gesnoerd op de koude kamervloer. Met de kaft open, want het moet gezien. Het vollopen van tetrisblokken, maar dan horizontaal. Tenzij je het hoofd scheef houdt. Geen arendsogen maar junkogen tellen de blokjes. Nog even wachten. Zenuwen tergen, aderen kloppen.

Hij moet iets anders verzinnen. Dit gaat allemaal te traag. Junkleren met de tijd. Junkleren met gedachten. Lekkende accu’s, stroperige opladers, onwelwillende muizen, wifibreuken, systeemuitval, hoe dit alles toch te handelen? Het vraagt om junkleren op extreem niveau.

Een auto stopt op de parking. Daar is pa. Eindelijk. Eten meegenomen. Junkyfood. Heel veel volt en airtime.


Cocamien (22-11-2016) Themawoord: Junk)

Recept voor cocamien.
Werkt uitstekend tegen writer’s block.

Basisingrediënten: cajunkruiden, cola (plekmerk mag)
Benodigdheden: theelepel, maatbeker, kom, luie stoel

Voorbereidingstijd: afhankelijk van gemoedstoestand 5 minuten tot pakweg 3 uur
Bereidingstijd: idem voorbereidingstijd
Verwerkingstijd c. q. uitwerkingstijd: afhankelijk van sekse, lichaamsgewicht en omgevingsfactoren (lees: thuissituatie) 30 minuten tot halve dag (12 uur)

Werkwijze (makkelijk):
Voeg een potje cajunkruiden en cola (300 ml) in een kom en vermeng deze met een theelepel.

Werkwijze (moeilijk):
Zelf cajunkruiden maken. Neem wat theelepels zout, paprikapoeder, knoflookpoeder, gedroogde oregano, cayennepeper, zwarte peper, uienpoeder en gedroogde tijm. Meng deze ingrediënten goed met elkaar in een kom met theelepel. Voeg cola (300 ml) toe en meng.

Inname:
Ga in luie stoel zitten en snuif volledig mengsel langzaam binnen.


Verslaafd aan Brood (22-11-2016) (Themawoord: Junk)

Brood mag niet ontbreken, op een lijstje bekende junks, die mooie woorden worden toegedicht. Herman is een ultieme voorbeeldjunk. Junk in de letterlijke zin van het woord maar zeker ook in de figuurlijke. Broodmager sprong hij van het Hilton zijn dood tegemoet. Een bevlogen zelfdoding. Dit jaar zou hij 70 worden. En laat nu net het woord 70 op positie 70 staan.

Toeval bestaat niet. Het is slechts een kruising der wegen. Dit jaar schreef vrouw Xandra een boek over haar relatie met deze bijzondere rock & roll junkie. Buiten zijn optredens een warme familieman. Willen wij dat weten? Ja, dat willen wij weten. Naast champagne and wine op saturday night en een paar lekkere spritzen, bleek Herman ook een knuffelvader.


Tienertoer (24-11-2016) (Themawoord: Junk)

Een beetje zenuwachtig stap ik met mijn vrienden in de trein richting Maastricht. De verste bestemming op onze tienertoer. Groningen hebben we afgelopen week al aangedaan.

Aangekomen op het Vrijthof breekt de honger los. Gelukkig staat er een friteskraam. Zowel de frites als de frikadel zijn betaalbaar. Maar, waar kan ik nu ongezien spuiten? Sinds kort is bij mij suikerziekte ontdekt, diabetes categorie 1.

Ik trek me even terug achter een vuilniscontainer en haal mijn suikerspullen tevoorschijn, ga op mijn hurken zitten en stroop mijn mouw omhoog. In de bovenarm zet ik snel een spuit. Angstvallig kijk ik om me heen of niemand mij ziet.

Te laat. Een jongetje staart me verbaasd aan en roept keihard:
‘Kijk mam, een junk!’


Dunkjunk (25-11-2016) (Themawoord: Junk)

In de spiegel bewondert hij zijn megagrote biceps. Gladgestreken met olijfolie. Als een gorilla kromt hij zijn armen in de breedte, hangt wat voorover en gromt. Met zijn voeten stampt ie op de vloer. Eerst met links en dan met rechts. De korte broek zit afgemeten. Precies strak genoeg. Er moet uiteraard nog iets overblijven om tot verbeelding te spreken. Verhuld en toch zichtbaar.

Even kijken of de gekke bekken nog werken. Ja hoor. Grimassen van de neus tot achter de oren. Beneden hoort hij zijn vrouw roepen. Het is tijd om te gaan. Op naar zijn maten. Allemaal dunkjunks, net als hij. Nog eventjes peptalk in een kring, diep gebukt. Gelukkig heeft niemand knoflook gegeten. Startsignaal. De wedstrijd begint.


Lek (28-11-2016) Themawoord: Kraan)

Mijn kraan lekt. Sinds kort. En ik kan er helemaal niets aan doen. Heel vervelend. Ik heb al van alles geprobeerd: hard aandraaien, vervangen, bakje eronder, nieuw ventieltje, in lood gegoten … het helpt allemaal niet. Ook nog even met mijn grote trukendoos gebeld. Maar nee, het euvel is bekend en de slotsom: ermee leren leven.

Dat er nog leven in zit mag duidelijk zijn. Zover ben ik ook gekomen. Maar het is verdomd lastig, een lekkend kraantje. Zeker op ongewenste momenten. Het meest vervelend is het nog wanneer ik op het toilet zit. En dat zit ik vaak. Vooral bij vreemden. Ze vinden het allemaal sowieso bizar dat ik altijd een waterpomptang bij me heb. Ach, je moet wat. Toch?


Kraanprins (28-11-2016) (Themawoord: Kraan)

Lang leve de kraanprins. Hij is weer uitverkoren in mijn dorp. De man die de kraan ambieert op gezette tijden. Een belangrijk man in menig Brabants en Limburgs dorp. Vooruit, een stad mag ook.

Krijgt zelfs de sleutel van de burgemeester. Hoe is dat mogelijk? Waar gaat de burgemeester dan naartoe? Op stap, retraite of bezinningsweekend. Naar Zen zunne? Ach, wat maakt het uit. Zolang deze maar een aantal dagen wegblijft.

Want de kraanprins is in zijn element. Hij tapt niets liever dan frisse biertjes, meterslang. Een steek op en een bonte mantel, meer heeft deze rare kraanvogel niet nodig. Zolang het bier maar vloeit uit alle kranen. Alaaf. Lang leve kraanprins Pils de elfendertigste. Dat ie lang mag leven!


Hijskraan (29-11-2016) (Themawoord: Kraan)

Lieve, lieve, allerliefste Sinterklaas. Ik heet Anika en ik ben verliefd op Tom. Maar dat mag niet van mijn mama. Dat vind ik heel erg. Ik snap daar helemaal niets van. Ik heb gevraagd aan Pipi wat ik nu moet doen. En die vertelde over u. Dat ik dat aan u moest vragen en aan al uw Pieten. Niets vertellen tegen mama, want die mag het niet weten. Wat denkt u Sinterklaas, mag ik van Tom houden? En kusjes geven? Hij is zo lief. Ik weet ook wat ie graag krijgt voor zijn verjaardag. Hij is morgen jarig. Ik heb geen centjes. Maar Pipi zei me dat u cadeautjes geeft. Wilt u aan Tom dan een hijskraan geven? Liefs, Anika.


Kraantje Mammie (30-11-2016) (Themawoord: Kraan)

“Waar is de microfoon?”
Het lijkt wel een aflevering van ‘Wie van de drie.’
“Mijn naam is Wim Jansen en ik lees lip.”
“Mijn naam is Wim Jansen en ik lees lip.”
Zoiets.

“Vertel eens iets over jezelf?”
Albert kan zijn nieuwsgierigheid amper bedwingen. Martine, naast hem, ligt volledig dubbel. Wat een humor heeft die man toch. Nee, ik mag niets zeggen. Ik ben de mol. Ja, ja. Uit dat andere programma. So what.

Het is tijd voor pauze. Een muzikale breek. Een guitig meisje met kroeshaar schuift voor de microfoon. Twee pretkuiltjes in de wang. Ze stelt zich snel even voor.
“Hoi, ik ben Kraantje Mammie, familie van en ik ga nu voor jullie reppen: Waar de microfoon is.”





















Columns van Harrie (November 2016)

Een bijzondere ontmoeting / Verkeer / 07-11-2016

Chef stuurt me op pad zonder opdracht. Hij is me even beu en geeft me de ruimte. Doe maar even wat voor jezelf. Dat is aan mij goed besteed. Ik duik in mijn TARDIS en reis af. Geblinddoekt geef ik mijn reismachine de sporen. We landen samen in een bos. Je weet wel zo'n natuurgebied met bomen en struiken. Groen, heel groen.

In het bos stuit ik op een vreemde man. Hij stelt zich voor als Catweazle. Ik vind het maar een vreemde Harrie. Hij is vergezeld van een raar beest. Het beest lijkt nog het meest op een pad, een vreemde pad. Hij slentert en trekt met zijn linker achterpoot. Hij heet Raakhout.

'Hoe zijn jullie hier in dit bos beland', vraag ik geïnteresseerd.
'Hier in het bos van Nummer Een?'
'O, heet dat zo, Nummer Een?'
'Ja.'
'Ja.'
'Nou gewoon, uit een pen ontsproten.'
'Uit en pen ontsproten?'
'Ja, aan tafel bij Mien?'
'Bij Mien?'
'Ja, bij Mien.'
'Maar ... maar ... die ken ik!'
'Mien, mijn Mien! ... Is dat dan dezelfde?'
'Hoe ziet ie eruit, kun je jouw Mien eens beschrijven?'
'Tja, dat kan. Hij ziet er heel gewoon uit hoor.'
'Hij! ... is jouw Mien een hij!'
'Ja.'
'Nou dan hebben we het over dezelfde, kan haast niet anders!'
'Creatief en vriendelijk?'
'Creatief en vriendelijk.'
'Gastvrij en aardig?'
'Gastvrij en aardig.'
'Zonder snor en baard?'
'Zonder snor en baard.'
'En ben jij dan ook uit een pen ontsproten?'
'Ja.'
'Die van Mien?'
'Nee, niet uit de pen van Mien.'
'Uit die van Harrie dan, net als ik?'
'Ja! Jij kent Harrie ook?'
'Yep, een goede vriend van Mien.'
'Ik ontspruit altijd op de oneven doordeweekse dagen, uit Harrie's pen.'
'Dat is toevallig. Ik altijd op even dagen.'
'Wat een toeval inderdaad.'
'Hoe heet jij eigenlijk?'
'Who, doctor Who.'
'Oh, ben jij een doctor dan?'
'Nou ja, doctor, zo noemt mijn chef me, ik ben niet echt een doctor.'
'Mooie sjaal heb je, kleurrijk, zelf gemaakt?'
'Eh ... Dank je. Nee. Ik ben niet zo handig. Wel slim.'
'Ja, zo zie je er wel uit. Slim. En in de war. Net als ik. Ha, ha.'
'Ja, dat had ik al gezien aan je kleren. Draag jij altijd een zak?'
'Ja.'
'Achterstevoren?'
'Oeps, foutje!'
Raakhout laat een zucht.
'Jouw vriend is moe?'
'Dat heeft ie altijd, na een paar minuten vindt ie iedere conversatie en nieuwe ontmoeting saai.'
'Zo snel al?'
'Zo snel al.'
'Lastig lijkt me dat.'
'Zeker. Raakhout is bepaald niet een spraakzaam wezen.'
'Ach stille wateren hebben diepe gronden, toch?'
Raakhout laat nu een harde boer.
'Raakhout, doe es effe normaal!'
De boer stinkt vreselijk. Hij laat er nog een.
'Poeh ... Wat een luchtje. Ik houd het voor gezien.'
'Prettig kennis gemaakt te hebben.'
'Prettige kennismaking inderdaad.'
'Tot ziens!'
'Tot ziens!'

Krijg nu tieten. Dat had ik nu nooit gedacht. Samen uit de pen ontsproten aan tafel bij Mien, uit de pen van good old Harrie. Het moet niet gekker worden. Wel een toffe gozer die Catweazle. Maar die Raakhout? Wat een verschrikkelijk stinkdier, die pad. Ik duim weer in mijn TARDIS en keer terug naar de Andere Kant. Deze bijzondere ontmoeting moet nog eventjes zakken.


Groot onderzoek / Verkeer / 23-11-2016

Ik krijg een nieuwe opdracht door van mijn chef aan de Andere Kant. Ik haast me met mijn TARDIS naar de uiterste hoek van Galactica 007 en meld me op kantoor. Of ik een groot onderzoek wil doen op moeder Aarde. Het schijnt dat een aantal websites niet meer zo goed lopen. Of ik als techneut en onderzoeker het euvel in kaart wil brengen en met oplossingen wil komen? Zo'n brede onderzoeksvraag heb ik lang niet meer gehad. Ik vraag hoelang ik erover mag doen. Totdat het klaar is. Nou dat zijn de fijnste antwoorden om te horen. Hopelijk kan ik de vrijheid aan.

Ik weet wel een leuke plek op moeder Aarde om mijn onderzoek te starten. Het heet Silicon Valley en ligt in een land waar een zekere Trump vanaf januari de scepter zwaait als president. Een groot land maar zeer verdeeld. Het kan ook nog zijn dat een vrouw het van hem gaat overnemen. Als alle stembiljetten zijn geteld en als de computer het goed gedaan heeft. Ik zit dus vlak bij de haard.

De enige manier om mijn onderzoek goed te kunnen doen is het internet even tijdelijk plat leggen. Ik moet immers een ijkpunt hebben, nietwaar? Het lukt me om een betrouwbaar en geschikt persoon te vinden die mij daarbij helpt. Een echte hacker. Alleen het internet platleggen dat lukt zelfs mij niet, hoe graag ik het nu even zou willen. Daar heb ik dus echt hulp bij nodig. Als uiteindelijk de boel plat ligt word ik op mijn zorgvuldig geheim gehouden locatie platgebeld. Hoezo op locatie, heb ik dan geen mobiele telefoon? Jawel, maar die gebruik ik alleen in noodgevallen. Ik neem de hoorn op van de bakelieten telefoon die aan de muur hangt. De chef van de Andere Kant. Hoever ik al ben? Hoezo? Hij heeft ook last van de internetstoring. Van moeder Aarde? Hoe is het mogelijk. Ik stop de stekker er snel weer in. Boem.

Mijn ingehuurde hacker ligt helemaal dubbel van het lachen. De stroomvoorziening van de servers zijn allemaal opgeblazen. De rook komt uit alle uitgangen. Ik maak dat ik wegkom. Dit wil ik niet op mijn geweten hebben. Waar rook is is vuur. De hacker rent met me mee. Hij neemt me even apart en fluistert mij iets interessants in de oren.Terwijl hij bezig was de code te kraken van de hoofdserver zag hij op de schermen interessante informatie voorbijkomen, gerelateerd aan mijn onderzoek. Gerelateerd aan mijn onderzoek? Hoe weet hij hiervan?

De terugloop van websites is volgens te hacker te wijten aan magere input. Magere input? Van wie? Nou van de leden die betrokken zijn bij de websites. Ik snap er niets van. Moet je dan lid zijn van websites? De hacker kijkt me weird aan. Natuurlijk moet je lid zijn van websites, anders kun je toch geen onderzoek doen. Ach, zit dat zo. Weer wat geleerd. Ik maak gebruiksnamen en wachtwoorden aan. Dat schijnt te moeten. Allemaal verschillende. Ik schrijf ze op een briefje en verstop het in mijn TARDIS. Nee, ik schrijf niet waar.

De hacker vertelt me nog iets interessants. Vooral websites waar leden vrijelijk hun verhaal kunnen doen schijnen terug te lopen in nieuwe klandizie, kwantiteit en kwaliteit. De grafieken die op mijn vraag door alle beeldschermen suizen tonen cijfers van de afgelopen tien jaar en van vijftig landen wereldwijd. Een piek zit er in Nederland. Daar wordt het meest geschreven. Ah. Dan nemen we die cijfers als uitgangspunt. Dan valt het onderzoek in ieder geval nooit tegen. Mijn chef aan de Andere Kant zit niet te wachten op slecht nieuws.

Ik krijg hem weer aan de telefoon. Hoever ik ben en of ik al weet dat het internet het weer doet, intergalacticaal. Yep, dat weet ik en stel hem gerust, mijn onderzoek is bijna afgerond. De generatie schrijvers op websites schijnt evenredig op te lopen met de houdbaarheidsdatum. Verjongen is het adagio. Verjongen? Hoe jong moeten we gaan? Vijf jaar, zes jaar? Ze hebben allemaal al iets te vertellen. In korte bewoordingen. Dat schijnt hip en gangbaar te zijn. In niet te volgen nieuwe taal.

Ik rapporteer aan de chef aan de Andere Kant. KINDERPORNO, schrijf ik in grote kapitalen. Het hele internet lijkt wel KINDERPORNO. In weinig woorden. Met de grootste kinderen voorop. Volwassenen en ouderen. Jonge ouderen. Die zijn het fanatiekst. Die moeten aangeboord. Opnieuw ja. Een gat in de markt dat nog niet ontdekt, gevuld en sociaal mediaal bestraald is. Aanboren adviseer ik. Ja, wereldwijd chef, aardewijd. Van Silicon Valley tot Kam Jat ka tot Bij Jing tot Ma Da Gas Kar tot Constant I No Pel en weet ik waar ... allemaal moeilijke namen met evenzo moeilijke websites. Ja, chef de stekker zit er weer in. Missie en onderzoek volbracht. Even doorpakken en de klad is er weer uit.


Bijltjesdag / Verkeer / 30-11-2016

Wind, storm, regen sneeuw en hagel, ik trotseer het allemaal. Ben er goed op gekleed ook. Met dank aan waarschuwingen van mijn chef aan de Andere Kant. De TARDIS parkeer ik tussen de bomen en bedek hem met takken. Veel takken, want er zitten geen blaadjes meer aan. Hooguit wat naalden. Het is winter op moeder Aarde.

Met grote voorzichtigheid ga ik op pad. Er schijnen in deze tijd van het jaar nogal wat moorden plaats te vinden. En als ik ergens een hekel aan heb dan zijn het onverwachte stiekeme moorden. Kijk dan het slachtoffer recht in het gezicht en sla dan toe. Dan pas en je een held. Dat geldt ook voor het slachtoffer. Hij zal daarna vreedzaam en gerust neerstorten op aarde.

Ik ga af op het geluid. Ze zijn op dit moment met veel daders. Ik hoor het aan het geluid. Onder luid gekreun en gepiep vallen de slachtoffers in bosjes neer. De daders schreeuwen het uit en moedigen elkaar voortdurend aan. "Daar, die daar, dat is een vette. Dat is de jouwe Henk." Vervolgens haalt Henk zijn bijl tevoorschijn. Ontdoet hem van zijn muilkorf en gooit hem krachtig met een flinke zwaai omhoog boven zijn hoofd. Onder luid gekrijs laat hij de aks net boven de knie van de dennenboom landen. Die prikt venijnig. De boom laat geen krimp. Nog niet. Met wat onhandig gewroet trekt Henk de aks los uit de bovenknie. Hij heeft het hakken nog niet echt onder de knie. Henk legt opnieuw aan en hakt de aks pakweg vijftien centimeter boven de eerste wond. "Nondeju!", roept de boom. "Kun je niet wat beter mikken? Het gaat zo een eeuwigheid duren! Zal je baas niet leuk vinden. En ik ook niet. Het tocht in mijn lijf."

Na een uur verder hakken en wroeten stort de dennenboom ter aarde. Wreed, vind ik het. Kan dat moorden niet wat vriendelijker? Aan een man met een uiterlijk van een wilde holbewoner die zes weken geen licht heeft gezien vraag ik wat er met de bomen gaat gebeuren? "Die komen in een vaas, bij mensen thuis, vinden ze gezellig. Ze krijgen ballen, slingers, engelenhaar, snoepjes en verlichting in hun takken en hijgende kindergezichtjes voor hun neus. Heel, heel soms worden ze ook stiekem onder gezeken door hondjes met een volle blaas. Bah, denk ik. Wat een einde voor die bomen. Tenminste, ik neem aan dat ze niet meer levend de kamer uitkomen. Ze kwamen immers al op sterven na dood binnen.

Mijn eerste kennismaking met bijltjesdag is niet voor herhaling vatbaar. Het zijn oorlogen die ieder jaar opnieuw gevoerd worden. Niet echt mijn ding. Maar ja. Mijn chef aan de Andere Kant vond toch dat ik er eens kennis mee moest maken. Met deze vreemde cultuur. Barbaars vind ik hem. De cultuur dan. Dan toch liever Sinterklaas. Veel boomvriendelijker.


Columns van Harrie zijn geschreven aan tafel bij Mien. Harrie is een auteur en tafelvriend van Mien. Van november 2010 tot maart 2016 publiceerde Harrie ook columns op de website van ColumnX.
Harrie’s columns zijn gebaseerd op oude personages uit TV-series Catweazle en Doctor Who. De Britse acteurs Tom Baker en Geoffrey Bayldon vormen zijn inspiratiebron. Daarnaast maakt Harrie ook graag filosofische en sportieve uitstapjes.

29-11-2016

Z(w)anger

Het komt steeds vaker voor. En niet alleen op de televisie. In ochtendprogramma's. Op sociale media. Twitter, Facebook, Yammer, LikhetIn, Instapond en hoe heten ze verder allemaal, Snapsnot. Zangers die zwanger zijn en dat willen weten ook, tonen, schreeuwen aan de wereld. Wat zeg ik, wereld? Maan, zon, sterrenhemel, universum. Ja en ook aan hun naasten. Diva, bijzit, moeder, vader, broertje, zusje. En niet te vergeten, aan hun fans, fans, fans, fans.

'We zijn zwanger!!!' We? Ja, we. Met z'n twee gedaan, ja, echt. Niet met drie? Neuuuuuu ... Geen cameraman of fotograaf erbij toevallig? Neuuuuuuu ... Op het moment suprême? Bij de conceptie, ontvangenis, de climax? Neuuuuuu ...

Dan is het goed. Je hoeft toch ook niet ALLES te delen met de wereld? Wel? Oh, en waar en hoe plaatsen we dat dan? Regelen via de assistent, een media-adviseur? Niet beter eerst vragen aan je moeder? Hoe oud ben je eigenlijk? Zestien? Lentes? En je vriendin, de aanstaande moeder? Vierentwintig! Mmm ... Dat is dan weer een meevaller. Nee, ik heb het niet over jou. Ja, je gaat meevallen, ik weet het. Na het bevallen. Poepluiers, slapeloze nachten, wil je het weten ...? Neuuuuu ...

Moet je nu alweer weg? Opnames? Is ze ziek? O, je bent zanger. Ja, ja en zwanger. Ik weet het nu wel. Toppertje. Doeg ... We bellen. Appen. Twitteren. Snapsnotten. Is goe ... doeegggg!

28-11-2016

Een schat terugbrengen

Onder een grote boom stoppen we en hangen wat verlegen rondom de fiets. Het is volle maan en dat geldt ook voor onze hormonen. Ze gieren door het lijf. Een zwoele avond die zindert van wellust. Alles maar dan ook alles staat in het teken van amor. Wie neemt het initiatief? We praten en praten. De gespreksstof raakt langzaam op. Ja, het was een leuke avond en we weten wat iedereen die avond zei. Geboren voor elkaar. Van je vrienden moet je het hebben. Maar toch. Aanstalten maken? Hoe precies?

IJsbreken op nog geen honderd meter afstand van een ouderlijk huis, is dat wel zo slim? Wie spiedt er allemaal door gordijnen? Ik dacht toch echt zojuist beweging te zien. Een buurt waar alles in de gaten wordt gehouden. Ach, houd op. Toch niet in een jambuurt. Die hebben wel wat beters te doen. Daar houden ze de gordijnen dicht om aan dieven te ontkomen. Bang dat hun zuur verdiende centen en spullen in aanmerking komen voor diefstal. En die camera's dan? Staan die niet aan? Misschien bespieden ze ons wel van binnenuit? Dood voor spontane liefde. Dood voor de eerste stap. Mijn gedachten dwalen af.

Vriendin kijkt me nu met ogen aan die ik niet helemaal kan polsen. Nog nooit eerder gezien. Vragend, haast smekend. Ze lijken me wel op te vreten. Welk antwoord moet ik geven? De zuigende kracht werkt haast hypnotiserend en langzaam geef ik toe. Een aarzelende weg volgt naar haar mond en zwoele lippen. Ze staan in kus-en-zuig-me-stand. Een bobbel in mijn broek begint me aan te sporen. Het is nu of nooit.

De omhelzing is zacht en hevig, de zuigkracht onweerstaanbaar. Mond en tong versmelten. Ik voel nattigheid in heel mijn lijf. Ze smaakt zoet, naar honing. Vlinders in mijn buik. Maar hoe haal ik nu in hemelsnaam adem? We ploppen los en kijken elkaar verliefd aan, op een zwoele zomeravond.

Ik moet gaan, fluistert mijn vriendin me toe. En ja. Zelfs dat klinkt geil. Moet ik niet even mee... Nee, dat hoeft niet. Tot morgen.

Toelichting:
Geschreven naar aanleiding van een idee van Hella Kuipers
Zie ook: http://heldenreis.nl/schrijfveren
Schrijfveer: Een schat terugbrengen (27-10-2016)

24-11-2016

Dag boek

Ik houd het al bijna mijn leven lang vast. Mijn dagboek. Ik sta ermee op en ga ermee naar bed. Sinds ik kan schrijven. Het wil maar niet loslaten en lijkt me continu te achtervolgen. Kan ook niet anders. Ik doe namelijk verschrikkelijk mijn best om het te vullen. En ik geef het onmiddellijk toe, niet altijd met de leukste verhalen. Integendeel. Ik noem mijn dagboek niet voor niets 'treurwel'. Niemand heeft de sleutel tot dit stuk verdriet. Angstvallig houd ik treurwel altijd onder mijn kleren verborgen, dicht op mijn huid. Niemand anders mag het lezen. Ik moet er niet aan denken.

Zojuist heb ik speciaal voor mijn dagboek een heel bijzondere toer uitgehaald. Zo nu en dan vind ik het nodig om het wat lucht te geven. Ik neem mijn boek dan mee naar buiten. De frisse lucht in. Dit keer naar het bos. Bij de grote bosvijver hebben we samen een plons genomen. Een plons? Kan dat dan met een boek? Hoe zit het dan met de inkt? Vloeit die dan niet weg? Nee. De inkt die ik gebruik is watervast en loopt niet weg. Dat geldt ook voor al de woorden die ik gebruik. Voor eeuwig staan ze in mijn dagboek opgetekend. De inkt die ik gebruik kan ook tegen vuur. Mijn inkt is water- en vuurvast. Een hele geruststelling. Kan ook niet anders met al die droeve en verhitte situaties waarin ik steeds verzeild raak. En even voor de duidelijkheid. Ze overkomen mij, de situaties, ik zoek ze niet op.

Zeiknat kruip ik na een half uur samen met mijn boek de vijver uit. De plons heeft mij een bijzonder inzicht ingegeven. Als natte wolf in schaapskleren begrijp ik ineens waarom het me vaak niet lukt om mezelf op het droge te krijgen. Eureka. Als ik ze nu eens afwerp, die natte kleren? En als blote wolf door het leven ga. Zou dat helpen? Ik vertrouw het toe aan mijn dagboek. En het geeft zoals gewoonlijk, geen antwoord. Treurwel houdt niet van moeilijke vragen en zeker niet van oplossingen. Immers, dan houdt onmiddellijk zijn bestaansrecht op. Is dat ook wat ik wil? Nee. Me spiegelen aan bosvijvers en aan dagboeken? Nee. En daarom zeg ik bij deze gedag aan mijn dagboek. Dag boek. Blanco pagina's beheersen voort mijn leven. Ik pluk de dag.

22-11-2016

Last van voetballen

Gelukkig heb ik op dit moment geen last meer van voetballen. Een mannenkwaal, ik weet het. Het schuurt, het jeukt en soms, soms doet het pijn. Het begint aan de onderkant. De eerste signalen voel je ergens bij en in je onderbuik. Althans dat denk je. Als man. Voor sommige mannen meteen een reden tot paniek. Ik niet. Ik raak niet zo snel in paniek. En zeker niet voor voetballen. Niet meer. Maar het is wel een lange leerschool geweest. Het heeft me veel moeite gekost om de juiste remedie en behandeling te vinden.

Ik zeg het eerlijk, en echte mannen onder ons, jullie weten er ongetwijfeld van, dat kan haast niet anders, het last hebben van voetballen, dat is niet niks. In het begin, toen ik nog maar pas last had van voetballen heb ik eerst een voetbaldokter geraadpleegd. Dat was wel even een zoektocht. Het stikt in Nederland namelijk van de voetbaldokters. Daar kom je pas achter als je er last van begint te krijgen, van voetballen, maar dat even ter zijde.

Ik heb heel wat kwakzalvers geraadpleegd. Met de nadruk op kwak. Ze konden er niets mee, met mijn voetballen. De meesten waren wel verbaast dat ik zoveel eeltvorming had. Gelukkig waren ze over een ding eensgezind, ze sloten allemaal uit dat het eventueel te maken had met eelt op mijn ziel. Eelt op mijn ziel had niets te maken met de eelt op mijn voetballen? Nou, daar was ik zelf ook al achtergekomen. Jammer van de kostbare consulten.

Eén dokter wist me echter toch de weg te wijzen. Een lamme goedzak van een dokter. Ja, ze bestaan. En ik hoefde niets te betalen voor zijn consult. Top. En het mooiste van al. Ik kon zelf (handmatig) voorzien in de benodigde medicatie. Deze voetbaldokter wees me op een vreemde afwijking onder aan mijn voetbalzak. Daar puilde een heel klein teentje uit. En verrek, in de spiegel van de behandelkamer zag ik het nu ook. Een heel klein teentje, met een scherp nageltje nota bene, puilde uit mijn voetbalzak. Ik begreep nu ook het schrijnend gevoel veel beter. De kriebel, de jeuk en ja zelfs de pijn. Het schuurde enorm, dat scherpe nageltje.

De oplossing had de voetbaldokter ook. Het eerste waar ik zelf aan dacht was knippen. Maar dat zou ik never nooit niet toestaan. Mijn voetballen waren me veel te dierbaar. Daar zat zowat mijn complete ego in. En van dat ego mocht echt niets afgeknipt. Herkent u het mannen? Maar de dokter kwam met een veel beter idee. Hij sprak voor mij de volgende verlossende woorden.

'Zalven meneer, met heel veel kwak. En dan komt het vanzelf goed. Als er één ding is waar voetbalzakken niet tegen kunnen dan is het zalven. Ik zal u ook vertellen waarom. Voetbalzakken zijn over het algemeen wat bot. Ja echt. De meeste zijn regelrechte botterikken. Ze houden absoluut niet van scherpe randjes. En al helemaal niet van zalven. Dat vinden ze zo'n gemelk. Begrijpt u. Ik gebruik voor de beste remedie dan ook het principe van homeopathie. Eerst de kwaal verergeren en dan volgt de oplossing vanzelf. Dus zeg ik. Zalven die handel, met heel veel kwak. En ik verzeker u. Het scherpe randje valt binnen twee dagen van uw nagel af. Het kleine teentje zal zich daarna ongetwijfeld snel terugtrekken. Is dat niet zo, dan moet u nog even terugkomen.'

Het advies volgde ik onmiddellijk op. Daarna heb ik geen last meer gehad van voetballen. Afkloppen. Wat de voetbaldokter voorspelde kwam uit. En nee, ik ga u niet vertellen hoe hij heet. Of nou vooruit dan, een hint. Hij is familie van Jan Zwartkruis. Nooit van gehoord? Zanger van de Carnavalskraker 'Nederland, die heeft de bal' (gezongen samen met André van Duin) en tevens opvolger van bondscoaches George Knobbel en Ernst Happel.

20-11-2016

De voetbal beslist

Sinds kort ben ik weer wat meer geïnteresseerd in voetbal. Hoe dat zo komt? Twee redenen. Een, mijn kleine neefje is fan van Barcelona en twee, de introductie van steeds meer technische mogelijkheden binnen het voetbal. Vroeger kon Ajax mij nog bekoren, maar sinds Johan er niet meer is, is het voetbal in Nederland saai en slecht geworden. Het is wachten op een nieuwe Johan. Mijn neefje misschien. Hij heeft in ieder geval genoeg aspiraties. En ik de inspiratie. Om over voetbal te schrijven. Daarom nog maar eens een echte voetbalcolumn in een rubriek die op sterven na dood is.

En ja, waar draait het nu om bij voetbal? Juist ja de voetbal. Die moet erin. En het liefst heel vaak. Dat maakt de supporters, trainers, coaches, journalisten, profs, amateurs en last but not least, de voetballers gelukkig. Zeker degene die scoort. Wie ben ik vergeten? Juist ja, de scheidsrechter. Bewust? Nee, niet helemaal. Hij is soms, samen met zijn maten de advocaat van de duivel. In sommige gevallen, incidenteel, samen met de bookmakers, want die was ik ook nog even vergeten. Niets beïnvloedt meer het spel, heeft meer macht, dan de scheidsrechter. Want als iedereen gelijk heeft kan hij dat gelijk evengoed nog betwisten, in een momentopname. Hij ziet niet wat duizend anderen ziet. En hij komt er mee weg. Meestal. Nee, altijd.

Hoe lossen we dat voor eens en altijd goed op? Heel simpel. Met techniek. Ook het voetbal verdient een big brother who is watching. Fout, fout, fout. Dat gaan we nu eens niet doen. Die big brother is al in ons dagelijks leven alom aanwezig. Dat hij zich nu eens niet bemoeit met brood en spelen, alsjeblieft. Let go, let go.

Nee, er is maar een die wat mij betreft aanspraak maakt op waarheid en gelijk. En dat is de voetbal zelf. Laat nu de huidige techniek toevallig de mogelijkheid bieden om dit te bewerkstelligen. En wel heel eenvoudig. We planten in de voetbal een chip. Een chip die kan praten. Is er al toch? De voetbal bepaalt dan met behulp van de chip of hij gescoord heeft. Juist ja, of de voetbal de doellijn gepasseerd heeft. Het enige wat bij twijfel dan nog even moet gebeuren is luisteren. Eenvoudigweg luisteren naar de voetbal. En wie doet dan? De scheidsrechter en de beide coaches. Gedrieën treden ze toe tot de innercircle van het veld en beluisteren de bal. Want de voetbal, die heeft altijd gelijk. Was het een doelpunt? Ja, fluistert de voetbal, in drie paar oren. Doelpunt toegekend. En nee, even for the record, dit is geen verslag uit het laatste Harrie Potter boek en heeft niets te maken met bezemvoetbal.

Als die voetbal nu eens snel komt, met ingebouwde chip, dan ga ik weer kijken naar voetbal. Beloofd is beloofd. De ballen moeten er gewoon weer in. Wat maken ze me nou? Leve brood en spelen. In alle opzichten.

06-11-2016

Met de doden spreken

Ik probeer het nu al vier maanden en het lukt me van geen meter. Alles heb ik uit de kast gehaald, alles geprobeerd. De bibliotheek bezocht, het internet afgespeurd, media geraadpleegd, en vooral ook in mijn vrienden- en kennissenkring een balletje opgeworpen. Hoe kom ik in hemels-, hels- of vagevuursnaam in gesprek met de doden? Ergens moeten ze toch gebleven zijn? Zo graag zou ik eens met enkelen willen spreken. Heel even maar. Over koetjes of kalfjes of over serieuze zaken, het maakt me niet uit. Mijn nieuwsgierigheid vreet me haast op, niet te harden.

Ik weet geeneens welke taal de doden spreken, maar dat mag mijn ondernemingsgeest en pret niet drukken. Ja pret. Ik beleef er enorm veel plezier aan om nu al vragen te verzinnen die ik mijn meest geliefde en gehate doden wil stellen. Over hun reis naar de plek waar ze zich nu bevinden bijvoorbeeld? Of over hun laatste aardse gedachten. Wat er door hun hoofd ging op het moment van sterven. Bij sommigen lijkt me het waanzinnig interessant juist dat te mogen weten.

Van de vier maanden heb ik drie maanden gemediteerd. Volgens strenge regels. Ik trad binnen, vouwde mijn benen in kleermakerszit, liet alles los en dacht niets, aan helemaal niets. Tussendoor nam ik alleen zo af en toe een boterham en een glas melk. Mediteren vraagt aandacht, concentratie en heel weinig koolhydraten. Die laatsten zorgen er namelijk voor dat je op aarde blijft. Toiletzaken en zo. En dat wil je juist niet. Bijna had ik contact. Maar het contact vloog weg. Zodra het me zag zitten in kleermakerszit was het contact gevlogen. En toch schijnt het zo te werken.

De andere maand heb ik gebruik gemaakt van het oproepen van de doden. Samen en alleen. Samen met drie goede vrienden die me wel wilden helpen, totdat mijn koelkast leeg was, want toen hielden ze het ineens niet meer vol. Alleen met een doosje dat telkens op tafel naar de letters van het alfabet schoof, maar het doosje schoof slechts naar medeklinkers. Ik kon er geen naam van maken. En dan nog? Wat zou ik dan tegen die naam moeten zeggen. Wie is u en wat doet u hier? Het lukte gewoonweg niet.

Ik besluit uiteindelijk, los van het contact met de dode, gewoon met de dode in gedachte te spreken, in mijn eigen taal. Ik verzin de wildste vragen en antwoorden. De doden zwijgen. Wijselijk. Maar ik weet wel beter, ze zijn er, stuk voor stuk, geen ontkomen aan. Daarvoor zijn zij ook te nieuwsgierig. Wie zwijgt stemt toe, min of meer, nietwaar? Ik weet dan nu ook hoe de hemel, hel en het vagevuur eruitzien. Ik kan het u zeggen. No places to be. Not yet. En dat geldt voor alle drie. Ja, ja, ook doden proberen elkaar dood te zwijgen. Maar dat gaat nu mooi niet lukken, er is er altijd wel eentje die lekt. En ik, ik ga hem of haar, vroeg of laat vinden. Zeker weten.

Toelichting:
Geschreven naar aanleiding van een idee van Hella Kuipers
Zie ook: http://heldenreis.nl/schrijfveren
Schrijfveer: Met de doden spreken (06-11-2016)

04-11-2016

Redenen om te blijven

Blijven of weggaan, hoe vaak heb ik dat niet gedacht? In den beginne begon het al. Ik floepte uit mijn moeder en dacht meteen, wat doe ik hier? Ja, ik kon meteen denken. Mijn moeder schrok er zelfs van. Praten deed ik ook. Een echte wijsneus met een stem. Met mijn neus wees ik de wereld waarin ik terecht was gekomen meteen terecht. Wie wil er hier nu blijven? Maar weggaan was nog geen optie. Ik kon niet lopen.

Gelukkig had ik mijn gedachten. Man wat ben ik daarin ver weg geweest. Beyond borders. Ja, ik ben tweetalig. Wat zeg ik, vijftalig. En het zit geeneens in de genen. Mijn vader sprak maar een taal. Heel duidelijk. Mijn moeder zweeg, meestal. Bij het weggaan is het spreken van vijf talen wel zo handig. In dromenland maakte ik me de talen eigen. Engels, Frans, Duits, Italiaans en Spaans. Zo kon ik alle kanten uit. Nou ja, behalve China, Rusland, Mongolië en nog wat andere landen. In de weet dat ik ze toch niet allemaal kon bereizen, geen probleem.

En so what, ik beschikte immers ook nog over handen en voeten. Ik kon er nog niet mee lopen, maar wel mee praten. In mijn dromen en ook in het echt. Zo verkocht ik mijn vader en moeder regelmatig een muilpeer. Waarom? Omdat ze soms te dicht in mijn buurt kwamen. Als baby had ik al ADD en Adidas. Ik schreeuwde soms de hele buurt bij elkaar want niemand kwam er kijken naar mijn mooie schoentjes.

En toch besloot ik om te blijven. Want naarmate mijn leven en wereld groeide, kwam ik thuis in mijn eigen huis. Het huis groeide en groeide al snel. De ruimte in lijf en ledematen nam snel toe. Het was ook de ruimte die ik nodig had om te groeien. Ik hoef niet langer weg te gaan. Ik blijf in mijn blijf en lijf. Forever, pour toujours, für immer, per sempre, por sienpre, yǒngyuǎn, navsegda, üürd mönkh.

Toelichting:
Geschreven naar aanleiding van een idee van Hella Kuipers
Zie ook: http://heldenreis.nl/schrijfveren
Schrijfveer: Redenen om te blijven (04-11-2016)