30-04-2017

120 Woorden April 2017

120 Woorden (120W) is een website gerund door vrijwilligers waarop ik kleine stukjes van exact 120 woorden plaats. Meestal aan de hand van opgelegde themawoorden.
Motto 120 Woorden: Er wordt veel te veel geschreven en daardoor veel te weinig gelezen. Weg met de breedsprakigheid. 120 woorden is precies genoeg.


1 April (01-04-2017) (Themawoord: Veter)

Nog een uur en elf minuten op het moment als ik DIT schrijf. Ik moet en ik zal nog een 1 aprilmop verzinnen. Maar ik kom niet verder dan ‘je schoenveter zit los’. Mijn eerste 1aprilmop. Plintenladder dan? Benzinewater? Nee, allemaal gekende grappen. Het laat me niet meer los.

De beste moppen komen rond middernacht. Ik heb geduld. Het valt me zo binnen. Wedden? Maar voor wie is de mop dan? Ik ben op dit moment alleen. Degene die ik morgen het eerst ontmoet is de sjaak. Misschien de postbode wel. Of de buurman. Morgen ga ik helemaal los. Wat zeg ik over acht minuten. Toch maar, ‘hė je veter zit los’. Misschien zijn ze hem wel vergeten. Wie weet?


2 April (02-04-2017)

Ik heb gisteren alleen maar gehuild lieve mensen. Waarom? Dat leest u in de titel. Gisteren was het namelijk 1 april. En ik zeg het maar gelijk. Ik ben erin getrapt. In maar liefst twaalf 1aprilmoppen. Niemand, maar dan ook niemand had mij verteld dat het 1 april was. Echt balen.

Maar waarom moest ik dan huilen? Van het lachen natuurlijk. Het waren geen van allen flauwe moppen. Integendeel. Grappig, scherp, goed verhuld, geloofwaardig, geniaal. De tranen rolden me telkens over de wangen. Daar schrokken de grappenmakers wel een beetje van. Zo’n heftige reactie waren ze niet gewend. En zeker niet van mij. De koele kikker en zelf de grootste grappenmaker op feestjes en partijen. Had ik ze even tuk!


Creactor (03-04-2017) (Themawoord: Reactor)

Heel oer is de creactor. Hij stamt nog af van de jeukbeestjes uit het pleistoceen. Heeft jaren klem gezeten tussen alle aardlagen, maar is nu eindelijk bevrijd uit zijn geschiedenisslaap.

Wie heeft hem wakker gemaakt? De langetandvormige keliscopter natuurlijk. Deze aardverwoestende machine heeft sinds zijn intrede, de aarde al behoorlijk opgeschud.

Zo heeft ie uit de aardlaag van het krijstoceen, de plantatus gigantus losgeweekt. Dit groenkakige slaapmonster heeft jarenlang planeet aarde geterroriseerd. Sinds zijn ontdekking weten we ineens waar al onze planten vandaan komen. En ik kan u alvast verklappen. Niet van Appie Happie.

Terug naar de creactor. De biologen vinden het maar niets. Dit verschrikkelijke jeukbeest kan de ondergang betekenen van planeet aarde. Niets zo erg dan jeuk, toch?


Boekenweekgeschenktreinescapades (03-04-2017)

Zat u gisteren ook in of tussen de trein? Tussen heel veel mensen? Met het boekenweekgeschenk krampachtig op schoot? Amper tijd en ruimte om te lezen? Omdat of het perron, of de trein, of de tijd in de gaten gehouden moest worden? Omdat de conductrice niet door het gangpad kon en dat heel vriendelijk met veel aandacht voor haar klandizie liet merken. ‘U gaat ook allemaal op hetzelfde tijdstip met de trein. Hebben jullie dat met elkaar afgesproken?’ Ja, de NS-humor is van hoog niveau. Waarna de snoependrankverkoopstudent het gangpad onveilig maakte. ‘Kan ik u iets aanbieden?’ Hoef ik niet lang over na te denken. ‘Ja, een extra treinstel misschien? Doe er maar tien!’ Herman Koch ook nergens meer gezien.


Torrentreactor (03-04-2017) (Themawoord: Reactor)

Nou heb ik het gevonden. Unne torrentreactor. En unne goeie. Nou ken ik alle films downloaden die ik maar wil zien. Det kennen gullie nog nie toch? Met deze torrentreactor heb ik HBO en MBO en LBO. Ik ken het allemaal zien. De nieuwste series. En ook alles van SBS, Veronica, RTL 5, 6, 7, 8 en 9. Ik heb het gelijk.

Nooit meer wachten. Dankzij munne torrentreactor. Ken het amper uitspreken. En het schrijven heb me ook efkes gekost. Maar ik wil nooit nie meer wa anders. Gisteren de oudste van de Muppetshow bekeken. Gaaf. En helemaal dolblij zuurrond. Een geluid man. Hard. En hard.

Ik hoef niks niet meer te zien op televisie. Ik vat gewoon munne torrentreactor.


Emotionele pornografie (04-04-2017) (Themawoord: Reactor)

Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie is het mooiste van het land? Een dagelijkse praktijk in willekeurige pashokjes. Heel eventjes bloot ontbloot voor het egoglas. Strippen langs armen, knieën, enkels, polsen dijen. Reactor pumps up the base. Leer en latex, zijde, bont. Het volume op tien.

Koud zweet, bijna betrapt. Achter het velours kloppen harten in de keel. Emotional pornograpy. Geen maatje is te groot of te klein. Perfect size. Ritsen, vegers, alles gaat los. Heel eventjes verdwaald in het rare kledingbos. Poster aan de muur. Van David, Ewan, Kevin en Evan. Feeling the love.

De geur is overwelming. In de palm van hand en oksels dringt passie langzaam door. Zet lichamen kortstondig in vuur en vlam. Hitsig en heet.


Podoreactor (04-04-2017) (Themawoord: Reactor)

Mijn voeten veeg ik ermee aan. Hoe haalt ie het in zijn hoofd? Niet tot op het bot maar wel tot in de kern. Zo laag? Bukken gaat haast niet meer. Een BMI dat op ontploffen staat hangt ervoor. Hoe durft ie dit te vragen, hij kent me toch?

“Iets verder mevrouw, ja, zo is het goed. U kunt het!”

Ik kijk schuin in de spiegel en zie mezelf in standje hopeloos staan.

“Wilt u nu even uw rechterbeen naar achteren steken.”

“Zo?”

“Nee, hoger! En houd uw rug recht. Zo ja. En nu nog even uw voet flexen. Nee, niet strekken. Flexen! Waar zitten uw oren mevrouw!”

De podotherapeut vraagt onmogelijke dingen van mij. Tijd voor actie.

“Au! Mevrouw!”


Uiteenzetting van een kernreactor (05-04-2017) (Themawoord: Reactor)

Dit is een korte filosofische, antroposofische, literaire, niet technische verhandeling over de kernreactor.

Diepzinnig, kalm en wijsgerig verklaar ik u, waar en waarom, nucleaire kettingreacties van kernsplijtingen plaatsvinden onder gecontroleerde en stabiele omstandigheden.

Een kernreactor levert warmte. Punt. Voor huis, industrie, ontziltingsinstallaties en voor de voortstuwing van schepen en onderzeeërs. Pint. Multi-cultureel en los van ras. Gepostuleerd vanuit een geestelijke omgeving via innerlijke ontwikkeling.

De vrijgekomen warmte versterkt zintuigvrij denken en bewustzijn. Aldus Blavatsky. Volgens Hippocrates zowel cholerisch, sanguinisch, flegmatisch als melancholisch.

Hoewel de term ‘kernreactor’ ook gebruikt kan worden voor een fusiereactor wordt dit meestal niet gedaan en worden er uitsluitend splijtingsreactors mee bedoeld. Hoe dubbel, hoe ambivalent.

Verantwoording. Al het bovenstaande is recent gedicht in een literair café.


All in the game (06-04-2017) (Themawoord: Reactor)

Zo, vandaag weer een gezellig potje oorlogvoeren. Eerst stevig ontbeten. Alles uit blik. Camouflage-outfit aan, schmink aangebracht. Ik ruik naar oorlog en Nivea.

Ik neem plaats achter mijn console in de kelder. Licht uit, koptelefoon op. Altlas Reactor start op. Waar ben ik gebleven? Ah, genoeg levens over. Alle maten zijn wakker. De eerste teamopdracht is makkelijk. Samen met Dragon Tailor en Droppie Charge zetten we de aanval in op Herrie No Mistake en Miscile Putje33. We kiezen aanvalsplan Scoop. Alle interventies gaan ons makkelijk af. Dragon en Droppie zijn al snel de sjaak. Op naar een hoger level, fase drie. Welke characters moeten we nu dissen?

“Mien… Mien, wil je nog koffie?” Hoor ik ver weg roepen.
Shit, betrapt!


Onderzoek ReaCTOR (07-04-2017) (Themawoord: Reactor)

Onderzoek ReaCTOR heeft er eindelijk voor gezorgd dat het Ministerie van ICT de erkenning krijgt die het verdient. Het kersverse ministerie doet daarmee recht aan levensvatbaarheid. Een welkome aanvulling op het Ministerie van Justitie. Middels ReaCTOR hebben beide ministeries succesvol de handen in elkaar geslagen in de oorlog tegen cybercrime. Aanleiding, de lamlegging van computersystemen van beide ministeries.

Onderzoeksresultaten wijzen uit dat het hier geen maleware maar femaleware betreft. Vrouwduleus is getracht gevoelige informatie te verzamelen. Hoe? Door CTOR (Click To Open Rates) naar het woord ‘rea’ te analyseren. Uitkomst. Godin eindigt op grote afstand van plaats en loopvogel. Daarmee is het aantal potentiële daders gereduceerd tot 5%. Daderinnen of daderessen. Vroeg of laat worden ze gepakt. Nee, niet genomen.


Grote boodschap (10-04-2017)

Het toilet staat droog. De grond eronder lijkt te bewegen. Dat kan toch helemaal niet? De muren rondom het toilet staan gelukkig nog overeind. Dat geldt niet voor het plafond en de muren van het huis van het kleine kamertje waarin het toilet en ik me bevinden.

Het is oorlogstijd. Vrijwel niets staat meer overeind. Je zult dan moeten. Een grote boodschap. De schaamte blijft. Ook in oorlogstijd. Heel vreemd. En toch. Iets onder het toilet lijkt te bewegen. In de kelder? Die heb ik niet geïnspecteerd. Ik loop naar beneden en zie een gat in het plafond. Nee?

Ik kijk omhoog en zie een doos. Aan de doos hangt een drol. Merde! Bah! Ik spring net op tijd weg.


Kijkbox (10-04-2017)

Trinnngggg! De voordeurbel gaat. En toch ren ik naar de achterdeur. Hoe vreemd. Aan de achterdeur hangt namelijk geen bel. Wie heeft er nu een bel aan zijn achterdeur hangen? Degene die geen voordeur heeft wellicht? Maakt niet uit. De paniek is allang toegeslagen. Ben ik nog op tijd bij de voordeur?

Ik ren door mijn huis dat ineens wel tien kilometer lang lijkt. Gelukkig is dat niet zo en arriveer ik net op tijd bij de voordeur. Door het matte glas zie ik de Zalandoman staan. De oranje gloed komt me warm tegemoet. Ik doe snel de deur open en neem met een dankbare groet een grote doos in ontvangst. Mijn eigenste kijkbox. Zal alles er weer in zitten?


Mamatuintjes (10-04-2017)

De mamatuintjes van Appie Happie scoren weer goed. Buiten word ik opgewacht door een bende straatjongens en -meisjes. Geen boodschapper ontkomt aan hun blik en armen.

“Heeft u nog mamatuintjes voor ons?”

Ach, ik heb geen kinderen. Desondanks is een kinderhand snel gevuld. Dat spreekwoord geldt immers voor iedereen. Kinderen of geen kinderen. Maar ik geef ze niets voor niets weg. Nee, nee. Voor wat hoort wat, toch?

“Jullie krijgen mijn mamatuintjes, maar alleen als jullie eerst allemaal een sinaasappel eten.”

Ik heb er al rekening mee gehouden en haal alvast een sinaasappel uit het net. Geen kind meer te bespeuren.

Raar hoor. Ik kijk naar het kleine doosje in mijn hand. Moestuintje. Maar waar zijn de mamakindjes nu gebleven?


Panorama Mesdag (11-04-2017)

Daar sta ik in de vitrine van de Noordzee. Een grote ronde koektrommel van ongewapend glas. Een levensecht zeezicht met strand- en zeegangers. Hoe vaak en hoe lang zou meneer Mesdag en zijn kornuiten door de cilinder, de ronde doos van glas gekeken hebben? De spiegeling vastgelegd met varkenskwast op doek? Een fata morgana in tempera, waterverf of is het toch geolied?

Het schilderen liep hoe dan ook gesmeerd. Alles werd gevangen. Niets ontsnapte aan het schildersoog. Vincent zei het mooi. ‘Het enige dat er mankeert aan het schilderij is dat er niets mankeert’. De Breitner cavalerie, lucht en duinen à la Théophile, de gluurster van Blommers, Sien’s Scheveningen, Mesdag’s zee en bootjes. Vastgelegd in 1881, op zeventien vierkante meters.


Kijkzicht (11-04-2017)

Het is allemaal begonnen met de Okkie en Taptoe. De verbeelding. Dromen met en over Donald Duck en Olivier B. Bommel. Kwik, Kwek en Kwak, Pluto en Willie Wortel. Daarna volgde de wetenschap met inkijkjes in de Kijk. Ontdekkingstochten langs honderden pagina’s allemaal opgeslagen in het kinderbrein. Hoeveel melktanden zijn daar niet ingezet? Met paplepels ingegoten?

Nu staan de dozen op zolder. Complete jaargangen vol geschiedkundig, natuurkundig, scheikundig, biologisch en kunstzinnig inzicht. Zonder Kijk geen inzicht in padvinderij. Kijkzicht. Zonder Pluto, geen flaters, risico’s en uitglijders. Zonder Willie geen uitvindingen. Zonder Kijk geen ruimtevaart en vreemde vogels. Bekijk het maar.

Lang leve de postbode, die altijd extra hard met de brievenbus klepperde als deze de Okkie, Taptoe en Kijk bezorgde.


Kijkdozen (12-04-2017)

Ze zitten op ieder terras. Kijkdozen. Ja, kijkt u maar eens rustig om u heen op een willekeurig terras. Wedden dat ze u spotten? Kijkdozen in alle soorten en maten. De meeste kijkdozen doen dit heimelijk, althans dat proberen ze, vanachter een Ray Ban of Gucci zonnebril met liefst donkere glazen.

De ergste kijkdozen zitten erg stil. Althans dat lijkt zo. Want als u goed kijkt ziet u dat ze u weldegelijk monitoren om dan vervolgens verslag uit te brengen aan een van hun buurdozen. Zonder blikken of blozen en zonder hun nek te draaien. Ze prevelen het gewoon voor zich uit, gezeten vanachter hun zoete witte wijn, rosé of kersenbiertje. De zuren drinken tonic met citroen. U bent gespot.


Lokbox (13-04-2017)

Lokbox, ook wel lookbox genoemd. Nog voor het woord mail uitgevonden was. Berichten werden in een klein parlemoeren doosje onder de aandacht gebrscht door deftige dames en heren. Aan elkaar. Naar willekeur. Een soort sleutelspel maar dan anders. Ongeacht de sexe werd ontvangen op kasteelkamers, waar heren en dames kasteelromangeschiedenis schreven, al dan niet gemaskerd.

Was de box verzegeld dan werd het echt spannend. De hoofdprijs zonder hoofse liefde lag te wachten in de bedstee. Verstopt achter de dienstingang. Daar kon men dan wild tekeergaan, telkens weer. Ruwe liefde. Hard en meedogenloos. Niet voor watjes. Het personeel zweeg. Het kon niet anders. Werkloos toezien was geen optie. Als mieren kropen ze erop af. De lokdozen, zo verlokkelijk. Ruwe wilde seks.


Knustelen (13-04-2017)

Een grote schoenendoos ligt voor me op tafel. Daarnaast het instrumentarium. Een decoupeerzaag, een nijptang, een klein waterpomptangetje, touw, plakband, lijmklemmen, ducttape en voor de zekerheid een schaar en een hobbymesje. Een nietmachine niet te vergeten.

Eerst ga ik de doos decouperen. Dan nijp ik de scherpe randjes eraf. Met de waterpomptang stapel ik de onderdelen op elkaar. Touwtje eromheen. Voor de zekerheid ook plakband. De lijmklemmen houden het zaakje bij elkaar. De ducttape laat ik nog even liggen.

Met de schaar knip ik figuurtjes uit het karton dat uitsteekt. Met het hobbymesje steek ik raampjes uit. Er moet immers wat te kijken zijn. Met de nietmachine niet ik de wanden weer aanelkaar. Nu kan ik de doos verder inrichten.


Haaseieren (14-04-2017)

Als u goed oplet dames, heren, en u heeft een tuin, dan kunt u hem gewaarworden. Meestal tijdens ochtendgloren of avondschemering. Hij draagt, en dat doet ie niet altijd, alleen vlak voor pasen, een doos op zijn rug.

Een doos ja, geen mand. Kijk, het zit namelijk zo. Manden zijn voor watjes. En ik mag hopen dat u geen watjessoort in uw tuin hebt. Daar komt u namelijk niet snel meer vanaf. Ze dralen en dralen en weten nooit goed wat ze moeten doen in uw tuin.

Nee, veel beter kunt u een echte stoere haas hebben. Die uw tuin tot in de kleinste hoekjes kent. Waarom? Om zijn haaseieren goed te verstoppen natuurlijk. Anders volgend jaar geen nieuwe paashaas.


Melkuniseks (20-04-2017) (Themawoord: Uniseks)

Lady Madamme zit op een stoel aan de keukentafel. Ze likt haar baard. De melk druipt van haar snoet. Wat een mazzel dat er nog een kopje was achtergelaten door de nachtraven. Het is volle maan en de nacht zwart, lichtzwart. Buiten wordt ze opgewacht. Ze weet het. Maar ze moeten nog even geduld hebben. Ze is er nog niet klaar voor. De melk bevalt haar veel te goed.

Wachten maakt hongerig. Ze weet dat als geen ander. Hoe vaak heeft zij niet moeten wachten. Op brokken en op vis. Een viswachter leek ze af en toe. Mouwen helpt dan niet. Laat staan mauwen of miauwen. En janken al helemaal niet. De krolse katers wachten. Op vette melkpoes Lady Madamme.


Communiseksschandaal (20-04-2017) (Themawoord: Uniseks)

Ik kniel op het harde bankje, naast mijn klasgenoten. We dragen allemaal een korte broek, een net wit overhemd, kleine stropdasjes, witte sokken en sandalen. Gekocht bij Peek&Cloppenburg of C&A. Niet bij V&D, veel te duur.

Mijn knieën schuren en langzaam schuift de pastoor aan ons voorbij. In zijn belachelijke jurk en smalle tafelloper. De kwast om zijn middel fascineert. Bij ons thuis hangt ie aan de gordijnen.

Jantje naast me bukt al voorover en steekt zijn tong uit. De stukjes lichaam van Christus bevinden zich nog zeker een meter van hem vandaan. Een rolmodel Jantje. Liefste kabouter van de klas.

De hostiehand hangt voor me. Ik lik hem helemaal schoon. Bijt er zachtjes in. De pastoor schrikt. Lekker puh!


Uniseksiteit (20-04-2017) (Themawoord: Uniseks)

Vandaag gaan ze voor het eerst naar de Uniseksiteit. Spannend! De eeneiige tweeling heeft gekozen voor dezelfde studie, in dezelfde stad aan dezelfde Uniseksiteit, in Alkmaar.

Alkmaar? Maar daar is toch helemaal geen Uniseksiteit? Jawel hoor. Alleen voor uniseksgeaarden. Maar dat moet u eerst wel even ontdekken. De uniseks? Nee, de geaardheid. Zodra die zich manifesteert weet u vrijwel onmiddellijk dat de Uniseksiteit voor uniseksgeaarden zich bevindt in Alkmaar. Daar hoeven we niet stiekem over te doen of geheimzinnig. Dat is gewoon zo.

Piet en Jo hebben er zin in. Ze komen uit Limburg en moeten treinen. Om vier uur ’s ochtends zijn ze al op het station Heerlen. Je kunt maar beter op tijd zijn voor een zitplaats. Limbabwe-express.


Juniseks (22-04-2017) (Themawoord: Uniseks)

Juni, de mooiste maand om in te vrijen. Heel simpel. In Nederland uiteraard. Want dan is het mooi weer. Een heerlijke tussenmaand ook. Iedereen at ease. De kindjes komen dan in maart. Met een beetje planning eind maart. Voor zover je wil of moet plannen natuurlijk.

Een prachtig lentekindje. Een lief stoer rammetje als kers op de taart. Van lekkere spontane seks. In juni, als het gras twee kontjes hoog is of in een nog niet te hete duinpan. Of gewoon in de bosjes. Of in de tram. Doe eens stoer. De laatste tram met een voyeur. In de mooiste maand van het jaar. De zomermaand. De rozenmaand. Rote Rosenmonat. Rote Rosen sind die ewigen Boten der Liebe. Juniseks, supergeil.


Geschikt voor mannen en vrouwen (22-04-2017) (Themawoord: Uniseks)

Dan kom je al snel uit bij uniseks. Want was is er meer geschikt voor mannen en vrouwen? Seks ja. Door de eeuwen heen heeft dat zich al bewezen. Immers anders waren u en ik er niet geweest. Dankzij uniseks, geschikt voor mannen en vrouwen, zijn u en ik ter aarde gekomen. Daar zit geen letter Spaans, Chinees of Latijn tussen. Het is heel Esperanto. Overduidelijk toch?

Ik wil de dieren natuurlijk niet tekort doen. Die weten ook van wanten. Sinds den beginne. Al sinds de oerknal is het duidelijk. Uniseks is de enige voorwaarde voor het bestaan. Maar wie is er eigenlijk begonnen? De eicel of de zaadcel? Planten laat ik even buiten beschouwing. Hoewel? Zonder planten geen voortplanting.


Bruniseks (23-04-2017) (Themawoord: Uniseks)

Wie wil dat nu niet? Bruniseks. Vraag het aan Mick Jagger, Eric Clapton, Donald Trump, Kevin Costner en Vincent Pérez. Ze hebben het er allemaal mee gedaan. En niet te vergeten onze kleine Napoleon Sarkozy. Sarkozy en Sarkoza. O ja, en met Raphaël Enthoven kwam er ook nieuw leven. Samen kregen zij in 2002 een zoon, Aurélien.

Quelqu’un m’a dit dat ze ook nog goed kon zingen. Naast mooi en lekker zijn. A la Joni Mitchell en Serge Gainsbourg. Die Carla. Van alle markten thuis. Met een neus van zalm. Maar even onder ons. No promises. Geen idee wat ze er nog verder in haar vat zit. Comme si de rien n’était. Mijn favoriet blijft toch haar French little songs.


Wijdse weidevogelarij (25-04-2017) (Themawoord: Weide)

De snip snapt er niets van. De kievit vit. Maar dat doet ie altijd. En wat te denken van de tuureluur. Juist ja, compleet tureluurs. De leeuwerik schreeuwt het lelijk uit. Bidden dat ie niet van schrik uit de lucht valt. Probeer ze maar eens te tellen, die rotjong. En voorzichtig met de eieren.

Boer Maaimans heeft zijn tractor al opgestart. Zijn vrouw heeft hij vooruit gestuurd. Wijdbeens struint ze door het weideland. Vierentwintig grondnesten moet ze vinden. Ze krijgt een half uur. U weet vast hoe dat gaat lezer, met grote regenlaarzen. Als het gras twee kontjes nat is schiet dat voor geen meter op. Gisteren heeft de familie Maaimans uien gegeten. Hadden ze niet moeten doen. Wijdse weidevogelarij.


Schaarweide (29-04-2017) (Themawoord: Weide)

Op mijn kleine fietsje flits ik naar de drogist op de hoek. Het is zaterdagochtend en het heeft licht gesneeuwd. Zou de wedstrijd doorgaan? En tegen wie moeten we?

Teleurgesteld keer ik huiswaarts. De droefenis is van mijn gezicht te lezen.
‘Gaat de wedstrijd niet door?’, vraagt mams. ‘Nee, weer niet.’
‘Het sneeuwt te hard’, zegt mams. ‘Tegen wie moesten jullie.’
‘Schaarweide mams.’
‘Schaerweijde zul je bedoelen kerel.’

‘Ach, wat doet het ertoe mams. Nat worden we toch.’
‘En heb je op het goede schema gekeken op de raam bij de drogist?’
‘Goede schema mams?’
‘Ja, goede schema. Op het hockeyschema of het golfschema? Dat is nogal een verschil.’

Ik fiets terug. Gelukkig het hockey gaat wel door. Op kunstgras.


Ai Weiwei weidegras (29-04-2017) (Themawoord: Weide)

Hoe kan ik de wereld nog verrassen, verbinden en verblijden? Dat dacht de Chinese kunstenaar toen hij in de metro zat van Parijs. Wat deed ie überhaupt in Parijs? City of old dreams. Een verkiezingsstunt wellicht? Zou hij een zekere Pen mogelijk willen jennen? Maar hoe dan?

Gewoon heel simpel bij jezelf houden. Waar houdt iedereen van? Buiten Parijs, zo cliché. Iets met een twijfeltoren misschien? Een champignon de Elysee? Paris St Germain zou het dit jaar weer niet redden. Och arme. De Champions League ging net als aan Ajax weer aan de Parijzenaren voorbij.

Holy shit. Dat was er nodig voor een goed gazon. Natuurlijk lag het weer eens aan perifere omstandigheden. Alleen Ai Weiwei weidegras zou redding brengen.


Uitweiden (30-04-2017) (Themawoord: Weide)

Uitweiden. Fout geschreven? Dacht het niet. Op de valreep mogen ze naar buiten. Omdat het weekend bijna is afgelopen. Boer blij. Koeien blij. Weer lekker uitweiden. Beter dan binnen zitten. Hoewel? Vraag het eens aan een koe. Ze zijn er lang niet allemaal blij mee. Ze worden namelijk ontiegelijk verwend in de stal. Zeker in de moderne stal. Niks uitweiden. Veel liever weiden ze in in de stal. Lekker op het stro als ze een beetje ziek zwak of misselijk zijn. Lekker onder de scrubmachine en niet helemaal onbelangrijk. Op zijn tijd naar de melkmachine. Want daar zijn snoepjes te verkrijgen. Heerlijke lokchocolaadjes. Puur of melk. Nee, dat is toch veel fijner dan buiten in de wei wat liggen klooien.

Schrijfveren April 2017

Oefening in het schrijven van Schrijfveren. In maximaal 15 minuten tijd, associatief schrijven zonder correcties, naar aanleiding van een opgegeven titel. Met dank aan Hella Kuipers.
Hoe en wat? Zie: http://heldenreis.nl/schrijfveren
Oorsprong? Zie: http://judyreeveswriter.com/guidelines-for-writing-practice



Voorland achterland (03-04-2017)

Waar gaan we dit jaar naartoe op vakantie? Het achterland is al jarenlang verkend. Het wordt tijd voor verkenning van het voorland. Omdat het in de toekomst gelegen is, kan ik het nog volledig indelen naar eigen verwachting en verlangen. In ieder geval moet het een land zijn met veel zonneschijn, veel bergen, veel kunst, veel historie, veel leuke mensen, goed eten, mooie mensen, prachtige natuur en geen uitgaansleven.

Het bestaat, ik weet het zeker. Ergens, ergens in mijn dromen. Ik kan er zo een plaatje van tekenen, het is onbeschrijflijk mooi. Voldoet volledig aan alle eisen en voorwaarden. Alleen, geldt dat ook voor mijn metgezellen? Ik ga natuurlijk niet alleen op vakantie. Ik neem ze allemaal mee. Mijn huisdieren, planten, kinderen en partner. Zonder ga ik niet weg. Geen denken aan.

Daarom heb ik alvast een grote bus gehuurd. Wanneer we vertrekken, weet ik ook al. In de zeer nabije toekomst. De mooiste vakantieweek van het jaar. November 2018, tweede week. De sombermaand is goed besteed aan ons. Planten en dieren in rust, vrijwel zeker wind, regenen kou in Nederland. Wegwezen dus. Naar dromenland. Liever vandaag nog dan morgen. Gelukkig zit het geduld in de genen. Van andere genen uiteraard. Deze en gene.

Voorland we komen er aan. Over een paar maanden. Nog even geduld. Ja, ook jij. Met je prachtige bergen, natuur, mensen, kunst, historie, lekker eten en bovenal geen uitgaansleven. We blijven immer thuis. In jouw schattige chalet, waar amper plek is voor onze grote bus. Een bus vol aardappelen, eigen bestek, citruspers en potten pindakaas. Met eigen zitjes, beddengoed en surfplank. Accufietsen, gevarendriehoek en badmintonset. We komen er aan, ooit, zeker weten. Aankomen doen we zeker. Met al dat lekkere eten. Zet het bier, de wijn en het fris maar vast koud.


Een vegetarische lunch (05-04-2017)

De leeuw van Artis is boos. Heel boos. Hij krijgt geen vlees meer. Hij is opgenomen in een onderzoeksprogramma van het Wereld Natuurfonds, afdeling Nederland te Amsterdam. De naam van het onderzoeksprogramma: De effecten van plantaardig voedsel op de belevingswereld van grote roofdieren.

Het mag duidelijk zijn, de eerste onderzoeksresultaten. De leeuw is not amused. Hij vertoont de laatste dagen ook vreemd gedrag. Naast het vertrouwde op en neer lopen binnen het pas vernieuwde leeuwenverblijf, geheel in Amsterdamse kanaalstijl met schattige ophaalbruggetjes, langs de Prinsengracht, steekt hij nu voortdurend zijn tong uit. In en uit. Niet likkebaardend over zijn blonde manen, nee, telkens kort in en uit. Een beetje spottend. Zo lijkt het. Maar het kan natuurlijk ook zijn door het aangepaste voedingspatroon. Van scherpe chili zou ik ook mijn tong snel uit- en insteken. Frisse lucht en afkoeling dat heeft de tong dan nodig. Ook een leeuwentong.

De chili sans carne is de leeuw duidelijk niet bevallen. En zeker niet als ontbijt. Nu wacht hij op de lunch. Kaakjes gedrenkt in Bengaalse yoghurt. Ja, er wordt wel rekening gehouden met zijn afkomst. Al doende leert men ook binnen het onderzoeksprogramma. De Turkse yoghurt, inclusief baklava, werd gisteren als een op hol geslagen fontein meteen weer uitgespuwd. Vandaag zijn de voedingsconsulenten gekleed in regenpak. Voor de zekerheid. Het blijft afwachten hoe de leeuw van Artis zal reageren. Spannend.


Schoonmaak (07-04-2017)

Het is er weer tijd voor. De grote schoonmaak. In mijn hoofd. Ik verwijder al het stof tot nadenken dat de afgelopen maanden in alle hoeken en gaten van mijn hoofd zich genesteld heeft. Eigenlijk zou ik eerst een plumeau moeten gebruiken. Maar zo hoog is het nadenken niet gekomen.

Eerst maar eens de stofzuiger legen. Die zit nog vol met gedachten van de vorige schoonmaakbeurt. Ik vraag me wel eens af hoe die gedachten zich in de stofzuigerzak verhouden. Of ze nog lang in leven blijven of onmiddellijk sterven? Of ze zo'n overlevingsdrang hebben dat ze blijven zoeken naar een uitweg? Via de slang en stofzuigermond. Ik heb het wel eens meegemaakt. Of beter gezegd, gezien. Zo'n ieniemienie spinnetje, zo'n springspin, die dan eerst zenuwachtig alle kanten uitloopt, nog verblind door het donkerte in de slang, om dan heel hard naar een hoek te rennen. Het zijn echte hoekdieren, die spinnen. Ik prefereer toch liever de bank- of vensterbankdieren. Mits ze niet te groot zijn. Dan gaan ze namelijk stinken, boven de verwarming. Bah. Ze heten vaak Blackie of gewoon Poes. Je zult toch een kind zijn van die mensen die hun poes Poes noemen. Hee Mens, kom je eten? Ik moet er niet aan denken. Vreemd volk, die mensheid.

De gedachten van het afgelopen half jaar mogen er wezen. Mijn gedachtezuiger heeft ze dankbaar opgeslokt en licht verteerd. De stofzuigerzak zit niet eens helemaal vol. De gedachten zijn met de tijd ingedikt. Toch plaats ik er een nieuwe zak in. Wel zo fris voor mijn laatste gedachtestroom. Mijn hoofd heeft de afgelopen dagen op volle toeren gedraaid. Het heeft behoorlijk wat stof doen opwaaien. Maar goed dat ik ze binnen gehouden heb. Mijn hoofd voelt nu wel als een suikerspinketel. Ik denk dat ik na het zuigen ook maar even de dweil erdoorheen haal. Kan mijn hoofd daarna weer met een schone lei verder.


Bretels (11-04-2017)

Ik heb eindelijk bretels gevonden die mij passen. Het was even zoeken, maar dan heb je ook wat. Ik moest wel naar een speciaal zaak. Waar ze extra extra extra large bretels verkochten. Mijn buik moet u weten, is van een omvang, zo groot, dat zelfs Moby Dick zich zou schamen. Moby zou zijn dick niet eens kunnen zien, zo omvangrijk is mijn buik. In de eerste modezaak waar ik kwam lagen ze al helemaal in een deuk. Het moet ook wel een komisch gezicht zijn geweest. Op mijn knieën voor de brievenbus, die gesitueerd was op pakweg vijftig centimeter hoogte, lag ik geplet op mijn buik en sprak luid en duidelijk door de brievenbus. "Juffrouw, juffrouw, ik kan niet naar binnen. Te dik. Maar verkoopt u misschien bretels maatje dertig centimeter breed. Dertig centimeter per band. Nee, niet lang.

Waarom niet gewoon naar binnen lopen, vraagt u zich wellicht af. Heel simpel. De winkels waren nog niet open. Ik denk, slim wezen, voor openingstijd gaan winkelen. Minder kans op bezoekers, minder gênant. De juffrouw verstond mij gelukkig maar moest me teleurstellen. Ietsje verderop, wist ik veel, was nog een kledingzaak voor grote maten. Een hele aardige meneer, zo rond als een tonnetje hielp me zoeken. Maar de breedste bretel mat vijftien centimeter. Daar paste mijn buik wel zes keer tussen. Geen steun dus. Een laatste tip kreeg ik. Wist even niet wat ik ermee moest. Een bouwzaak. Doe het zelf? Gamma, Hornbach? Ai, ja, ja, nee! Dat meende hij. Afdeling schuurpapier? Waarom? Stevig en je kunt alles eventueel een beetje bijschuren. Ik zwaaide dreigend met mijn buik richting verkoper. Was dit een flauwe grap misschien?

Nu ben ik thuis. Met verbrande buikriemen. Horizontaal. Het lijkt wel of mijn witte buik op een reuze barbecue heeft gelegen. Maar het moet gezegd. Het helpt. Ik heb schuurbanden van dertig centimeter weten te vinden. Op de rol. Met ducttape een broekje gemaakt waaraan ik het schuurpapier heb vastgeplakt met dezelfde ducttape. En het moet gezegd. Het zit prima. Zolang ik sta.


Monstrueus (13-04-2017)

Ik weet niet wat ik zie. Twee grote beren op een minstens zo grote tak. Zwart wit zie ik het. Zwart wit zijn ze. Ze eten pandarijst. Hoe ze daar aankomen is mij een groot raadsel. Ze eten het rauw. Bah. Tenzij hun monden kokend heet zijn. Gelijk die van zwarte draken. Of witte. In vuurspuwend mondwater is pandarijst in luttele seconden gekookt. Maar het ziet er niet echt smakelijk uit. Ze bollen hun wangen en persen de rijst als dolle eekhoorns door hun mond. Monstrueus. Ik kon er ven niet opkomen. Monstrueus ziet het eruit.

Maar wat doen die beren daar? Op die grote tak, in die evenzo grote boom. Geen broodjes smeren, dat mag duidelijk zijn. De ene beer laat een boertje. Het regent rijst. De mensen die op een veilige afstand rond de boom staan, steken allemaal een paraplu op. Het zijn deftige mensen. Ze willen niet nat of vies worden. Eigenlijk hebben ze een hekel aan het buiten zijn. Maar ze kunnen niet anders. Het is hun lente-uitje van de Rotary. De meesten hebben het afgelopen jaar zo weinig deelgenomen aan de club dat dit uitje bijna door alle leden is aangevinkt in de agenda's op hun iPhones. De gemeenschappelijke kalenders liet hun verder weinig keus.

Het is wel goed zo. Intussen is het ook nog eens gaan regenen. De huid van de beren stinkt een uur in de wind. Vooral de zwarte stinkt vreselijk. Hij kan niet zo goed tegen pandarijst, maar ja, honger hè, dat maakt pandarijst zelfs lekker. Langzaam kruipen ze uit de boom. De leden van de Rotary gaan met respect een laar passen achteruit. Het schijnt dat de beren niets doen. Maar niets is zeker in deze vreemde wereld.

De brillen kunnen af. Tijd voor een korte briefing en evaluatie. Het tweede spel wordt giraffen spotten. De iPhones worden opnieuw ingesteld. Het berenspel kan niet op veel waardering rekenen. Te flauw. De meeste mensen van de Rotary zijn wel eens in Afrika geweest. En anders kennen ze de giraffen nog van Daktari. Dit spel zal zeker op meer bijval kunnen rekenen. Het enige nadeel is dat de wat ouderen vrij snel een pijnlijke nek zullen krijgen. Waarom zijn die beesten ook zo lang.


Een weduwe (21-04-2017)

En niet zomaar een. Nee een echte onvervalste. Zijn er dan vervalste? Yep. De geldwolvinnen. Die eerst hun man tot stervend toe treiteren met misselijkmakend gedrag, om vervolgens keihard toe te slaan. Met rattengif in lievelingskost. Of een zetje op het perron, vlak voordat de TGV binnenrolt. Want het moet wel in stijl in het openbaar. Oeps. Sorry.

Maar dit is een onvervalste. Ze staat volledig in zichzelf gekeerd in zwart gekleed bij de wachthalte. Waar wacht ze op? Niet zo moeilijk natuurlijk. Op een man. Het is alweer even geleden. Drie jaar om precies te zijn. Tijd voor nieuwe ontmoetingen. Alleen het zwart kan ze nog niet laten. Zwarte schoenen, zwarte panty's, zwarte rok, zwarte blouse, zwart gezicht. Maar vrouwtje toch. Zo gaat dat niet werken.

Maar zogezegd, op ieder potje past een deksel. Een tweede kans op huwelijk verdient iedereen. Wat meteen bij mij de vraag oproept, zij die samenwoont, hokt, kan zij ooit weduwe worden? Nee. Zit de crux dan toch in een huwelijk? Is dat boterpapiertje het ultieme recept voor prettige nalatenschap? De kinderen daargelaten.

"Mevrouw, dat zwart dat staat u goed. Maar moet u ook zo zwart kijken?"

Naast de vrouw is een kleurrijk figuur komen staan. Nog het best te beschrijven als een nar. Een hofnar met driepuntenmuts en belletjes eraan.

"Weet u mevrouw, ik wil u best het hof maken, maar dan moet u ophouden met narren, afgesproken?"

Columns van Harrie (april 2017)

Titulataris Orientalis / Verkeer / 27-04-2017


De chef van de Andere kant heeft een bijzonder verzoek aan mij. Ik moet mij begeven naar Galacticum Aarde en om precies te zijn naar Nederland. Een klein land naar het schijnt. Fysiek. Maar groots in zijn daden. En, niet geheel onbelangrijk, van grote importantie op ruimtegebied. De chef faxt me heel ouderwets wat foto's door van een klein mannetje met een vreemde ringbaard. Ik krijg onmiddellijk associaties met de dwergen uit de Ban van de Ring van Tolkien.

Een tweede fax volgt meteen na de eerste. Met slechts enkele woorden in kapitalen.
NEE, GEEN DWERG UIT DE BAN VAN DE RING.
Fax drie volgt, met opdracht.
Zoek deze man op. Grote haast. Is bij mijn weten reeds overleden. Maar als het goed is heeft de begrafenis (ja, op aarde begraven ze mensen, of ze verbranden ze in ovens of op brandstapels) nog niet plaatsgevonden. Vind dierbaren en praat met hen. Breng onmiddellijk verslag uit. Hevel belangrijke informatie over via spacetransmissie. Einde bericht.

Zo, zo, dus deze dwerg is van grote importantie. Hoewel. Zo klein is deze dwerg niet. Een meter zesenzeventig. Dat is iets kleiner dan ik. Enfin. haast geboden. Ik stap in mijn TARDIS en voer de meegezonden coördinaten in. Mmm ... over pakweg 24 aarduren ben ik op plaats van bestemming. Althans in de buurt van plaats van bestemming. Want ik weet nog niet waar de TARDIS precies zal landen. Op een kerkhof of bij een uitspanning. De krantenartikelen spreken van een populair figuur. Dus zal er een flinke locatie zijn afgehuurd. 

De TARDIS landt middenin een tuin. Een vreemde tuin. De bomen hebben vreemde vormen. Scheefgroei is het amper te noemen. Eerder rondgroei. Alle bomen en struiken hebben namelijk een cirkelvorm. En nee, het is geen buxustuin. Uit de verte klinkt muziek. Ik kan het nog niet goed thuisbrengen, het klinkt een beetje vreemd. Klassieke muziek maar dan in bizarre toonhoogtes. Afgewisseld met irritant geklepper van castagnetten. Heel storend. Naar het schijnt was de dwerg Titulataris zeer gefascineerd door handklepmuziek. De bosschages weet ik nu ook in een keer te plaatsen. Orientalis. Bolle vormen uit de orient. Verklaart ook meteen de bijnaam van onze vriend die helaas niet meer is. Titulataris Orientalis. 

Mijn aankomst lijkt ingeseind of doorgebriefd. Ineens verzamelen zich een tiental look-a-likes Titulatarissen om mij heen. Waar komen ze vandaan? Het blijkt een fanclub te zijn. Het opperhoofd die, u gelooft het niet, op een haar na lijkt op Titulataris Orientaris, neemt het woord. Hij heeft een vreselijke hoge piepstem die niet van hemzelf lijkt. Hij houdt het dan ook amper drie zinnen vol en gaat dan over op zijn eigen moeder natuur klanken. 
Ik word van harte welkom geheten. Ik krijg ook inzage in het archief van Titulataris. Maar pas nadat er stevig getoost is op de overledene. May he rest in peace! Hear, hear!

We gieten in no time zes advocaatjes met slagroom achterover en gaan over tot de orde van de dag. Ik krijg inzage in een wonderlijk archief, waarvan zelfs ik als oppertechneut ga blozen. Man wat heeft dit vreemde kereltje rare dingen ontdekt, ontworpen en voorspeld. En allemaal uitgekomen. Het is haast ongelooflijk, wat zeg ik, onvoorstelbaar.

Ik maak nog even kennis met de naaste familie en vrienden en duik dan snel weer de archieven in. Een ding fascineert me ten zeerste. Een black box met vraagteken en uitroepteken en de tekst: Niet openen voor 2018! Ja, dag. Dan moet je bij mij zijn. Ik verzin een list en verzoek mijn mede-nieuwsgierigen het archief te verlaten. Met licht verzet nemen de heren en dames jaloers afscheid. En ik? Ik snijd de zwarte doos open met mijn Zwitsers zakmes dat ik standaard bij me draag. Een handig hebbedingetje dat ik dertig jaar geleden heb ontvangen van een Zwitserse gardeofficier. Wat zou er uit de doos verschijnen? Een hoed? Niets. Alleen een kleine standaard met een tekstbord. GEFOPT! Dat staat er. In koeien van letters geschreven. Of in letters van koeien zo u wilt. Op z'n Lakenvelds. Wat een humor. RIP Titulataris Orientalis (aka Chriet Titulaer).


Geest gezocht / Verkeer / 25-04-2017

Ik bevind me in Niemandsland. Althans zo lijkt het. Maar niets is minder waar. Ik ben er stiekem van overtuigd dat het land waar ik nu doorheen cross vergeven is van geesten. Dat kan haast niet anders. In de bergen leven geesten. Berggeesten zo is me ooit verteld en ik ga er naar op zoek. In opdracht van mijn Chef van de Andere Kant. Mijn TARDIS heb ik veilig geparkeerd in het dal. De uitklapmotor paste er net in. Uitklapmotor? Ja, ik maak in de bergen gebruik van een klein crossmotortje. Een Suzuki om precies te zijn. Dat rijdt het beste in de bergen. Een uitklapbaar 500cc motortje. Meer heb ik niet nodig. Ik wil de geesten ook niet meteen wakker maken. De uitklapmotor is overigens ook weer inklapbaar. Wel zo handig. Onder de zetel van de klapmotor heb ik een klein tentje verstopt en wat kampeerspullen. Voor de eerste hulp bij ongelukken en voor het geval ik niet meteen een geest vind. You never know.

Het landschap is prachtig. En zo nu en dan hoor ik naast de cadans van de motor een merkwaardig gezoem. Het klinkt veel te hard voor een insect maar daar doet het mij het meest aan denken. Is het misschien een geest? Hoor ik spoken? Dat zou mooi zijn. Ik houd de omgeving goed in de gaten. Daar is het geluid weer. Nog harder als voorheen. Ik herken nu ook wat spraak. Een vreemde taal. Zoveel weet ik zeker. Geen fab four taal. Geen Engels, Spaans, Frans of Duits. Ik ken mijn klassiekers. Het is eerder Russisch. Maar dat versta ik dan weer niet. Heb ik weer. Een geest die Russisch spreekt.

Voor me op de grond, zo'n vijftig meter voor de motor land ineens een vreemd beest op de bergweg. Het lijkt nog het meest op een sprinkhaan met grote witte vleugels. Die heft ie gevaarlijk boven zijn hoofd uit en spreidt ze breed. Alsof ie mij wil tegenhouden. Ik trap op de rem. Ik ben een boeddhist die zijn vak verstaat. De sprinkhaan spreekt inderdaad Russisch.

"Dobre denkski probleska comneska graputi kontexta drappulo dritaxi."

Ja, ja. Russisch of Chinees. Ik ben het kwijt. Kan net zo goed Pools of Japans zijn of Latijn.
Ik parkeer mijn motor, stap af en maak met mijn gebalde linkerhand, waarvan ik de wijsvinger heb uitgestrekt een roterende beweging bij mijn linkeroor en schud gelijktijdig mijn hoofd van links naar rechts. Oftewel, ik maak duidelijk dat ik er niets van verstaan heb.

"You in Karpaten, Seeking ghosts. I ghost. You're ghost!"

Het zal niet waar zijn. Nooit geweten dat er in de Karpaten ook Engels wordt gesproken. Laats staan door een look-a-like sprinkhaan met grote witte vleugels.
Het beest van pakweg dertig centimeter groot buigt langzaam voorover en spreidt beide vleugels zachtjes voor zich op de grond. Heel elegant. Adrem geef ik de sprinkhaan antwoord.

"Are you my ghost or my host? I don't get it! My name is Doctor Who by the way, and what's your name?"

De sprinkhaan kijkt me smalend aan.

"I know who you're. My name is Doctor Who too. I'm your ghost and host. Let me lead you to the door of your heart, or do you prefer the door to your soul?"

Ik begin nu toch wel een beetje te zweten. Langs mijn ruggegraat voel ik de druppels in mijn leren motorbroek lopen. I never wear underwear under your motorsuit. Verhip, nu betrap ik me zelfs op het denken in Engels. Dat is niet goed. Een teken aan de wand. Ik ben of dronken of ik ijl.

"You're dreaming. That's okay. It's the first step to consideration and depth. Now you have find me, you can take me with you, forever. For example, to your boss."

Geen denken aan. Ik ga toch niet mijn eigen geest meenemen naar mijn Chef. Dat is vragen om problemen.

"Do you know any other ghost?"

"Yes!"

"Can I meet one?"

"I bet you want to meet a mountain ghost!"

"How do you know?"

"Well I'm your ghost remember, ghosts know everything about the past, the present and the future!"

"Okay, then lead me to the nearest mountain ghost!"

De sprinkhaan sluit zijn vleugels voor zijn kleine kraaloogjes en mompelt iets in het Nederlands. Hoe weird ineens!

"Kwaliteit is het mysterieuze, innerlijke doel van ieder creatief mens. Dat si wat je zoekt mijn lieve vriend. Je bent helemaal niet op zoek naar een berggeest. Zoek uzelf vriend en ga heen!"

En plop. de sprinkhaan is weg. Met de horizon verdwenen. Ik zie ook geen horizon meer. Alleen maar zware bergen. En ik moet nog zo ver. Zal ik kwaliteit ooit vinden? En hoe zit het dan met de berggeest? Ik moet er een vinden. Vroeg of laat. Ik lijk wel gek te worden. Zo voelt het als ik weer op de motor stap. Waanzin begint me te achtervolgen. Ik moet hier rap wegwezen.

Dan stapt ineens een stukje berg de weg op. Wat is dat. Ik rijd mezelf bijna te pletter.

"Hier heb je je berggeest minkukel!".

In de berg die voor me staat zie ik een piepklein mondje bewegen.

"Ik geef je een goede raad, tevens vraag. Als je het antwoord weet ga ik met je mee. Vrijwillig."

Mijn ogen, oren en hersenen draaien overuren. Hoe krijg ik die berg überhaupt mee in de TARDIS?"

"Maak je geen zorgen vriend, ik pas telekenetisch nog in je broekzak, antwoord op mijn raadvraag: "Wer reitet so spüt durch Nacht und Wind, es ist der Vater mit seinem Kind".

Bizar. Ik snap er niets van maar weet wel onmiddellijk het antwoord. Ondanks dat het antwoord reeds gegeven lijkt.

"Ik!"

Zonder blikken of blozen krimpt de berg ineen tot broekformaat en verordent mij hem in mijn broekzak te steken. Aldus geschied. Wat ben ik blij. Ik durf geen vragen meer te stellen, start mijn motor en rijd richting TARDIS. Thuisgekomen ontvangt de Chef van de Andere Kant mij met open armen.

"En!"

Trots haal ik de berggeest uit mijn broek.

"Is dat alles?!"

"Dat is alles en niets. De waarheid."

Zowel de berggeest als ik schieten in de lach. Wij weten beter. RIP Robert Pirsig


Columns van Harrie zijn geschreven aan tafel bij Mien. Harrie is een auteur en tafelvriend van Mien. Van november 2010 tot maart 2016 publiceerde Harrie ook columns op de website van ColumnX.
Harrie’s columns zijn gebaseerd op oude personages uit TV-series Catweazle en Doctor Who. De Britse acteurs Tom Baker en Geoffrey Bayldon vormen zijn inspiratiebron. Daarnaast maakt Harrie ook graag filosofische en sportieve uitstapjes.

26-04-2017

Drama Lechniatskinsky

Ze kennen elkaar al een eeuwigheid, Greorge, Pjotr en Wrisky. Nog voor het bestand van Lechniatskinsky. En nu, op dit moment, hebben ze elkaar het hardste nodig. Liggend op het strand van Snytnobirks, op de buik in het zand, de handen op de rug gekneveld, prop in de mond, voeten vastgebonden aan strandpalen, wachtend op de vloed. Totaal uitgeput. Ze kunnen helemaal niets meer. Het enige dat ze nog delen met elkaar zijn dezelfde gedachten. Zwevende gedachten. Niet aan de dood. Nee, aan hun grootste liefde. Aan Natasja, die ze allen liefhebben, Natasja Blowdimir. Waar ze allen ooit het bed mee deelden, op ieders eigen wijze, niet wetend van elkaar. Toen geluk nog heel gewoon was. Natasja uit Lechniatskinsky, waar is ze nu gebleven? Hun allerliefste maatje.

De zee kruipt steeds dichterbij, is haast voelbaar, de wind waait schuimvlokken in hun gezicht. In wanhoop schrijft Wrisky met samen geknoopte voeten de naam van zijn grote liefde in het zand. Hij kronkelt zijn lijf en duwt twee gekromde grote tenen in het zand.

N A T A S

Na de S krijgt hij kramp. Pjotr kijkt hem boven zijn knevel zijdelings aan. Zijn wenkbrauwen zitten bij zijn haargrens. Hij snapt wat Wrisky doet. Ook hij begint met zijn lijf te kronkelen.

N O G 1 K E E R W I P

Dan slaat de artrose toe. Vervolgens krijgt Greorge in de gaten dat zijn vrienden rare lichaamsbewegingen maken, alsof hun laatste uur geslagen is. In pure wanhoop kromt hij zijn tenen en graaft in het zand.

H E L P

Langzaam glijden de golven tegen de hoofden van de drie mannen. De krampachtig geschreven noodkreten in het zand zullen weldra verdwijnen. What’s on a man’s mind in zijn laatste seconden? Gedeelde vriendschap, geliefden en seks, veel seks. Drie levens schieten voorbij in koude hoofden. Totdat één hoofd plots een kluts krijgt.

“Au”, schreeuwt Pjotr binnensmonds. Zijn kreet botst hard op de prop. De prop schiet naar buiten. De golven die langzaam aanzwellen maken zijn mond ook nat.
“Verrek, een fles. Jongens. Een fles met inhoud. Een brief. Van wie?”

De fles drijft mee op een golf. Met een laatste stuiptrekking klemt Pjotr de fles tussen zijn benen. “Krak”, zegt de fles en breekt. De brief glijdt eruit en rolt open op het water, drijft mee op een terugtrekkende golf. In een flits leest Pjotr vier dichtregels. Een noodkreet.

Voor wie mij vindt
En mij bevrijdt
Die wacht gezwind
De eeuwigheid

Was getekend,
Hoogachtend,
De geest in de fles

Pjotr kronkelt van opwinding.
“Jongens, wat een geluk, mij wacht de eeuwigheid,” schreeuwt hij enthousiast.
Hij kijkt naar zijn vrienden die heftig kronkelend naar hem staren. Hun blikken zijn dodelijk, het door de prop gesmoorde gemor is duidelijk herkenbaar als gevloek in alle toonaarden.

“Rustig nou maar, ik verzin wel een list,” sust Pjotr.
“Ik weet het!” roept hij. “Blijven kronkelen, neem je benen mee, ruk aan het touw dat vastzit aan de paal. Als de zee omhoog komt laten we ons drijven. Op het water. ONTSPANNEN. Zen. Daarna is het een fluitje van een cent, de paal komt onder water en wij zijn los!”

Het protest van zijn vrienden bereikt een hoogtepunt. Paniek in de ogen. Hoe kan je in hemelsnaam ontspannen in deze positie!? Wind op het strand zwelt aan. Zo ook de windzang. Horen ze het goed? Vertelt de wind hen een lied?

“Habe Mut und treue Zen … habe Mut und treue Zen … habe Mut und treue Zen …”

Het lijkt wel een mantra. Unsagbar schön. Wolken drijven over. Pijlsnel. In vorm en stijl van mantaroggen. Mooi. Zo mooi. Eindigen hier drie levens? De vloed is op zijn hoogst en drie lijven dobberen op het water. Het hoge water heeft een voordeel. Greorge en Wrisky raken nu ook verlost van de prop in hun mond.

“We moeten iets doen mannen!”, roept Greorge opgelucht.

“Zingen!”, schreeuwt Wrisky.

“Ja, ja, zingen", vult Pjotr aan, "Ramses, kop op mannen!”

“Zing, vecht, huil, lach, bid, werk en bewonder!
Zing, vecht, huil, lach, bid, werk en bewonder!
Zing, vecht, huil, ... niet zonder ons …!”

Een klein roeibootje nadert. Nee, het is niet waar? De mannen kunnen hun ogen niet geloven. Een geest, een geest. Natasja!

“Ik kom voor mijn ware liefde”, zegt ze met zwoele stem, licht hijgend door de inspanning van de lange tocht.

“Dat ben ik!” roept Wrisky.

“Nee, ik!” schreeuwt Greorge.

“Mijn liefste, je hebt mijn roep om hulp gehoord”, fluistert Pjotr, aangedaan door haar telepathische vermogens.

“Ja, mijn liefste Pjotr, maar het is Greorge die ik begeer, ik kom hem redden van de wisse verdrinkingsdood!” verzucht Natasja met haar beiden handen tegen haar flinke boezem gedrukt, niet opmerkend dat de peddels in het water glijden.

“Maar ik heb net de eeuwigheid gekregen?!” schreeuwt Pjotr gefrustreerd.

“Daarom juist”, zegt ze, haalt een mes tevoorschijn en snijdt het touw aan Greorges handen en voeten door.

“En Wrisky en ik dan?”

“Tja, jullie redden jezelf wel, toch?”

“Maar waarom Natasja? Betekende die mooie zwoele nachten niets voor jou? Waarom?”

“Ja, waarom lieve Nat, ook wij hebben samen goed doorgehaald toch?” vult Wrisky aan. 
“Toe, doe ons dit niet aan, verlos ons!”

“Sorry jongens, geen plaats in de boot!”

Ondertussen hijst Natasja de uitgeputte Greorge in de boot en vlijt hem tegen haar boezem. Greorge komt helemaal bij en nieuwe adrenaline stoot naar al zijn lichaamsdelen. Hij kan nog amper nadenken. Zijn gedachten focussen zich naar twee zaken en maken achtereenvolgens een buik- en hoofdhinkel. Een merkwaardig gevoel in zijn onderbuik duidt op een intens en haast onweerstaanbaar verlangen naar seks met Nat. Maar de hoofdhinkel wint het van de buik. Zijn vrienden in de steek laten? Dat nooit!

“Sorry Natasja, maar mijn vrienden zijn mij lief. Eén voor allen en allen voor één. Je moest eens weten wat voor een toffe gozers Wrisky en Pjotr zijn, dat moet jij toch weten. Kop op meid. We delen de boot en gaan desnoods met zijn allen vrijend ten onder.”

Maar Natasja is niet gek. Ze voelt dat de boot wordt meegezogen door een terugtrekkende vloed en grijpt snel naar de peddels. Maar, maar, maar … waar zijn die gebleven!

“Oké dan!” Ze beseft dat ze alle mankrachten nodig heeft om Greorge en zichzelf in veiligheid te brengen. Ze geeft het mes aan Greorge. Hij snijdt zijn drijvende kameraden los en helpt ze de boot in.

“Samen alweder in hetzelfde schuitje”, grijnst hij.

Pjotr en Wrisky grijnzen zuur terug. De afgewezen mannen zinnen ieder voor zich op wraak, een zoete. Vooralsnog moet iedereen de handen, zelfs hele armen uit de mouwen steken en terwijl Natasja ter aanmoediging een zeemanslied inzet, maaien de mannen half uit de boot hangend door het woeste water.

De wind trekt aan, golven zo hoog als huizen dreigen in de verte en komen dichterbij. De boot maakt water. In paniek scheppen ze gezamenlijk zoveel mogelijk water uit de boot maar het is vechten tegen de bierkaai. Een grote golf nadert en vol afgrijzen staren ze naar het bakbeest dat hun lot bezegelt. De boot kantelt. Ze gaan kopje onder. De woeste baren sleuren de halve notendop mee in hun wilde dans. Alleen Pjotr klampt zich vast en laat de boot niet los. Als de zee kalmeert klimt hij op de onderkant van de boot die nu boven ligt. Hij roept zijn maten en Natasja natuurlijk. Het blijft stil. IJzingwekkend stil. Daar drijft hij dan, Pjotr. Zijn wens is uitgekomen. Tot in de eeuwigheid. Alleen.

Co-column geschreven door Esther Suzanna en Mien

20-04-2017

Spelgenot

Ik zet alle stukken op tafel. De dam positioneer ik tactisch tussen de witte dame en de zwarte heer. Kunnen ze elkaar voorlopig niet lastig vallen. Ik zit alleen in mijn maag met de vlag. Vlak bij het water neerzetten is niet echt handig. Dan kan ik er straks niet meer door. Misschien in de buurt van de Kalverstraat? Of nee. Lange Poten, natuurlijk, daar zet ik hem neer. Die vinden ze nooit meer. Drie sjoelstenen houd ik even achter de hand. Twee dartpijlen leg ik alvast strijdklaar neer. Niet te dicht bij het pingpongballetje. Dat bijt elkaar. Zal ik nu al de joker inzetten? Goede vraag. Ik vraag het aan de dobbelstenen. Ze gooien zichzelf in de lucht. Yahtzee!

Vrees bewaarheid

Leugens om bestwil boezemen soms angst in. Zowel bij de drager als de ontvanger. Als drager van de leugen wil je de ontvanger liefst niet opzadelen met een rotgevoel. Sterker nog, de leugen om bestwil moet dat juist voorkomen. Maar stel nu, dat de drager zelf vrees heeft voor de waarheid. Dan heeft ie een probleem. Zijn vrees bewaarheid, dat hij zijn eigen waarheid moet inslikken en verpakken, verhullen als het ware. En voor hoelang? Niet onbelangrijk. Hoe lang moet hij als drager van de leugen de waarheid verstoppen? En weegt de vrees voor waarheid wel op tegen het ongemak van de leugen. Waarom niet meteen vertellen waar het op staat? Ik ben er klaar mee. Klaar! Nee, hoor. Stug volhouden, tegen wil en dank. Ik ga het je niet vertellen. Ik vertel jou een leugen om bestwil. En dat terwijl je verrekte goed weet dat de wil niet best is.

Veel beter zou je de bestwil inruilen tegen bestmag of beter nog bestkan, nee nog beter, bestmoet. Bestmoet doet goed. Het voelt als een verzadigd loslaten van stoelgang. Opluchting. Relieve. Ben lief. Opnieuw lief. Relief. Geen enkele vrees hoeft daarna nog bewaarheid. Loslaten. Zo fijn. Waarom reageren mensen juist zo bangelijk? Op loslaten. Wat heeft een mens te verliezen? Wat houdt ie vast? Leugens om bestwil. Wat een energie dat kost. Loslaten, loslaten. Geen wrijving meer, geen energieverlies. Wat schuurt moet bevrijd. Een mens moet zijn. Wezen. We en zen moeten we wezen. Dat helpt. Met elkaar. Met elke aar van ons zijn. Met vriendelijk gebaar. Loslaten zeg ik. Baren. Onbevreesd. Het geeft lucht en leven. Waarheid. Laat het los. Alle waar en al het ware. Uiteindelijk gaat iedereen dood. Vrees niet langer waarheid en bewaarheid. Angst is een dooddoener. Laat los.

Toelichting:
Geschreven naar aanleiding van een idee van Hella Kuipers.
Zie ook: http://heldenreis.nl/schrijfveren
Schrijfveer: Vrees bewaarheid (23-03-2017)

07-04-2017

Alsnog gehecht

Met zijn ziel onder de arm sjouwt Joost door het bos. Zal hij het doen, vandaag? Dieper en dieper komt hij tot de kern. De bomen worden steeds dikker, het pad dunner. Hij kan maar een kant op. Maar is het eigenlijk wel de kant die hij wil? In het midden van het bos daar wil hij het doen. Een mooie open plek. Groen, met sprankjes zonlicht. Want eerlijk is eerlijk, er dwaalt nog een sprankje hoop in het nog jonge lijf van Joost.

Hoe is het toch zover kunnen komen? Alles, maar dan ook alles lijkt bij Joost op orde te zijn. Knappe vent, intelligent, warm nest, lots of friends, en iedereen werkelijk iedereen wil iets van deze adonis, de ideale schoonzoon. Ook dat nog. En juist dat beklemt Joost. Het plaatje dat af is, in de ogen van de buitenwacht. Maar voor Joost gelden hele andere normen. Hij is doorsnee beu. Hij houdt niet van geluk. Lijkt voor het ongeluk geboren. Sinds kort is hij daar achter gekomen. Een bijzondere lotsbestemming.

Het einde nadert. Van het pad in het bos en van zijn eigen weg. Daar is de open plek. Een geweldig mooi traatje. Met de perfecte boom. Een knots van een eik. Hij gooit het touw over de laagste tak die net hoog genoeg uitsteekt. Van een takkenbos maakt hij een trapje. Hij stapt op het bosje en wordt dan plots geraakt. Geraakt door een rare bestemming. De zon straalt recht in zijn gezicht en stelt de belangrijkste vraag uit Joost zijn nog korte leven. Waarom? Waarom, ja waarom? Daar heeft Joost nog geen moment over nagedacht. Tot voor kort liep alles vanzelf en op rolletjes. Waarom? Verhip. Joost alsnog gehecht. Het laat hem niet meer los. Waarom, ja waarom? Gehecht aan levensvragen. Voor altijd.

Toelichting:
Geschreven naar aanleiding van een idee van Hella Kuipers.
Zie ook: http://heldenreis.nl/schrijfveren
Schrijfveer: Alsnog gehecht (19-03-2017)

05-04-2017

De barbier van Bedosniwrat

Hij slijpt zijn mes. De kunst van ultieme gladheid zit in de scherpte.
De eerste zonnestralen vallen gefilterd door het doffe glas de ruimte binnen, geven een gouden gloed aan de kleurloze sfeer.
Zorgvuldig klapt hij het mes in, legt het netjes op de plank, in het verlengde van de kam. De scheerkwast staat fier rechtop naast de kom met net aangemaakte zeep, naar authentiek recept. Geen moderne fratsen hier.
Hij vouwt de mantel netjes op en legt deze klaar over de leuning van de stoel. Even strijkt hij met zijn hand over het versleten leer, dat als een strakke huid de stoel bekleedt.
Een bekend silhouet schuift langs het raam. De schaduw loopt richting deur.
De deurbel rinkelt.
Zijn eerste klant.

“Kom binnen Greorge. Je bent vroeg vandaag.”
Met Greorge komt ook de koude binnen. Het is hartje winter in Bedosniwrat. De sneeuw ligt veertig centimeter hoog en de sneeuwschuivers hebben moeite met het harde wit. Het schuurt onder het roest van metaal, de machines zijn oud. Te oud om nog te werken. Maar het moet. Het kan niet anders. En iedereen weet en beseft dat in het oude mijnwerkersdorp. Getroffen in oorlogstijd. Hoe wreed.
“Ga zitten Greorge, hetzelfde recept als anders?”
“Ja, doe maar, waarom ook niet? We moeten immers verder, nietwaar?”
Wrisky Stauwerz klopt de zeep nog eens goed door. Het wit maakt een slurpend geluid. De kwast is er klaar voor. Bedachtzaam ingezeept door Wrisky. Altijd maar in gedachten. Een harde knal klinkt. Glas breekt.

Stoïcijns grijpt Wrisky naar het mes. De barst in de enige spiegel die de winkel rijk is, voegt zich bij alle andere.
Het is schering en inslag in het mijnstadje. Geen nieuws.
Greorge haalt een wenkbrauw op, en schikt de witte slab over zijn jasje. Het schuim wil wel eens spatten.
“Wanneer laten ze die oude mijn nou eens onderlopen?” mompelt hij. Het schuim op zijn kin wiebelt mee.
“Beetje lastig nu, met die kou. Misschien in het voorjaar,” antwoordt de barbier.
Het puntje van zijn tong steekt naar buiten terwijl hij met een gerichte haal een streep maakt in het schuim.
Het rinkeltje van de bel klinkt. Hijgend stapt een man de barbershop binnen.
“Jullie moeten komen helpen!” schreeuwt hij.

Het is Pjotr Brinsky, een forse kerel, type ruwe bolster blanke pit, kale kop met een verwilderde oranje baard. Hij stinkt drie uur in de wind. Verzetsstrijder van het eerste uur binnen de ondergrondse van Bedosniwrat. Zowel Wrisky als Greorge kennen hem. ze beseffen onmiddellijk dat het hommeles is.
“Gaat het dan eindelijk gebeuren!” moppert Greorge en trekt meteen de witte schort van zijn nek.
“Ja mannen, het Apostolisch Genootschap van de Manke Ridders heeft de ondergrondse zojuist ingefluisterd dat de vijand de stadsmuren verlaten heeft voor een dropping in het veld. Als we snel handelen kunnen we de munitie nu aanbrengen.”
Doodse stilte in de barbershop.

Wrisky zucht.
“Kun je ook in gewone taal spreken?” zegt hij quasi boos. De twinkel in zijn ogen die zijn gegroefde hangwangen de uitstraling van een olijke hamster geven, verraden hem.
“Je bedoelt dat we nu onze illegale handel kunnen distribueren toch … al die mierenneukers zitten zeker in de kerk van de Heilige anti-alcohol Graal?”
Greorge, Pjotr en Wrisky bulderen van het lachen.
“Even serieus, dit is het moment. We hebben geen minuut te verliezen,” zegt Pjotr nog naschuddend.
“We komen eraan, zie je in de loods,” roept Wrisky terwijl hij met een doek de mousse van Greorges gezicht veegt. Terwijl Pjotr een voorsprong neemt trekken zij hun met bont gevoerde jassen aan. Gewapend met twee steekkarren die in de bijkeuken van de barbershop achter een gordijn stonden te wachten op deze gelegenheid, begeven ze zich door het winterse landschap richting loods, waar hun illegale wodkastokerij aardige verdiensten oplevert.

“Het gaat niet goed met onze PTSS-er Pjotr Wrisky, wat jij?”
“Ja, de oorlog blijft hem wel dwars zitten, het wordt de laatste tijd weer erger, maar ach, wat doe je eraan?”
“Ontnuchteren, in het heden plaatsen, aarden … en daarna heel heel veul wodka laten drinken!”
Greorge schiet in de lach. De beide mannen naderen de loods. De deur staat half open en ze horen gestommel en gevloek.
“Pjotr, ben jij dat?”
Korte stilte.
“Effe wachten. Nog niet binnenkomen. Ben nog bezig met de munitie!”
“Munitie? Waarvoor Pjotr?” roept Wrisky.
“Ja, kom maar binnen, ik ben klaar!”
Greorge en Wrisky stappen de loods in.

BENGG, BENGG, BOEM, KEDENG, KLATS, PPFFIEIEIEIE …
Aan de achterkant van de loods kruipt Pjotr op handen en voeten naar buiten. De loods staat in lichterlaaie. Targets uitgeschakeld. Het is hem toch gelukt.

Co-column van Mien en ES

Schrijven met handicap

Blind typen met de ogen dicht id. Jekae. Smkkek kks,sl ,kls,lslla. Maask ddm,dk. Dm,klls kks,d,sll sskslskskskk,s skdls,kks,kksss jkkskkallowla klinkers bijna kloskksk ksk,weis,sniey sre vinden. En nou metmkksk een oog sppopen . Dat hhaat ietsk neter. Alleen, klijh ik blauwe vleksen en roze stripkes tre zien. Berts wle irritant. Met twee og jald half open gat nog iestke beter. En zonder bil helmaol moeilijks. War hek ik dn bril gelarem. Dikke vinges op een tabloot is ouk niet hendig. Zit ter den hele tijd naeve te typsen. Godsakle nondezju. Hardop lezen helpt dwq lezeressem. Zeler weten. Ge zult het maaaar hebbben. Dislexknie. Dan kin je nog beter met
je ellebougies lezen en skrijven. Affain, tied veur een kuuksek en kloffie. Heb ikintussen wel verdiens. Duik strskkies lekker in mijn diktee, nog wel sefkens oofenen. Kende gullie er nog een tauw aan vastknoupen? Hee, ook weerf gevonden. 123456)€&@ kepslok met cijfers en letters. Waarom neemt die sptiebalk egienlijk zoveel ruim in? Is toch nergens veur nodig. Ofschrijfikandersmisschejallesaanelkaarendanhoeergisdatdanmosschienistochbesytevolgenzonderspaatróok ogeensruimte.zal ik ook nog wat alanias maken. Veoor het makkelojker lezen? Mot kunnen. Waar zal ik ereens een prikken. Blind? Ja blind.m Daarg gaat ie. Nou veel leesplezier en nee. Ik moet nog gaan drinken. Ad fundum. Hoe anders?
Categorie? Iets met eeen s. Vind ik gewoon een leike letter. Sport, likkt het meeste op schrijfport.