13-09-2017

Feestmuts zonder kater

Waar heb ik nu mijn neus gelaten? Ik kijk nog eens goed in de badkamerspiegel. Meestal kijkt hij mij doordringend aan. Nee, niet de spiegel, mijn neus. Is die dan zo bijzonder, dat ie het vernoemen waard is? Zeker. Het is namelijk een echte feestneus. Rood en groot. Iedere ochtend check ik of er ook een elastiekje aan vastzit dat naar mijn oren leidt. Maar nee. Nog nooit gezien. Ik poets mijn tanden en kijk daarbij nadrukkelijk naar de wasbak. Eigenlijk durf ik niet goed meer de spiegel aan te kijken. Of is het inkijken? Inkijkje in de spiegel? Nee, dat doet me aan iets geheel anders denken. Gelukkig ben ik niet in het bezit van de spiegel die ik nu voor me zie. Het beeld dat ik daarbij oproep is veel te erg. Ik zie nu mijn opa keihard poepend voor zich. Bah.

Voorzichtig waag ik weer een blik. Maar niet voordat ik eerst tussen mijn ogen en boven mijn mond voel of daar zit wat ik hoop. Ja, hij zit er nog. Mijn feestneus. Ik kijk de spiegel weer aan. Verdomd. Geen neus. Hoe is het mogelijk? Elastiekjes hoeft ik niet te zien, maar mijn neus, waar is mijn feestneus gebleven? Mijn lieve lekkere grote rode knoeperd. Het lichaamsdeel dat mij altijd zoveel vreugde schenkt. En andere mensen ook. God wat is er ooit gelachen om mijn neus. Tot huilens toe. En nu is mijn handelsmerk plots verdwenen. Dat kan toch niet? Ik voel met mijn hand aan mijn neus. Die neus zit er toch nog echt. Vervolgens voel ik aan de spiegel, daar waar ik mijn neus verwacht. Wie neemt wie nu wie bij de neus? Niks nakkes nada voel ik bij de spiegel. Zelfs geen kuiltje. Nee, gewoon koud glas. Ik haal de spiegel van de muur en draai hem om. Daar zie ik ook geen neus. Mijn ogen turen nu naar de wasbak. Ook daar zie ik geen neus liggen. Vreemd. Waar is dat enorme ding nu gebleven?

Als ik de spiegel weer ophang aan de muur, schrik ik me plots een hoedje. In de spiegel zie ik nu een muts. Een fleurige feestmuts pronkt op mijn hoofd. Nee, niet aan de spiegel, in de spiegel. Hoe is dat nu mogelijk? Ik voel onmiddellijk aan mijn kruin. Niks geen muts. Word ik gek? Is mijn feestneus mogelijk getransformeerd in een feestmuts? Hoe dan ook, het is geen gezicht. Een muts en een kale plek midden in mijn gezicht. Eventjes, heel eventjes voel ik me Voldemor. Maar dan zonder feestmuts. Niet bepaald een typje ook, om een feestmuts te dragen. Hier moet ik even over nadenken. Wat hier gebeurt heeft aandacht nodig. Dat mag duidelijk zijn. Ik neem een klein pottertje uit het zwarte doosje dat boven de wasbak op het plankje staat. Black magic helpt altijd. Zodra ik het kleine snoepje binnenslik verdwijnt het maffe mutsje en keert mijn neus terug. Oef. Gelukkig maar.


Schrijfprikkel: Feestmuts